Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Gebiedsplannen: provincies willen boter bij de vis

De val van het kabinet vertraagt de uitwerking van de gebiedsplannen van de provincies. Hoe nu verder?

28 juli 2023
Boerderij
Shutterstock

De provinciale gebiedsplannen voor stikstof, broeikasgassen en water zijn klaar. Toch is nog niet volledig duidelijk hoe het verder moet. Volgens de provincies trekt de regering te weinig geld uit voor de uitvoering (in totaal 24,3 miljard euro) en neemt ze bovendien zelf te weinig generieke maatregelen.

Managing Consultant | Financiën en Control

BMC
Managing Consultant | Financiën en Control

Financieel Adviseur

OMO via Geerts & Partners
Financieel Adviseur

Gemengde gevoelens

Met gemengde gevoelens heeft Stijn van Wely, programmadirecteur landelijk gebied bij het Interprovinciaal Overleg (IPO), naar de val van het kabinet gekeken. Net een week voor de val was de deadline verstreken voor de gebiedsplannen van de twaalf provincies. Hierin beschrijven zij op hoofdlijnen hoe zij van plan zijn om in hun gebied de stikstof-, broeikasgas- en waterkwaliteitsdoelen te verzilveren.

Aan de slag

Die gebiedsplannen zijn nog tamelijk abstract. Van Wely draait daar niet omheen. Toch zijn er wel al no regret-maatregelen in opgenomen. Zijn verwachting was dat het kabinet hiervoor geld zou vrijmaken in de komende begroting. ‘Maar’, zegt hij, ‘er is nu best een kans dat die Prinsjesdagbegroting beleidsarm wordt en dat we toch niet nu al over die middelen kunnen beschikken en we niet verder kunnen. Volgens mij wil niemand dat. Onze oproep is echt aan de Kamer: zorg dat het geld voor dit maatregelenpakket beschikbaar komt. We moeten aan de slag.’

Transitiefonds

Komt dat geld inderdaad vrij, dan is dat een voorschot op het Transitiefonds van 24,3 miljard. Ook dit Transitiefonds had volgens de planning vóór Prinsjesdag door de Eerste Kamer behandeld moeten zijn. Na het felle debat erover in de Tweede Kamer is het niet meer zo zeker dat het fonds door de Eerste Kamer komt.

‘Daar komt nog bij dat alle gebiedsprogramma’s die er sinds 1 juli liggen een financiële claim bevatten, die opgeteld hoger uitkomt dan die 24,3 miljard’, zegt Van Wely. ‘Die vraag hangt boven de markt; wat gaat de huidige Kamer of het nieuwe kabinet daarmee doen? Dankzij de gebiedsprogramma’s weten we hoe ingewikkeld het is om de doelen met het bestaande budget te realiseren.’

Onze oproep is echt aan de Kamer: zorg dat het geld hiervoor beschikbaar komt.

Stijn van Wely

Stoppersregelingen

Dan is er nog een tweede punt van zorg. De twee stoppersregelingen, waarvan één bedoeld is voor piekbelasters, zijn in juni opengegaan. Maar waar blijft de rest: de verplaatsingsregeling, de extensiveringsregeling, de innovatieregeling? Daar wordt hard aan gewerkt op het ministerie van LNV, maar ze zijn er nog niet.

‘Dat is inderdaad wat we steeds benadrukken’, zegt Van Wely. ‘Stoppen is één ding, maar ook Johan Remkes heeft aangegeven dat je een heel palet aan regelingen nodig hebt. Zeker als je tot vrijwillige emissiereducties wilt komen. Daar hoort verplaatsen bij, innoveren, extensiveren, en uiteindelijk ook stoppen. Je wilt het volledige perspectief hebben. Het landbouwakkoord had ook aan die helderheid moeten bijdragen.’

Zo’n gebiedsgerichte aanpak duurt jaren en is heel intensief

Stijn van Wely

Financiering

Tot slot is er onduidelijkheid over de financiering van de provinciale inspanningen. ‘Zo’n gebiedsgerichte aanpak duurt jaren en is heel intensief’, zegt Van Wely. ‘Provincies zijn gewend aan gebiedsprocessen, maar ze kosten veel menskracht. Daarom is tegen het rijk gezegd: wij hebben wel de middelen nodig, want wij hebben niet zomaar de beschikking over al die mensen. We hebben al een voorschot gekregen: 1,2 miljoen per jaar per provincie, voor de jaren 2023 en 2024. Waarschijnlijk is dat te weinig, maar onderzoek van KPMG zal uitwijzen hoeveel erbij moet komen.’

Rijksaandeel

De provincies weten wel zo ongeveer wat ze moeten doen. Per provincie staan indicatieve opgaven op papier voor de emissiereducties van methaan en stikstof. Het idee is dat het rijk zo’n 12 kiloton ervan voor haar rekening neemt met generieke maatregelen. Maar de provincies willen weten wat voor generieke maatregelen dat gaan worden, en willen eigenlijk ook dat het rijksaandeel groter wordt.

Het IPO heeft Wageningen University & Research (WUR) onderzoek laten doen naar wat mogelijk is. De onderzoekers hebben in beeld gebracht wat het potentiële effect is van managementmaatregelen (afschaffing van de derogatie en vermindering van kunstmest), technische maatregelen (emissiearme huisvesting), extensivering (een norm voor het aantal stuks vee per hectare of afromen productierechten) of een norm voor emissiearme bedrijfsvoering.

Wij willen voorkomen dat alles op het bordje komt van de provincies

Stijn van Wely

Nieuwe normeringen

‘Wij zijn ontevreden over de mate van concreetheid van het rijk over waar wij met een generiek pakket op kunnen rekenen’, zegt Van Wely. ‘Wij willen voorkomen dat alles op het bordje komt van de provincies en hebben dat rapport aangeboden aan de minister: dit is allemaal nodig om bij het doelbereik te komen.’ Volgens hem gaat demissionair minister Christianne van de Wal van Natuur & Stikstof deze studie gebruiken bij het bepalen van nieuwe normeringen en beprijzingen.

Meer duidelijkheid

Wanneer zullen de gebiedsplannen een scherper beeld geven van wat de provincies willen? ‘Vanaf het moment dat ze zijn gepubliceerd, zijn de provincies daarmee aan de slag gegaan’, zegt Van Wely. ‘Ik verwacht dat er nieuwe versies liggen in het eerste kwartaal van 2024. Belangrijke voorwaarde voor provincies om concreter te worden is dat er meer duidelijkheid komt over de generieke maatregelen.’

Lees het hele verhaal over de provinciale gebiedsplannen deze week in BB14 (inlog). 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie