Kamer blijft huiverig over Natuurherstelwet
Minister: 'Het zal een forse opgave zijn gezien de huidige staat van de natuur en de neerwaartse trend van biodiversiteit.'
De Natuurherstelverordening is formeel een hamerstuk geworden. Afgelopen november werd een meerderheid van de Europese natuurministers het eens over de inhoud van de nieuwe Brusselse wet en gaf de Nederlandse minister Christianne van der Wal van Natuur en Milieu haar verzet op. Naar verwachting plant het Belgische EU-voorzitterschap de slotstemming voor komende februari in.
Daarna treedt de zwaar bevochten verordening in werking, die zijn schaduw vooruit werpt naar de deadlinejaren 2030, 2040 en 2050. Lidstaten moeten Brussel in die jaren aantonen dat ze zwaarwegende natuurherstelmaatregelen hebben genomen, en nu ook buiten de Natura2000-gebieden. Welke gebieden dat zijn, dat moeten ze vastleggen in nationale natuurherstelplannen. Doen ze hun werk niet goed, dan kan een land als Nederland via de rechter worden aangepakt.
Het eerste natuurherstelplan (voor de periode 2026-2032) moet er in 2025 liggen. Binnen een half jaar geeft de Europese Commissie een oordeel, waarna de lidstaat nog een half jaar heeft om aanpassingen te doen.
Huiverig voor de toekomst
Een belangrijk deel van de nieuwe Tweede Kamer, waaronder de VVD, NSC, BBB, SGP, ChristenUnie, is huiverig over wat de toekomst gaat brengen. Om die reden wilde de VVD een nieuw schriftelijk overleg, waarop de minister deze week antwoord gaf. Daarin beschrijft ze dat haar ministerie werkt aan een nieuwe impact assessment voor Nederland. Sommige partijen wachten daar liever nog op, maar deze komt waarschijnlijk te laat om de stemming in Brussel nog te beïnvloeden. Een externe juridische analyse wordt wel snel verwacht.
Van der Wal denkt dat de natuurhersteldoelen voor 2030 haalbaar zijn, omdat ze overlappen met de huidige aanpak voor de Natura2000-gebieden. Daarna wordt het moeilijker. Van de andere lidstaten kreeg ze naar eigen zeggen geen steun om de strakke doelen voor 2040 (als in 60 procent van kwakkelende natuurgebieden maatregelen moeten zijn getroffen) en 2050 (90 procent) pas op een later tijdstip vast te stellen. Andere lidstaten zijn minder dichtbevolkt dan Nederland en zien deze deadlines daarom als makkelijker haalbaar, vermoedt ze.
Nieuwe stikstofcrisis
De minister liet eerder al weten dat het voor Nederland erg moeilijk wordt. De BBB ziet daarom een nieuwe stikstofcrisis ontstaan, en schrijft: ‘Door een ecologische inspanningsverplichting aan te gaan op Europees niveau zet Nederland zich juridisch muurvast en wordt het onmogelijk deze verordening later nog nationaal te kunnen aanpassen als blijkt dat de doelstellingen onhaalbaar zijn.’
Het antwoord hierop van Van der Wal: ‘De implementatie van de verordening voor Nederland zal een forse opgave zijn gezien de huidige staat van de natuur en de neerwaartse trend van biodiversiteit.’
Voor het natuurherstel geldt geen harde resultaatsverplichting, zoals wel stond in een eerdere versie van het wetsvoorstel. Maar ook de huidige inspanningsverplichting kan op een lidstaat wegen, omdat de genomen maatregelen duidelijk zicht op herstel moeten geven. Behalve de Europese Commissie kan ook een rechter zich hierover uitspreken, zoals de minister schrijft: ‘Daarnaast is het mogelijk dat de Europese of nationale rechter in de toekomst naar aanleiding van geschillen zal toetsen of voldoende inspanningen verricht zijn.’
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.