VNG tevreden over huidige tekst Natuurherstelwet
Het Europees Parlement en de raad van ministers zijn tot een akkoord gekomen.
Na een Europees jaar van felle politieke strijd ligt er sinds ruim een week dan eindelijk een akkoord over de Natuurherstelwet. In die tijd is elk woord gewogen van het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Europese Commissie, dat strenge doeleisen wilde opleggen aan het biodiversiteitsbeleid van de 27 lidstaten.
Het wetsvoorstel schudde een harde oppositie van de Europese Volkspartij wakker, die het bijna lukte de wet van tafel te krijgen. In de parlementscommissie voor milieu haalde een amendement om de wet te schrappen op één stem na geen meerderheid. Met driehonderd stemmen tegen en 336 voor nam het Europees Parlement in juli een minder scherpe versie van het wetsvoorstel aan.
Het verzet van Nederland
Afgelopen 22 november gingen ook de milieuministers akkoord. Dit ondanks aanhoudend verzet van de Nederlandse stikstofminister Christianne van der Wal, aangevuurd door een motie van de BBB die door de Tweede Kamer is aangenomen. Van der Wal herhaalde afgelopen juni tijdens een bijeenkomst van Europese milieuministers, dat de Natuurherstelverordening niet te verenigen is met een dichtbevolkt land als Nederland dat grote stappen zet in onder meer woningbouw en energietransitie.
VNG is blij
Het enige wat in Brussel nog rest is een officiële stemming, waarna de Natuurherstelverordening in nationale wetten wordt omgezet. Maar voor dat zover is, toont de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zich al tevreden. De VNG heeft in Europa gelobbyd voor meer regionale en lokale beleidsruimte. ‘Dat is goed nieuws voor Nederlandse gemeenten’, schrijft de koepelorganisatie nu over het uit de wet verdwijnen van de strikte resultaatsverplichtingen.
In wezen is de Europese Natuurherstelverordening een aangescherpte variant van de Habitatrichtlijn uit 1992, op basis waarvan de Natura2000-gebieden een beschermde status hebben gekregen. Voor deze natuurgebieden geldt een verslechteringsverbod, wat tot het hoofdpijndossier rond stikstof heeft geleid aangezien een overmaat aan stikstofdepositie slecht is voor een groot deel van deze Natura2000-gebieden. In het oorspronkelijke wetsvoorstel wilde de Europese Commissie dit verslechteringverbod uitbreiden naar natuurgebieden buiten de huidige Natura2000-arealen. Zowel het kabinet als een deel van de Tweede Kamer was bang dat dit zou uitlopen op een tweede versie van de stikstofcrisis.
De huidige wettekst
In de huidige wettekst zijn de nieuwe verslechteringsverboden deels afgezwakt tot inspanningsverplichtingen. Het gaat hier om omstreden passages in artikel 4 van de wet. Bovendien kijkt de Natuurherstelverordening naar meer dan alleen naar natuurbehoud. Lidstaten mogen het algemeen belang laten meewegen, inclusief de zorg voor voedselveiligheid, energietransitie en Defensie.
De Natuurherstelverordening is tot stand gekomen tegen de achtergrond van meerdere internationale akkoorden om de teruggang van de wereldwijde biodiversiteit een halt toe te roepen. De doelen in de Europese wet vertonen gelijkenis met de doelen in het biodiversiteitsakkoord dat in december 2022 tijdens een VN-conferentie in Montreal, Canada werd gesloten.
Overlap is er ook met de Sustainable Development Goals van de VN, met een VN-resolutie uit 2019 dat het huidige decennium uitriep tot ‘het decennium van het herstel van ecosystemen’, en met een waarschuwend biodiversiteitsrapport van de VN-organisatie IPBES dat in datzelfde jaar 2019 aandacht trok. In juni 2020 stemde het Europees Parlement in met het plan voor een wetsvoorstel dat bindende doelen voor natuurherstel zou bevatten.
Insecten, bomen, vogels, habitats
Niet elk onderdeel van de Natuurherstelverordening trok evenveel aandacht. Minder omstreden is dat elke lidstaat maatregelen moet nemen om te zorgen dat op z’n laatst in 2030 het aantal bestuivende insecten niet meer terugloopt. Ook moet iedere lidstaat bijdragen aan het tot in 2030 bijplanten van drie miljard extra bomen. Daarnaast heeft de verordening oog voor bos- en weidevogels.
Opvallender zijn vereiste percentages voor herstelmaatregelen in verzwakte ecosystemen, op land, in zee of in zoetwater. Die maatregelen moeten in de loop der jaren in een steeds groter deel van de betreffende ecosystemen worden uitgevoerd: in 2030 in 30 procent, in 2040 in 60 procent en in 2050 in 90 procent. Tot aan 2030 mag de focus nog liggen op de Natura2000-gebieden.
Van belang voor gemeenten en provincies
Voor gemeenten is het wetsdeel over de stedelijke ecosystemen belangrijk. De verordening wil dat er tot 2030 netto geen verlies plaatsvindt van stedelijke groene ruimte, dat in de periode daarna de groene oppervlakte toeneemt, evenals de boomkroonbedekking.
Belangrijk voor provincies is dat de Natuurherstelverordening ook mikt op biodiversiteitsherstel in landbouwgebieden. Wel staat in de wettekst dat lidstaten rekening mogen houden met klimaatverandering, sociaal-economische behoeften en de voedselproductie. Om het organische gehalte van landbouwgebieden te verbeteren stelt de wet daarnaast percentuele eisen aan de omgang met veengebieden, waaronder het vernatten ervan.
Tot slot moeten lidstaten in kaart brengen welke kunstmatige barrières zich in hun wateren bevinden, met het oog op de ambitie van de EU om in 2050 25.000 kilometer aan rivieren weer vrijelijk te laten stromen. Barrières die geen functie meer hebben moeten door de lidstaten worden verwijderd.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.