ruimte en milieu / Partnerbijdrage

‘Er kan zo veel meer met wat er al aan stroomvoorziening is’

Elke gemeente - van groot tot klein - kan bijdragen aan schone en emissieloze bouwprojecten.

04 juni 2024
Opladen graafmachine via een kabel in de grond naar de aansluiting van de naastgelegen sporthal
Opladen graafmachine via een kabel in de grond naar de aansluiting van de naastgelegen sporthal.

Door bestaande stroomvoorzieningen slim te benutten en breed beschikbaar te stellen als duurzame stroombron voor infrastructurele projecten kan elke gemeente - van groot tot klein - bijdragen aan schone en emissieloze bouwprojecten. Dat zegt Jordi Leijnse, algemeen directeur bij NRG Accounting, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontsluiten en optimaliseren van energieaansluitingen.

‘Gemeenten beschikken over veel laadpalen en andere elektriciteitspunten’, vertelt Jordi. ‘Denk aan aansluitingen voor evenementen en markten of aan walstroom, waarbij schepen gebruikmaken van een aansluiting op het elektriciteitsnet van de wal. Al die punten kun je ook gebruiken voor stroomvoorziening op een bouwplaats, bijvoorbeeld voor het opladen van elektrisch materieel.’

Stroomverbruik monitoren

Een belangrijk feit, vindt Jordi. ‘Bouwplannen worden namelijk vaak gemaakt op basis van maximale stroombehoefte. Dan heb je een enorme elektriciteitsaansluiting nodig. Maar als je het stroomverbruik nauwkeurig monitort - hoeveel stroom heeft welk materieel wanneer precies nodig - krijg je inzicht in het energieprofiel van de bouwplaats. Op basis daarvan kun je de belasting beter over de dag verspreiden.’

Grote aansluitingen en aggregaten

Vroeger ging dat anders. Jordi: ‘Aannemers hielden zich niet bezig met het managen van stroomverbruik en richtten zich volledig op het bouwproject. Daarbij namen ze het zekere voor het onzekere en vroegen altijd om een stevige stroomaansluiting, ook omdat zo’n stroomaansluiting op de totale projectkosten maar weinig voorstelde. Als die aansluiting te weinig stroom opleverde, dan konden er altijd nog - vervuilende en lawaaiige - dieselaggregaten worden ingezet.’

Zero emissie

Vandaag de dag willen we dat niet meer, zegt Jordi. ‘Samen met de bouwsector werkt de overheid aan duurzame infrastructuur en schoon en emissieloos bouwen. In aanbestedingen wordt van de markt dan ook steeds vaker geëist dat ze inzet op zero emissie. Daarbij is een goede onderbouwing van het stroomverbruik noodzakelijk. Als de beoogde netaansluiting niet kan worden verkregen en/of de kosten van (niet begrote) inzet van batterijsystemen te hoog zijn, kan een bouwproject niet doorgaan. De vraag naar elektriciteit is enorm gestegen en vanwege dagelijkse piekmomenten - bijvoorbeeld op het moment dat mensen terugkeren van hun werk en hun auto’s massaal aan de laadpaal zetten - wordt de maximale capaciteit van het net vaak bereikt.’

Samen met de bouwsector werkt de overheid aan duurzame infrastructuur en schoon en emissieloos bouwen".

Inzichtelijk maken en beschikbaar stellen

’De mogelijkheden voor laadinfra zijn oneindig. Want naast de eerdergenoemde aansluitingen kun je ook denken aan aansluitingen van bibliotheken, gemeentehuizen en sportcomplexen: openbare faciliteiten die niet 24 uur per dag, zeven dagen per week worden gebruikt. Elke gemeente - van groot tot klein – kan stappen zetten in schoon en emissieloos bouwen’. Bij het opstellen van laadplan moet ook op de veiligheid worden gelet, om te voorkomen dat een bouwproject in één keer te veel stroom afneemt, waardoor de bestaande aansluiting van bijvoorbeeld een zwembad eruit ligt.

Stroomkaart

Dat gemeenten vaak opdrachtgevers van infrastructurele projecten zijn, maakt de energieplanning volgens Jordi wel zo gemakkelijk. ‘Als er bijvoorbeeld rioleringswerkzaamheden in een straat moeten plaatsvinden, kan een gemeente met onze stroomkaart vooraf precies zien welke “direct beschikbare” elektriciteitsaansluitingen er rondom die straat aanwezig zijn. Het inzetten van generatoren omdat men niet op de hoogte is van de aanwezigheid van dergelijke stroompunten op de bouwlocatie, is dan echt niet meer nodig.’

Natuurschaatsbaan

De gemeente Houten biedt een mooi voorbeeld. Daar startten dit voorjaar werkzaamheden aan de Waalseweg. Aannemer KWS, die deze werkzaamheden uitvoert, wilde graag gebruikmaken van zero-emissie materieel. Maar daarvoor was wel een laadvoorziening nodig. Tussen de opdrachtverstrekking door de gemeente en de geplande start van de werkzaamheden had KWS te weinig tijd om via de netbeheerder een reguliere bouwaansluiting te verkrijgen. Gelukkig werd een alternatief snel gevonden: de natuurschaatsbaan naast het tracé. Deze baan heeft een kleine stroomaansluiting die gedurende de wegwerkzaamheden in het voorjaar en de zomer niet wordt benut. In samenspraak met de gemeentelijke beheerder werd deze aansluiting aangepast.

Koudwatervrees

Gemeenten zijn soms bang dat iedereen lukraak stroomfaciliteiten gaat gebruiken als die breed beschikbaar worden besteld. Koudwatervrees, denkt Jordi. ‘In de praktijk gebeurt dat niet. Het aantal projecten dat tegelijkertijd plaatsvindt is zeker in kleinere gemeenten beperkt. Bovendien blijft de inzet van bestaande laadinfrastructuur maatwerk en moet een bouwproject echt in de buurt van geschikte laadinfrastructuur plaatsvinden.’ Verder ziet Jordi dat zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers soms veronderstellen dat bepaalde stroompunten te weinig vermogen zouden hebben. ‘Maar een bemalingspomp of klein materieel kan prima op een laadpaal worden aangesloten.’

Verrekening

Jordi: ‘Als we op een bouwlocatie een koppeling maken, plaatsen we een meetbox. Daarmee kun je online uitlezen wat het stroomverbruik is en hoe de verrekening eruitziet. En wat betreft de elektriciteitskosten kunnen aannemers ook hier voordeel behalen. Gemeenten sluiten immers grote energiecontracten af, waardoor ze gunstige prijzen kunnen bedingen. Bovendien scheelt de aansluiting op bijvoorbeeld een zwembad de aannemer veel gedoe en tijd. Er hoeft dan geen netbeheerder meer aan te pas te komen om een tijdelijke stroomvoorziening te realiseren.’

Boost voor duurzaamheid

‘Het is eenvoudig om te starten met emissieloos werken door bestaande stroomvoorzieningen inzichtelijk te maken en beter te benutten,’ concludeert Jordi. ‘Daarbij geldt: hoe klein een aansluiting ook is, een project kan er toch veel profijt van hebben. Met het beschikbaar stellen van laadinfrastructuur kunnen gemeenten ten slotte een krachtig signaal aan de markt afgeven: ze leggen niet alleen maar regels op, maar stellen ook faciliteiten ter beschikking. Met het voor alle partijen gewenste resultaat: een schonere bouwplaats.’

Programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB): stappen naar duurzame bouw

In het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) werkt de bouwsector samen met opdrachtgevers aan één aanpak om bouw-, onderhouds- en sloopprojecten schoner uit te voeren. Met het ondertekenen van het convenant SEB maken overheden, marktpartijen, kennisinstellingen en brancheorganisaties afspraken over de gezamenlijke uitvoering van de routekaart SEB. Deze routekaart beschrijft de steeds schonere inzet van (mobiele) werk-, voer- en vaartuigen in de bouwsector. Ondertekenaars van het convenant kunnen als opdrachtgever ondersteuning krijgen bij en ervaring opdoen met het opstellen van energieplannen voor hun projecten.

Via de website
www.opwegnaarseb.nl kunnen overheden zich bij het adviesloket aanmelden voor aanvullende informatie.

Jordi Leijnse
Jordi Leijnse

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.