Nederland onderuit bij Mensenrechtenhof

Bij de beoordeling van een verblijfsvergunning is Nederland onderuit gegaan in een zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Nederland heeft in die zaak van een man uit Peru onvoldoende onderzocht hoe afhankelijk hij is van zijn zussen die al in Nederland woonden.

Kerngezin

Daarmee heeft het EHRM Nederland gewezen op de nadere invulling van het begrip ‘kerngezin’. Daaronder vallen vooral ouders en onvolwassen kinderen. Het Hof had eerder wel geoordeeld dat ‘andere afhankelijkheden dan normale emotionele banden’ ook kunnen duiden op een gezinsleven en dat is in het geval van de man uit Peru aan de hand. Onder andere factoren van afhankelijkheid vallen bijvoorbeeld afhankelijkheid in gezondheid, financiën of materiele afhankelijkheid en vaak een combinatie van de drie, zegt het Hof dat eerder al vergelijkbaar oordeelde. Het Hof wijst er verder op dat ‘andere afhankelijkheden’ nauwkeurig en individueel onderzocht moeten worden door rechtbanken en autoriteiten. De man uit Peru kwam naar Nederland om te worden opgevangen en verzorgd door zijn zussen, die al in Nederland woonden. Volgens de overheid vormde hun band geen gezinsleven, en daarom mochten zij niet worden herenigd.

Het besluit betekent niet direct dat de man alsnog in Nederland mag blijven. Dat moet later worden bepaald. De zeven rechters, onder wie een uit Nederland, waren unaniem in hun oordeel.

Kind van 8

De man is in 1978 geboren. Hij heeft de verstandelijke vermogens van een kind van 8. In Peru werd hij door zijn ouders verzorgd. Toen zij in 2015 overleden, ging hij naar zijn vier zussen, die al geruime tijd in Nederland woonden. Zij zouden de zorg overnemen. In 2017 werd een verblijfsvergunning aangevraagd, maar de overheid wees dat verzoek af. Rechters gaven de overheid in 2020 gelijk. Ze vonden dat de band tussen de man en zijn zussen gelijk was aan de banden die veel broers en zussen met elkaar hebben. De overheid en de rechters vonden niet dat de man afhankelijk van zijn zussen was.

Volledig afhankelijk

De Europese rechters fluiten Nederland nu terug. Dat was een unaniem besluit van de zeven rechters. De man is in het dagelijks leven volledig afhankelijk van zijn zussen. Zij zijn de enigen die kunnen begrijpen wat hij zegt, en de man zelf heeft buiten zijn familie nauwelijks kijk op de wereld om hem heen. Ook heeft Nederland niet aangetoond dat er in Peru een plek is waar hij kan worden verzorgd. Dat de zussen niet volledig voor hem zorgden toen hun ouders nog leefden, een van de argumenten van de Nederlandse overheid, doet er voor het EHRM niet toe.

Lege handen

Een vrouw uit India bleef wel met lege handen staan, in een andere zaak bij het Hof, ook tegen Nederland. Zij kwam ook naar Nederland en beweerde dat ze verzorgd moest worden door haar zoon. Maar in dit geval vonden de zeven rechters bij meerderheid dat bij haar geen andere afhankelijkheden waren. Zij kon niet hard maken dat ze constante zorg en steun nodig had. Fysieke aandoeningen linkte het Hof aan haar hoge leeftijd. Ze kon ook in Inda ondersteund worden door haar dochter daar, haar huishoudelijke hulp, buren en vrienden, meent het Hof.

Ook het argument van de zoon, die beweerde dat hij aan posttraumatische stress leed en zijn moeder nodig had, kon het Hof niet vermurwen. De zoon was aan het werk, en kon functioneren in het dagelijks leven, met zijn vrouw en kinderen, ook als zijn moeder hem niet bezocht in Nederland.