De geitenpaadjes naar online gebiedsverboden
Steeds meer gemeenten krijgen te maken met jongeren die via sociale media anderen oproepen te rellen. Helpt een online gebiedsverbod?
Amsterdam deed het. Utrecht. Haarlem. Heel recent Almelo. In meerdere gemeenten worden online gebiedsverboden ingesteld. Niemand weet echter precies hoe zo’n online gebiedsverbod moet worden vormgegeven en of het houdbaar is voor de rechter.
Bevoegdheden
Het zijn allemaal nog experimenten, die langzaam aan populariteit winnen. Dat is vooral sinds de coronarellen, ziet Rian de Jong, universitair hoofddocent staatsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘Het idee is: we moeten ongeregeldheden op straat bestrijden, online zouden we ook zoiets moeten doen.’ Tegelijk constateert zij enige reserves bij burgemeesters: moeten we dit wel wíllen? ‘Er moet iets gebeuren, maar wie krijgt op welke manier welke bevoegdheden?’
Ingewikkeld probleem
Ook Willem Bantema, lector lokaal bestuur en digitalisering aan Thorbecke Academie/NHL Stenden Hogeschool, ziet dat dit voor burgemeesters een ingewikkeld probleem is. ‘Ze constateren dat de online wereld invloed heeft op de openbare orde en veiligheid en dus kijken ze terecht of ze daarvoor bevoegdheden hebben of moeten krijgen. Want wat heeft de burgemeester zonder die bevoegdheden nog te zoeken in het veiligheidsbeleid?’
Creatieve toepassing
De paar experimenten die voorbij zijn gekomen, noemt bestuursrechtadvocaat Mariëtta Buitenhuis, verbonden aan AKD, ‘creatieve toepassing van bestaande regelgeving’. Haar advies aan gemeenten? ‘Ik doe geen oproep om te experimenteren, maar wees ook niet te terughoudend.’
De wettelijke grondslag werd gevonden in de Gemeentewet
Wettelijke grondslag
Tot nu toe ging de burgemeester van Utrecht het verst. Zij legde een last onder dwangsom op aan iemand die zich online schuldig had gemaakt aan opruiing. Nóg een keer en je verbeurt die dwangsom. Amsterdam wil online gebiedsverboden opleggen, een verbod om op een bepaalde manier uitingen op sociale media te plaatsen. De wettelijke grondslag werd gevonden in de Gemeentewet.
Kernwaarden
De Jong is daar kritisch over. ‘De vraag welke uitingen je mag doen, wordt beantwoord in het Wetboek van Strafrecht, niet in de Gemeentewet. De burgemeester heeft bevoegdheden om openbare-ordeverstoringen aan te pakken, maar mag geen maatregelen nemen gericht op de uiting. De vrijheid van meningsuiting is een van de kernwaarden van de rechtsstaat. Daar moeten landelijke regels voor zijn, die niet van gemeente tot gemeente verschillen.’
Levenssfeer
Ook het vooraf verbieden van uitingen en vervolgens controleren of iemand zich aan dat verbod houdt, is staatsrechtelijk niet toegestaan, de Grondwet verbiedt immers censuur. Dan blijft er volgens De Jong maar één weg over: opruien is strafbaar, wie zich daaraan schuldig maakt, kan worden aangehouden en vervolgd. Zelfs controleren wat iemand online doet, is risicovol. ‘Je komt dan niet alleen aan de vrijheid van meningsuiting, maar je treedt ook binnen iemands persoonlijke levenssfeer.’
'Online opruien speelt zich niet af in de publieke ruimte en dat kun je dan alleen achteraf sanctioneren'
Repressief
Voor burgemeesters is het een probleem dat de meeste wetten zijn geschreven voor de fysieke omgeving. Die wetten kun je niet ‘lezen’ alsof ze ook geldig zijn in de online wereld: onder openbare orde valt niet zomaar ook de digitale openbare orde. De Jong: ‘Het begrip openbare orde zegt het al: het gaat om het openbare, tot aan de voordeur. En niet erachter. Online opruien speelt zich niet af in de publieke ruimte en dat kun je dan alleen achteraf sanctioneren. Het bestuur heeft geen bevoegdheden om online openbare-ordeverstoringen te voorkomen. Ieder optreden is louter repressief.’
Geitenpaadjes
Kortom, op grond van het staatsrecht is een online gebiedsverbod niet mogelijk. De Jong: ‘Het bewandelen van creatieve geitenpaadjes leidt tot een fundamentele breuk met onze visie over demonstratievrijheid en de bescherming van meningsuiting. De burgemeester gáát niet over de inhoud van uitingen.’ De Jongs pleidooi: blijf binnen de grondwettelijke kaders. ‘Ik begrijp dat dit frustrerend is voor burgemeesters. Die moeten maar met justitie en de rechterlijke macht overleggen over een slimme aanpak van dit probleem.’
Langetermijneffect
Voor Bantema gelden er vier criteria waaraan aandacht moet worden besteed voordat er wet- of regelgeving wordt ingevoerd om online opruiing of aanjaging tegen te gaan. Is een regeling wenselijk of noodzakelijk, of is er ook een niet-juridische oplossing? Is het houdbaar voor de rechter? Is het organisatorisch uitvoerbaar en handhaafbaar? En: is het middel wel effectief? ‘Staan deze alle vier op groen, dan heb je een aanpak waar je lange tijd profijt van hebt.’ Zover is het nog lang niet. Hij pleit voor meer onderzoek naar de effectiviteit van maatregelen.
Lees het hele verhaal over online gebiedsverboden in de eindejaarsspecial van Binnenlands Bestuur (inlog).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.