Advertentie
juridisch / Nieuws

Kabinet: geen andere aanstellingswijze cdk en burgemeester

Wijzigingen in de institutionele rol en positie van de cdk en burgemeester liggen niet in de rede, vindt het demissionaire kabinet.

10 juni 2024
Ambtsketen-burgemeester-shutterstock-2057579615
Shutterstock

Net als in het hoofdlijnenakkoord niet wordt getornd aan de benoemde burgemeester, is ook het demissionaire kabinet van mening dat de huidige aanstellingswijze van commissarissen van de koning (cdk’s) en burgemeesters ‘passend’ is bij hun rol en positie.

Strategisch beleidsadviseur zorg en veiligheid

Duo+ in opdracht van gemeente Uithoorn
Strategisch beleidsadviseur zorg en veiligheid

Projectmanager ‘Dossiers op Orde’ pSG-cluster

JS Consultancy
Projectmanager ‘Dossiers op Orde’ pSG-cluster

Adequate aansluiting

‘Ik concludeer dan ook dat, gegeven de huidige taken van de commissarissen van de Koning en de burgemeesters, de huidige aanstellingswijze daarbij op adequate wijze aansluit’, schrijft demissionair minister van BZK Hugo de Jonge namens het kabinet aan de Tweede Kamer. Die had het kabinet in januari 2023 gevraagd met een aanzet tot een uitvoeringswet te komen waarin alle varianten van een gekozen cdk en burgemeester zouden worden betrokken en de Kamer erover te informeren. Dit onderzoek is relevant, want beide Kamers namen met het aannemen van de initiatiefwet voor de deconstitutionalisering van de kroonbenoeming in grote meerderheid de grondwettelijke belemmeringen weg voor de gekozen commissaris van de koning en burgemeester.

Rijksorgaan uitgangspunt

Zolang voor het ambt van cdk de rol en positie als rijksorgaan uitgangspunt blijft, is dat voor het kabinet een belangrijke (maar niet de enige) reden om de huidige aanstellingswijze te handhaven, schrijft De Jonge. Het kabinet wil ook de aanstellingswijze van de burgemeester handhaven. De redenen hiervoor liggen in de huidige aard van het ambt met de onderdelen: het bevorderen van de bestuurlijke integriteit, het takenpakket rond handhaving van de openbare orde en veiligheid, rampenbestrijding, crisisbeheersing en de bestuurlijke aanpak van criminaliteit. Binnen dat laatste hoort volgens De Jonge ook de deling van vertrouwelijke gegevens met burgemeesters ‘die daarbij noodzakelijk is’ en de ‘relatief onafhankelijke’, boven de partijen staande en verbindende bestuurder.

Het vertrouwen dat door inwoners in de burgemeester wordt gesteld, is groter dan in welk gekozen of ongekozen ambt in het openbaar bestuur ook

Hugo de Jonge, demissionair minister van BZK

Verandering niet per se verbetering

Het feit dat de burgemeester nu een zeer gewaardeerd bestuurder is, speelt ook een belangrijke rol. Het vertrouwen dat door inwoners in de burgemeester wordt gesteld, is groter dan in welk gekozen of ongekozen ambt in het openbaar bestuur ook, schrijft de minister. ‘Dat is een groot goed, zeker in tijden waarin het vertrouwen in het openbaar bestuur onder druk staat.’ Volgens hem is juist daar waar het vertrouwen op dit moment het grootst is, niet iedere verandering noodzakelijkerwijs een verbetering. Kortom, mocht er iets worden gewijzigd in de aanstellingswijze, dan vergt dat een ‘weloverwogen en goed onderbouwde duiding van de rol en positie van de commissaris van de Koning en de burgemeester binnen het bestel’.Daarbij spreekt het voor zich dat de uitoefening van deze taken en bijbehorende bevoegdheden niet zonder meer gemist kan worden, maar vermoedelijk aan andere bestuursorganen/ functionarissen dient te worden toebedeeld.’

Aanstellingswijze 'passend'

Maar zoals gezegd, zullen wijzigingen in hun aanstellingswijze volgens het kabinet gepaard gaan met ‘nadelige consequenties voor rollen, posities, taken en bevoegdheden’. Tot nu toe hebben steeds weloverwogen keuzes ten grondslag gelegen aan de rol en positie van de commissaris van de Koning en van de burgemeester, schrijft De Jonge, ‘waarbij die rol en positie ook brede waardering krijgt’. ‘Wijzigingen in die institutionele rol en positie liggen niet in de rede. De huidige aanstellingswijze is passend bij de rol en positie van commissarissen van de Koning en burgemeesters in het decentraal bestuur.’ De minister wil nog wel met de Kamer van gedachten wisselen over de rol en positie van cdk’s en burgemeesters en eventuele wijzigingen daarin. In het verlengde van de ‘Notitie aanstellingswijze en positie burgemeester’ van minister Plasterk uit 2015 ‘kan onder ogen worden gezien welke aanstellingswijze uiteindelijk het meest passend is, ondersteunend aan deze ambten.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie