Hondenbelasting verdwijnt uit meer gemeenten

De hondenbelasting, een van de oudste gemeentelijke belastingen in Nederland, verdwijnt in steeds meer gemeenten. In 2025 heffen nog slechts 113 van de 342 gemeenten deze belasting, wat neerkomt op 33 procent van de gemeenten. Dat is een daling van 7 procent ten opzichte van vorig jaar, zo blijkt uit de cijfers van huisdierenverzekering.nl

Achterhaald

De afname van het aantal gemeenten dat hondenbelasting heft is een trend die al jaren gaande is, mede omdat het oorspronkelijke doel – het bestrijden van straathonden en hondsdolheid – allang achterhaald is.

Ook in de toekomst lijkt het aantal gemeenten dat hondenbelasting heft verder af te nemen. Voor zes gemeenten staat al vast dat de belasting in 2026 of 2027 wordt afgeschaft. Daarmee komt het aantal gemeenten dat hondenbelasting hanteert mogelijk onder de 100. Gemeenten kiezen steeds vaker voor afschaffing, omdat de belastingopbrengsten niet specifiek worden ingezet voor hondenbeleid, zoals het aanpakken van hondenpoep.

Eerste hond gratis

Ondanks de dalende trend verschillen de tarieven tussen gemeenten nog sterk. Katwijk voert in 2025 het hoogste tarief, waar baasjes voor hun eerste hond 139,03 euro betalen. Hoorn is met 14,59 euro het voordeligst, gevolgd door Aalten (16,25 euro). In Kerkrade en Valkenburg aan de Geul is de eerste hond gratis, maar moet voor een tweede hond wel fors worden betaald.

Stijgers en dalers

In sommige gemeenten zijn er nog opvallende veranderingen. Hendrik-Ido-Ambacht verlaagde het tarief dit jaar met 20 procent, terwijl in Lelystad een stijging van 83 procent werd doorgevoerd.