Hondenbelasting raakt uit

Dertig gemeenten hebben dit jaar de hondenbelasting afgeschaft. Steeds meer gemeenten zetten een streep door een van de oudste nu nog bestaande belastingen van ons land. De hondenbelasting wordt geheven in 57 procent van de gemeenten, in 2017 was dat nog 64 procent. 

Dat blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten van het COELO, een aan de Groningse universiteit verbonden onderzoeksinstituut. In circa 201 gemeenten betalen hondenbezitters nog wel hondenbelasting. Gemiddeld gaat het in deze gemeenten om een bedrag van 76 euro, 1 euro meer dan vorig jaar. In Nederland (dus inclusief de gemeenten die geen hondenbelasting betalen) wordt gemiddeld 45 euro betaald. Het goedkoopst is Koggenland (15,37 euro), het duurst af zijn de inwoners van stad Groningen (124,80 euro). De grootste tariefverhoging vindt plaats in de voormalige gemeente Cromstrijen waar het tarief 47 procent stijgt.

Poepzuiger
Een van de gemeenten die de hondenbelasting dit jaar afschaft is Alkmaar. Sinds 2017 betaalden hondeneigenaren 50 euro per jaar aan belasting voor hun hond. De gemeente gebruikte het belastinggeld onder andere om voorzieningen te treffen en overlast door honden te beperken. Zo werden er veilige losloopgebieden en hondentrimbanen aangelegd. Van het geïnde belastinggeld werden verder de hondenpoepzuiger en de prullenbakken met hondenpoepzakjes betaald. De opbrengst van de hondenbelasting behoort overigens tot de algemene middelen en hoeft niet te worden besteed aan bijvoorbeeld het opruimen van hondenpoep.