Renkumse ozb stijgt hardst, Hoogeveen veel goedkoper
Van alle lokale woonlasten stijgt de ozb dit jaar het snelst: met zo'n 7 procent. Een gemiddeld huishouden betaalt er dit jaar 453 euro aan.

Ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing vormen samen de gemeentelijke woonlasten. Voor huiseigenaren stijgen deze dit jaar met 5,9 procent, voor huurders met 4,6 procent. Dat blijkt uit de Atlas van de lokale lasten 2025 van het Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden, Coelo. Toeristen- en hondenbelasting tellen niet bij de gemeentelijke woonlasten, maar moet evengoed worden betaald door wie kampeert, logeert of een hond bezit.
Ozb
Gecorrigeerd voor de waardeontwikkeling ligt het gemiddelde ozb-tarief voor woningen 6,9 procent hoger dan vorig jaar. Het gemiddelde huishouden betaalt dit jaar 453. Dat is 31,49 euro meer dan in 2024. Het tarief voor eigenaren en dat voor gebruikers van niet-woningen stijgt met respectievelijk 9,1 en 8,6 procent. Dit jaar daalt het ozb-tarief voor woningen (na correctie voor de waardeontwikkeling) in acht gemeenten. De grootste daling vindt plaats in Hoogeveen (8,4 procent). De grootste tariefverhoging vindt plaats in Renkum: 41 procent. Loon op Zand volgt met een 39 procent hoger ozb-tarief.
Afvalstoffen
De gemiddelde afvalstoffenheffing voor huishoudens stijgt dit jaar met 5,0 procent ofwel 17,19 euro. Gemiddeld is een huishouden er dit jaar 364 euro aan kwijt. De gemiddelde rioolheffing voor huishoudens in een eigen woning stijgt dit jaar met 4,5 procent (10,22 euro). De totale jaarrekening komt dan voor deze groep neer op gemiddeld 235 euro. Huurders betalen minder: gemiddeld 115 euro. De afvalstoffenheffing was tot 2016 de belangrijkste component van de woonlasten voor huishoudens. Tussen 2016 en 2020 was dit de ozb en in 2021was het weer de afvalstoffenheffing. Sinds 2022 zijn de aandelen van de afvalstoffenheffing en ozb bijna gelijk.
Toeristenbelasting
93 procent van alle gemeenten heft toeristenbelasting. Dit jaar voeren 12 gemeenten toeristenbelasting in en geen enkele gemeente schaft deze af. Gemeenten mogen het tarief van de toeristenbelasting differentiëren tussen verschillende accommodatievormen (hotel, camping, et cetera). In 42 procent van de gemeenten verschilt het tarief tussen accommodatievormen. Gemiddeld kost een overnachting op een camping nu 2,21 euro en een hotelovernachting 4,20 euro. Respectievelijk stijgen die twee tarieven dit jaar met 14,5 en 12,4 procent. Het goedkoopst qua hotelovernachtingen is Renswoude (0,75 euro), het duurst is Amsterdam (18,43 euro).
Hondenbelasting
De hondenbelasting wordt in een steeds kleiner deel van de gemeenten geheven, dit jaar in nog maar 32 procent van de gemeenten. Geen enkele gemeente voert dit jaar voor het eerst de hondenbelasting in, terwijl 9 gemeenten hun hondenbelasting afschaffen. Het tarief van de hondenbelasting blijft in 230 gemeenten ongewijzigd. De grootste tariefverhoging vindt plaats in Lelystad. Het tarief stijgt hier 83 procent, van 46,52 euro naar 85,20 euro. De gemeente speelt met de verhoging van onder meer de hondenbelasting alvast in op de korting door het rijk op de uitkering uit het gemeentefonds in 2026. In 14 gemeenten wordt het tarief verlaagd. De grootste tariefverlaging zien we in Aalten, Montferland en Hoorn (50 procent). Alle drie de gemeenten willen de belasting in 2026 afschaffen. In 2025 is het tarief daarom alvast verlaagd.
Bekijk het artikel met alle bijbehorende grafieken deze week in BB07 (inlog).
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
2. In sommige Gemeenten gaat de toeristenbelasting wel 30% of meer uit boven de gemiddelde belasting van E 4,20 p.p. zonder dat er sprake is van een bijzonder voorzieningenniveau voor toeristen. Wat is daarvan de reden?
Wordt het niet eens tijd dat het Rijk maximale niveaus gaat stellen?