Advertentie
financiën / Nieuws

Rijk laat gemeenten al 40 jaar opdraaien voor bezuinigingen

In 1985 bedroegen de uitgaven van gemeenten nog 21 procent van het bruto binnenlands product. Inmiddels is dat slechts 7 procent.

08 april 2025
ANP Lubbers 1
1982: Het kabinet-Lubbers I op de trappen van paleis Huis ten BoschANP

Met het zogenoemde ravijnjaar voor de deur worden gemeenten geconfronteerd met een miljardenbezuiniging. En dat is zeker niet voor het eerst. Gemeenten zijn de afgelopen veertig jaar volledig opgedraaid voor overheidsbezuinigingen. Dat blijkt uit een analyse door Jan Verhagen, financieel expert en columnist van Binnenlands Bestuur.

Voorzitter en 2 leden Raad van Commissarissen bij Doon (via PublicSpirit)

Doon Roermond B.V. (Doon)
Voorzitter en 2 leden Raad van Commissarissen bij Doon (via PublicSpirit)

Fiscalist Rijksbelastingen

Gemeente Tilburg
Fiscalist Rijksbelastingen

Overheidsuitgaven

De gemeentelijke uitgaven daalden van 21 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 1985 tot 7 procent bbp in 2023. De overige overheidsuitgaven stegen van 34 procent bbp in 1985 naar 36 procent bbp in 2023. In de jaren zeventig omvatten de ­overheidsuitgaven een steeds groter deel van het bruto binnenlands product (bbp) vanwege de uitbouw van de verzorgingsstaat.

Dat leidde tot een beslag van 57 procent van het bbp in 1983. Daarna is de overheid fors gaan bezuinigen.

Vergelijking met andere landen

De daling van het overheidsuitgavendeel in het bbp in de jaren tachtig en negentig was in Nederland aanmerkelijk sterker dan in landen als België, Zweden en Duitsland. In Frankrijk, Italië en Noorwegen steeg het overheidsdeel zelfs 6 procentpunt, naar respectievelijk 52 procent, 47 procent en 43 procent.

In 1980 had Nederland van deze zeven landen bijna de hoogste overheidsuitgaven – vlak achter Zweden en België; in 2001 had Nederlandse van deze zeven landen de laagste overheidsuitgaven. In 2019 (het laatste jaar voor corona) gaf de Nederlandse overheid nog steeds het minste uit van deze zeven landen. Het verschil met de meeste andere landen was in 2019 zelfs groter dan in 2001.

Gemeenten

De beperking van de overheidsuitgaven tussen 1985 en 2000 is bijna volledig door de gemeenten geleverd. De totale overheidsuitgaven daalden van 55 procent bbp in 1985 naar 42 procent bbp in 2000 (13 procentpunt bbp). De gemeentelijke uitgaven daalden van 21 procent bbp in 1985 naar 9 procent bbp in 2000 (12 procentpunt). Na 2000 nam het deel van de totale overheidsuitgaven in het bbp weer toe, maar bleef het deel van de gemeentelijke uitgaven afnemen.

Grafiek rijk en gemeenten

Van 21 naar 7 procent van het bbp

Bezien over bijna veertig jaar, van 1985 tot en met 2023, daalden de gemeentelijke uitgaven van 21 procent bbp naar 7 procent bbp, ondanks grote decentralisaties zoals wegenbeheer (1993), schoolgebouwen (1997) en maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg (2015), en stegen de uitgaven van de overige overheid van 34 procent bbp naar 36 procent bbp. Deze historische achtergrond verklaart waarom de gemeenten al tientallen jaren klagen over hun budgetten.

Gemeentefonds

Het accres, de jaarlijkse groei van het gemeentefonds, was tot 1995 was gebaseerd op een volumegroei, die in de loop der jaren steeds lager werd, en op compensatie voor de loon- en prijsstijgingen. Vanaf 1980 moest het gemeentefonds evenredig meedoen met de bezuinigingen van de rijksbegroting: de zogeheten evenredigheidskortingen.

Groei elders bij de overheid

Vanaf 1995 groeide het gemeentefonds ‘trap op en af’ mee met de rijksuitgaven. Ondanks de genoemde decentralisaties daalde het deel van de gemeentelijke lasten in de totale overheidsuitgaven van 24 procent bbp in 1996 naar 17 procent bbp in 2023. De uitgaven van de totale overheid namen minder af, die gingen van 47 procent bbp in 1996 naar 43 procent bbp in 2023. Onder ‘trap op en af met de rijksuitgaven’ daalden de gemeentelijke uitgaven dus 7 procentpunt bbp en stegen de uitgaven van de rest van de overheid 3 procentpunt bbp.

Ravijnjaar

Vanaf 2024 groeit het gemeentefonds mee met het bbp. In 2025 is de gemeenten een structurele korting van 0,7 miljard euro opgelegd, in 2026 volgt daarbovenop een structurele korting van 2,3 miljard euro – het ‘ravijn’. De compensatie voor de prijsstijging is zodanig vormgegeven dat hij elk jaar te laag lijkt uit te vallen. Het deel van de gemeentelijke uitgaven in het bbp blijft dus geleidelijk dalen. Daarmee wordt de trend uit de voorgaande grafieken voortgezet.

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

P. Smit
@Jan Verhagen: zeer informatieve berekening, dank!
Hielco Wiersma
Klasse Jan. Dat onderschrijft op uitstekende wijze de regelmatige pleidooien voor met name bezuinigingen bij het Rijk i.p.v. bij de Medeoverheden. Waar door velen reeds werd gewaarschuwd: de VNG, IPO en Unie van Waterschappen laten zich al jarenlang financieel piepelen door het Rijk.
En.......dan hebben we het nog niet eens over de centralisatie van het Rijk naar de EU, de ECB c.s. Denk dan o.a. aan de vermindering van werkzaamheden van het Rijk door de switch van veel nationale taken naar EU-wetgeving en naar collectieve EU taken.
PJ Westerhof LL.M MIM
Dit is dus een gedeeltelijke financiële onderbouwing van eerdere constateringen dat de benadering van het Rijk van medebewind in strijd was en is met de wet.
En nog steeds is er bij gemeenten en koepels weinig animo om man en paard te noemen.
Maarten Pieters
Jan, dank voor deze heldere illustratie. Hoe ziet het beeld eruit als we de cijfers indexeren en rekening houden met de productiviteitsstijging?
Advertentie