Hondenbelasting voorlopig niet van de baan
Hoe beperkt ook, sommige gemeenten kunnen de inkomsten uit de hondenbelasting niet missen. De belasting kan volgens demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken dan ook pas worden afgeschaft bij een bredere herziening van het lokaal belastinggebied.
Hoe beperkt ook, sommige gemeenten kunnen de inkomsten uit de hondenbelasting niet missen. De belasting kan volgens demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken dan ook pas worden afgeschaft bij een bredere herziening van het lokaal belastinggebied.
Dat meldt Ollongren aan de Tweede Kamer naar aanleiding van een VVD-motie om de financiële gevolgen voor gemeenten van de afschaffing in kaart te brengen.
51 miljoen euro
Die inventarisatie laat zien dat ruim de helft van de gemeenten (52 procent) nog hondenbelasting heft met een totale opbrengst van 51 miljoen euro. Hoewel dat gemiddeld nog geen 0,2 procent van de totale inkomsten zijn van een gemeente die hondenbelasting heft, is het volgens veel gemeenten een onmisbare bron van inkomsten. Sommige geven aan dat de inkomsten nodig zijn ‘om hondenbeleid te financieren’ en afschaffing ervan zou leiden tot een lastenverzwaring voor andere inwoners ‘bijvoorbeeld door verhoging van de onroerendezaakbelasting.’ Andere geven aan dat gelet op de financiële positie van de gemeente de inkomstenderving niet kan worden opgevangen.
Hondenbeleid
Volgens een aantal gemeenten is de kritische financiële situatie reden om de hondenbelasting niet af te schaffen. ‘Ondanks het relatief beperkte financiële belang kunnen de inkomsten van de hondenbelasting door veel gemeenten volgens hen niet gemist worden’, schrijft Ollongren. De opbrengst van de hondenbelasting wordt, naast hondenbeleid, namelijk ook gebruikt om andere posten te dekken. In geval van afschaffing van de hondenbelasting worden de gemiste inkomsten opgevangen uit de algemene middelen, voornamelijk de uitkering uit het Gemeentefonds of overige lokale belastinginkomsten.
Aantasting autonomie
Daarnaast speelt er nog een meer principieel punt: als de hondenbelasting landelijk zou worden afgeschaft is dat voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in beginsel een onwenselijke aantasting van de gemeentelijke financiële autonomie. Afschaffing van de hondenbelasting kan worden overwogen maar dient dan wel, gelet op de aantasting van de gemeentelijke financiële autonomie, binnen een bredere herziening van het gemeentelijk belastinggebied te worden meegenomen. Bekostiging van die wijziging – met redelijke overgangstermijn – dienen daarin te worden meegenomen, zo heeft de gemeentelijke koepelorganisatie te kennen gegeven.
Ook het demissionaire kabinet vindt dat de afschaffing van de hondenbelasting ‘in deze bredere context moet worden gewogen.’ De keuze inzake een bredere herziening van het gemeentelijke belastinggebied laat Ollongren overigens aan een nieuw kabinet.
Deze groep mensen laten betalen voor hondenbeleid, met het credo de vervuiler betaald, is goed te verdedigen.
Maar hier geeft de minister aan het prima te vinden dat de gemeenten een beperkte groep mensen anders behandeld door hen extra te laten betalen voor oplopende kosten. (o.a. door landelijk overheidsbeleid). Dit riekt m.i. naar discriminatie.