Slechts een op tien gemeenten verlaagt grondprijzen

Gemeenten tonen zich terughoudend als het gaat om het verlagen van grondprijzen, ondanks de roep om een impuls voor de stagnerende woningbouw. Dit meldt het FD op basis van een enquête van adviesbureau Stec Groep. Daaruit blijkt dat slechts één op de tien gemeenten daadwerkelijk de grondprijzen heeft verlaagd om de woningbouw weer op gang te helpen.

Optimisme

Volgens het onderzoek geloven lokale overheden dat de woningmarkt zich weer herstelt, waardoor de prijzen van bouwkavels over het algemeen zullen blijven stijgen in het komende jaar. Dit optimisme leidt ertoe dat slechts een handjevol gemeenten bereid is geweest om grondprijzen te verlagen, ondanks de al langer bestaande vraag van bouwers en ontwikkelaars.

Gesteggel

Het gesteggel over de prijzen van gemeentelijke bouwgrond wordt vaak aangewezen als een van de redenen voor vertragingen in de woningbouw. Bouwers en ontwikkelaars benadrukken al geruime tijd dat lagere grondprijzen essentieel zijn, met name voor de bouw van betaalbare woningen, vooral nu de rente is gestegen en de huizenprijzen zijn gedaald.

Nieuwbouw

Onderzoeker Erik de Leve van Stec benadrukt tegenover het FD echter dat veel gemeenten terughoudend zijn, omdat zij verwachten dat na de bestaande bouw ook de prijzen van nieuwbouwwoningen weer zullen herstellen. Daarnaast hebben gemeenten het geld uit grondverkopen nodig voor hun begroting, wat de neiging om grondprijzen te verlagen belemmert.