Kabinet: flexibelere verlofregeling politieke ambtsdragers
De verlofregeling voor dagelijks bestuurders kan worden uitgebreid en geflexibiliseerd, stelt het demissionaire kabinet in een Kamerbrief.
Het kabinet heeft voorgesteld om de verlofregeling voor dagelijks bestuurders, zoals wethouders en gedeputeerden, uit te breiden en te flexibiliseren, zodat de regeling beter aansluit bij de huidige tijd. Voor volksvertegenwoordigers, zoals Kamerleden en raadsleden, stelt het kabinet voor om te kijken naar een meer flexibele duur van hun verlof.
Te star en dwingend
Dat schrijft demissionair minister Hugo de Jonge van BZK in een Kamerbrief in reactie op een advies van het Adviescollege Rechtspositie Politieke Ambtsdragers. Dat college geeft onafhankelijk advies over arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers en adviseerde op verzoek van de minister over mogelijkheden om de verlofregelingen voor dagelijks bestuurders en volksvertegenwoordigers te moderniseren. Een wens die ook bij de politieke ambtsdragers leeft. De Jonge zegt dat het kabinet ook ziet dat regels voor politieke ambtsdragers, zoals wethouders of gedeputeerden, niet passen bij hun behoefte als ze bijvoorbeeld ziek of zwanger zijn. ‘De regels zijn te star en dwingend. Daarom willen we ze aanpassen. Daarbij houden we oog voor het bijzondere karakter van het politieke ambt.’
Goede balans
De Jonge schrijft ook dat er twee kanten zijn ten aanzien van de verlof- en vervangingsregeling. Enerzijds is er een begrijpelijke wens tot modernisering van de regeling (…). Anderzijds zijn er bepaalde constitutionele aspecten aan de bestaande verlof- en vervangingsregeling verbonden die niet zonder meer kunnen worden aangepast, en kent verruiming en modernisering van de regeling uitvoeringstechnische complicaties.’ Het kabinet streeft naar een goede balans tussen de wens om de verlof- en vervangingsregeling aan te passen, de belangen van de politieke ambtsdrager en de belangen van degene die de ambtsdrager vervangt.
Blokken van vier weken
De huidige regeling maakt verlof en vervanging mogelijk bij langdurige ziekte, zwangerschap en bevalling voor maximaal drie periodes van telkens 16 weken en met een maximaal van 48 weken per zittingstermijn. De regeling is daarmee erg rigide en de duur sluit in de praktijk vaak niet aan bij de wensen van politieke ambtsdragers. Het kabinet neemt daarom het advies over om de duur van een eventuele verlenging na een eerste periode van 16 weken te flexibiliseren door verlenging met blokken van vier weken mogelijk te maken. Het kabinet moet nog bezien of, en zo ja in hoeverre, de rechtspositie van de vervanger tegelijkertijd moet worden verstevigd, bijvoorbeeld door toekenning van een Appa-uitkeringsrecht gelijk aan de duur van de vervangingsperiode. Gezien de initiële vervangingsperiode van 16 weken, zou de uitkeringsduur dan altijd minimaal vier maanden zijn. Die wijziging heeft financiële gevolgen die bij verdere uitwerking inzichtelijk worden gemaakt.
Het voortdurend aan- en aftreden van volksvertegenwoordigers komt de herkenbaarheid en het aanzien van de volksvertegenwoordiging niet ten goede
Niet wenselijk
Daarnaast stelt het kabinet voor om de regeling voor dagelijks bestuurders uit te breiden door, waar mogelijk, de wetgeving die geldt voor werknemers, de wet arbeid en zorg (Wazo), als uitgangspunt te nemen. Bij de voorgestelde uitbreiding gaat het om geboorteverlof, adoptieverlof, pleegouderverlof en mantelzorgverlof, waarbij de duur zoals opgenomen in de Wazo wordt overgenomen. Het kabinet vindt het voor volksvertegenwoordigers niet wenselijk de verlofvormen uit te breiden vanwege het bijzondere karakter van het ambt. De Jonge wijst erop dat zij worden gekozen op grond van een persoonlijk kiezersmandaat om de bevolking te vertegenwoordigen. Volgens de minister komt het ‘voortdurend aan- en aftreden van volksvertegenwoordigers de herkenbaarheid en het aanzien van de volksvertegenwoordiging niet ten goede’.
Persoonlijke karakter
De Grondwetgever heeft eerder besloten om niet de Wazo als uitgangspunt te nemen, maar een eigenstandige regeling voor volksvertegenwoordigers in de Grondwet op te nemen, schrijft De Jonge. ‘Daarbij heeft de Grondwetgever een eigenstandige afweging gemaakt van de voor- en nadelen van een verlofregeling voor volksvertegenwoordigers waarbij nadrukkelijk rekening is gehouden met hun bijzondere rol.’ Het gaat hier om het persoonlijke karakter van het ambt van volksvertegenwoordiger wat de Grondwetgever heeft doen besluiten om de verlofgronden te beperken tot situaties waarin iemand tijdelijk fysiek niet in staat is om zijn taken uit te voeren (zwangerschap, bevalling en ziekte).
Voldoende vervangers
Het kabinet maakt dus een ‘eigenstandige afweging die recht doet aan de bijzondere positie van de volksvertegenwoordiger’, ondanks de vaak door volksvertegenwoordigers en gemeenteraden geuite wens om de regeling voor volksvertegenwoordigers te moderniseren, ‘waarvoor het kabinet begrip heeft’. De Wazo kan daarbij niet als uitgangspunt worden genomen. ‘Bij deze eigenstandige afweging mag ook de positie van de vervanger niet uit het oog worden verloren. Voor een goede werking van de regeling is immers essentieel dat er op een kieslijst voldoende vervangers zijn (en blijven) die bereid zijn om de taken van de volksvertegenwoordiger tijdelijk over te nemen.’
Net als eerdere kabinetten acht het kabinet stemoverdracht niet wenselijk
Mogelijkheid tot stemoverdracht
Om uitbreiding van verlofvormen voor volksvertegenwoordigers mogelijk te maken, waartoe het adviescollege wel adviseert, zou de mogelijkheid tot stemoverdracht moeten worden verkend, al is vanwege de ‘fundamentele complicaties’ wel verder onderzoek nodig, aldus het adviescollege. Het kabinet verstaat onder ‘stemoverdracht’ het tijdelijk overdragen van de stembevoegdheid van de individuele volksvertegenwoordiger aan een collega-volksvertegenwoordiger. ‘Dit zou een wijziging van de Grondwet vergen.’
Vrije mandaat
Nadeel is dat het lidmaatschap van de volksvertegenwoordiging zou kunnen worden gereduceerd tot enkel het uitbrengen van een stem aan het einde van de besluitvormingscyclus, schrijft De Jonge, ‘terwijl het werk veelomvattender is’. De mogelijkheid tot stemmen is ook een fundamentele en persoonlijke bevoegdheid van een volksvertegenwoordiger. ‘Dit vloeit voort uit het beginsel van het vrije mandaat. Dit uitgangspunt verhoudt zich niet goed tot het tijdelijk overdragen van deze bevoegdheid aan een andere volksvertegenwoordiger.’ Net als eerdere kabinetten acht het kabinet stemoverdracht hierom niet wenselijk.
Mooie stappen
Het kabinet is van plan vlug te starten met de benodigde wetswijzigingen. Daarbij zullen de betrokken beroepsgroepen worden geconsulteerd. Het streven is dat dit jaar te doen. De uitvoeringstechnische complicaties die bij de flexibilisering komen kijken, moeten nog nader inzichtelijk worden gemaakt en getoetst. Voor dagelijks bestuurders zou een flexibilisering van de verlofduur een aanpassing van de Provincie-, Gemeente- en Waterschapswet vergen. De voorgenomen aanpassingen zullen vijf jaar na invoering worden geëvalueerd. ‘Bij deze evaluatie zal ook worden onderzocht in hoeverre er behoefte bestaat om de verlofvormen ook voor volksvertegenwoordigers uit te breiden.’ D66-Kamerlid Joost Sneller, die eerder al vragen stelde over de verlofregelingen, noemt de voorstellen ‘mooie stappen’.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.