Ambtenaar moet weer het vertrouwen krijgen
Om onnodige administratieve lasten en verantwoording echt terug te dringen, moeten we ambtenaren weer vertrouwen geven, aldus het kabinet.
Het (demissionaire) kabinet erkent dat financiering van publieke sectoren in het verleden in sommige gevallen niet altijd stabiel is geweest, ‘waardoor er onzekerheid is ontstaan over de continuïteit van taakuitvoering en dienstverlening’. Dat schrijft Karien van Gennip, demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in reactie op het SER-advies ‘Waardevol werk: publieke dienstverlening onder druk’ met oplossingsrichtingen voor de arbeidsmarktkrapte.
Ontwrichtende gevolgen
Langdurige arbeidsmarktkrapte in cruciale domeinen van de (semi)publieke sector kan ontwrichtende gevolgen hebben voor de maatschappij, aldus Van Gennip. Het kabinet heeft sinds de adviesaanvraag eind 2020 weliswaar extra stappen gezet om krapte binnen de publieke sectoren aan te pakken, namelijk door het arbeidsaanbod te vergroten, de vraag naar arbeid te verminderen en de match tussen vraag naar en aanbod van arbeid te verbeteren. Dat waren ook aanbevelingen in het briefadvies dat de SER halverwege 2022 al aan het kabinet had uitgebracht. Dat geldt ook voor de ‘sectorale krapteaanpakken’, zoals in de samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs, schrijft ze.
Brede maatschappelijke discussie
Volgens de SER kan goed arbeidsmarktbeleid de krapte wel helpen verminderen, maar niet oplossen. In april van dit jaar presenteerde Van Gennip al een breed pakket aan arbeidsmarktmaatregelen om meer zekerheid te bieden aan werkenden en de wendbaarheid van bedrijven en organisaties te vergroten. Ondanks die maatregelen realiseert het (demissionaire) kabinet zich dat de samenleving de personeelskrapte in de publieke sector zal blijven merken. ‘Het is nodig om na te denken over hoe we belangrijke publieke taken toegankelijk, van goede kwaliteit en financierbaar kunnen houden om ook op termijn brede welvaart te garanderen.’ Het kabinet vindt dat keuzes hiervoor pas kunnen worden gemaakt ‘na een brede maatschappelijke discussie’.
Werk productiever en slimmer organiseren
Net als de SER ziet het kabinet de noodzaak om het werk productiever en slimmer te organiseren en te komen tot een betere samenwerking en uitvoering van beleid. Een tegenvallende ontwikkeling van de productiviteit is een probleem dat al langere tijd speelt in publieke en private sectoren in de meeste ontwikkelde economieën, stelt Van Gennip. ‘Tegelijkertijd is productiviteit in publieke sectoren over het algemeen moeilijk te meten en loopt het beeld van productiviteitsontwikkeling uiteen tussen verschillende (semi)publieke sectoren.’ De SER wees op groeiende productiviteit in bijvoorbeeld de drinkwater-, energie- en spoorsector.
Arbeidsbesparende innovaties
Eén van de routes naar productiviteitsgroei is het voorkomen en verminderen van administratieve lasten en regeldruk, en procesinnovatie, onderschrijft het kabinet. Ook ziet het kabinet het slimmer en innovatiever inrichten van werk, het werk ‘leerrijker’ organiseren en samenwerking als belangrijke instrumenten om productiviteit te verhogen. ‘Arbeidsbesparende innovaties moeten ruim baan krijgen. ‘Deze zorgen er namelijk voor dat met minder mensen dezelfde hoeveelheid werk gedaan kan worden.’
Minder hoge instap- en opstapniveaus zijn voor bepaalde beroepen mogelijk en wenselijk om de competenties van ook mensen met een arbeidsbeperking te benutten
Grote rol professionals
Dat kan via automatisering en robotisering, door organisatorische of administratieve aanpassingen, door bepaalde soorten werk veiliger, makkelijker en inclusiever te maken en door werkdruk te verlagen. Het kabinet onderschrijft de SER-aanbeveling dat de professionals zelf een grote rol hebben in het slagen van de uitwerking van arbeidsbesparende technologieën en procesinnovaties. ‘Zij hebben de vakkennis en praktijkervaring om in te schatten hoe dergelijke maatregelen het werk echt kunnen verbeteren.’ Innovatie en ontwikkeling van slimme werkprocessen kan ook niet los gezien worden van de ontwikkeling van vaardigheden van werknemers. De Europese Commissie faciliteert informatie-uitwisseling over beleidsinitiatieven om de ontwikkeling van vaardigheden te stimuleren.
Sectoraal loopbaanpad
Een ‘sectoraal loopbaanpad’ met bijbehorende leerlijnen ‘praktijkleren in het mbo’ vergemakkelijkt zij-instroom van werkzoekenden én doorontwikkeling van werkenden, haalt het kabinet een nieuw initiatief aan dat aansluit bij een SER-aanbeveling. ‘Het draagt bij aan het bestrijden van krapte in tekortsectoren, het aan de slag helpen van het onbenutte arbeidspotentieel, en de duurzame inzetbaarheid van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie.’ Van Gennip noemt ook de miljoenen voor een subsidieregeling voor werkgevers en voor (centrum)gemeenten om regionale verbinders aan te stellen en proeven te starten met startbanen, specifiek voor statushouders.
Meer bewustwording van jobcarving
Veel werkgevers zijn zich nog onvoldoende bewust van de mogelijkheden van jobcarving, waarbij functies worden aangepast of gecreëerd rond de vaardigheden van mensen, merkt het kabinet. De bestaande jobcarvings- en baancreatiemethoden worden nog niet ingezet op een schaal die wenselijk is. Een grotere inspanning binnen (semi)publieke sectoren is hier op het niveau van bewustwording en realisering gewenst. ‘Minder hoge instap- en opstapniveaus zijn voor bepaalde beroepen mogelijk en wenselijk om de competenties van ook mensen met een arbeidsbeperking te benutten en het werk dat moet worden gedaan, ook daadwerkelijk gedaan te krijgen.’
Als we echt stappen willen zetten in het terugdringen van onnodige administratieve lasten en verantwoording, moeten we het vertrouwen terugleggen bij de professional in de publieke sector
Vertrouwen terug bij publieke professional
De minister vergemakkelijkt verder het gebruik van zogenoemde ‘skillspaspoorten’ en ondersteunt en faciliteert het Leven Lang Ontwikkelen. Weliswaar gebeurt dit niet meer via STAP, maar ‘er blijven nog andere instrumenten beschikbaar om LLO te stimuleren, met een totaal van 700 miljoen’. Het kabinet is zich bewust van de noodzaak van het terugdringen van arbeidsintensieve regeldruk. Omdat de concrete oorzaken van ervaren regeldruk vaak sectorspecifiek zijn, vereist dit vraagstuk ook een gerichte aanpak per sector. Maar dat is niet het belangrijkste. ‘Als we echt stappen willen zetten in het terugdringen van onnodige administratieve lasten en verantwoording, moeten we het vertrouwen terugleggen bij de professional in de publieke sector.’ Het kabinet wil nieuwe vormen van sturing en verantwoording verkennen ‘waarbij de maatschappelijke opgave en het realiseren van waarden die we als samenleving zinvol vinden centraal staan’.
Overbelasting bij de uitvoering
Een andere SER-aanbeveling is dat er een betere samenwerking tussen uitvoering en beleid moet komen. Door knellende wet- en regelgeving en strikte voorschriften staat de aantrekkelijkheid van publieke sectoren als werkgever onder druk. De grote complexiteit in wet- en regelgeving, processen, stapeling van beleid en de manier waarop de rijksoverheid en de it-systemen zijn ingericht ‘leidt tot overbelasting bij de uitvoering en beperkt de mogelijkheden om politiek gewenste wijzigingen ook daadwerkelijk door te voeren’. Samen met de uitvoering wordt in een aantal domeinen gewerkt aan de vereenvoudiging van bestaande wetgeving. ‘Maar er is meer nodig.’
Onzekerheid door instabiele financiering
‘De kabinetsreactie op de Staat van de Uitvoering 2022 is de basis voor een breed gesprek om gezamenlijk (politiek, beleid en uitvoering) tot oplossingsrichtingen te komen’, schrijft Van Gennip Soms is het nodig beleid en bijkomende financiering te veranderen als deze niet meer doelmatig en doeltreffend zijn, stelt ze. ‘Maar we erkennen dat de financiering van publieke sectoren in het verleden in sommige gevallen niet altijd stabiel is geweest, waardoor er onzekerheid is ontstaan over de continuïteit van taakuitvoering en dienstverlening.’ Het, weliswaar demissionaire, kabinet neemt ‘eenvoudige en duurzame bekostiging’ als uitgangspunt, ‘zodat organisaties in de publieke sector de zekerheid en middelen hebben om hun taken uit te voeren en medewerkers voldoende perspectief te kunnen bieden’. ‘Dit maakt publieke organisaties een aantrekkelijkere werkgever, waardoor personeel behouden blijft en taken beter kunnen worden uitgevoerd.’
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.