Advertentie
carrière / Column

Clicks en vijandigheid: kan het één zonder het ander?

Zo’n beetje alle Nederlanders krijgen op een dag met online haat te maken. Ook columnist Zahra Runderkamp.

12 januari 2023

Een nieuw jaar betekent voor velen eerst nog terugkijken op het vorige. Ook Binnenlands Bestuur deed dat. Mijn column ‘Mannen winnen als leiders, vrouwen verliezen in een catfight’ behaalde de top tien best gelezen columns van het afgelopen jaar. Natuurlijk wil ik in dat lijstje staan: als niet voor mijn ego, dan tenminste omdat ik schrijf om gelezen te worden. Dit is tenslotte niet mijn dagboek, maar een publiek toegankelijke column.

Voor mij een mooie mijlpaal in mijn eerste jaar hier. Tegelijkertijd: zorgt juist een polariserende kop niet voor veel clicks? En als dat zo is, draagt het streven naar een plek in de top tien dan niet ook bij aan de vijandigheid van het debat? Eerlijk gezegd speelde ik met de titel van mijn column bewust in op het idee van winnaars en verliezers. En zette ik bewust mannen en vrouwen tegenover elkaar. Terwijl de realiteit vaak niet zo eenduidig is. Alles voor de ophef? Maakt dat een goede column?

Een paar weken geleden schreef ik: witte mannen zijn gewoon mannen, alle anderen zijn ‘anders’. Dat is niet uit de lucht gegrepen, maar gebaseerd op onderzoek dat ik deed met collega’s naar twintig jaar Nederlandse krantenjournalistiek. Het leverde op Twitter veel eenzijdige discussie op over of ik in plaats van ‘witte mannen’ niet ‘blanke mannen’ moest zeggen (het antwoord is nee). Het internet was even te klein voor mijn haters. Mijn eerste reactie was niet vechten, maar vluchten. Ik was vast te provocatief geweest, had ik het verdiend?

Zoals ik graag doe, nam ik mijn toevlucht in onderzoek om mijn eigen situatie beter te begrijpen. Ik pak het meest recente rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau ‘Burgerperspectieven erbij om meer te weten te komen over polarisatie en verharding van het publieke debat. Inderdaad, burgers lijken meer polarisatie te ervaren. Wat is er aan de hand? Een factor is sociale media, waardoor de drempel om te reageren wordt verlaagd. Hoewel commentaar of feedback welkom is (op de inhoud) zijn er vaak ook niet-inhoudelijke discussies op en rondom mijn Twitter-account, die Twitter zelf ook als aanstootgevende inhoud kenmerkt.

Beter toch te vechten, in plaats van vluchten. Als de schaduwpandemie van online haat er vooral is om mensen in het publieke domein het zwijgen op te leggen (en ja, zeker ook zichtbare vrouwen), betekent vechten dan niet juist dat ik erover moet vertellen? Zo gezegd, zo gedaan. En waarom niet: zo’n beetje alle Nederlanders krijgen op een dag met online haat te maken, liet het Rathenau Instituut zien in hun rapport ‘Online ontspoord’. En de kans dat de lezer van Binnenlands Bestuur, actief in het publieke domein, dit herkent is ook groot. Juist de politieke ambtsdrager staat in de top drie van de beroepsgroepen die het meeste met agressie te maken krijgen.

Aan de start van 2023 vraag ik me af of er niet ergens in mijn achterhoofd een stemmetje is dat zegt: beter ben je extra genuanceerd, zeg nou geen dingen om onnodig te provoceren. Ook al gaat dat ten koste van de clicks. Dan maar geen top tien, want dat betekent ook minder vijandigheid. De belangrijke vraag die ik mezelf moet stellen: laat ik me door - mogelijke en reële - online agressie afschrikken om te schrijven wat ik zelf wil? Ik adem een keer diep in, terwijl ik opschrijf als goed voornemen: ik laat me nooit afschrikken. Laat mijn wens voor het nieuwe jaar dan zijn: een jaar met minder vijandigheid voor alle Nederlanders.
 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie