Advertentie
carrière / Column

Krachtmoeders

Van korte naar langjarig subsidies lijkt een goed streven, maar er heerst vooral paniek over het proces en de snelheid waarmee het gaat.

11 april 2024
Munish Ramlal met de krachtmoeders

Vrijwilligersorganisatie zoals ‘Krachtmoeders’ in Amsterdam Oost zijn maatschappelijk goud waard. Toen ik net begon als ombudsman drie jaar geleden, hoorde ik al van dit initiatief. Moeders uit de buurt die in een herkenbaar geel hesje al wandelend door de wijk spontaan en goedlachs gesprekjes aanknopen met wijkbewoners. Dit doen ze drie keer per week. Inmiddels hebben zij honderden gesprekken gevoerd.

Met bewondering aanschouw ik de hoe de krachtmoeders waaronder initiatiefnemer en lady boss Ouarda el Morabet, gedurende de middag in de weer zijn. Zo krijgen twee jongens die een beetje staan te kletsen bij Divan baklava een folder in de handen gedrukt, en wordt hen verteld dat de gemeente Amsterdam tot 5000 euro meebetaalt aan een opleiding. “Ook voor kappers?”, vroeg de jongeman. “Voor mijn vriendin hoor.” “Ja ook voor jouw vriendin”, vertelt El Morabet. 

Met de adviezen op straat, de doorverwijzingen naar het juiste loket voor meer informatie, werken gemeente en deze moeders mooi met elkaar samen. Terwijl deze vrijwilligers organisatie druk op straat doende is, vindt er op dit moment wel een grote beleidsverandering plaats binnen de sociale basis van de gemeente Amsterdam. 

Iedere organisatie zoals de krachtmoeders ontvingen een brief van de gemeente dat de sociale basis verandert. Voor kleine organisaties verandert er weinig, maar voor middelgrote organisaties die werken met vrijwilligers des te meer. Die moeten zich gaan aansluiten bij een alliantie van gebiedspartners per stadsdeel. Dan kan de gemeente het geheel blijven overzien en blijft een en ander ‘bestuurbaar’. De huidige subsidies stoppen en organisaties moeten nog voor de zomer een nieuwe aanvraag doen. Het voordeel: een 6 jarig subsidietraject, in plaats van allerlei kort cyclische ad hoc beschikkingen. 

Op zichzelf vinden informele leiders die ik spreek dit een goed streven. Al jaren leeft bij hen de wens voor meer continuïteit met onder andere structurele subsidies in plaats van de jaarlijkse incidentele. Misschien levert zo’n alliantie betere samenhang op tussen het werk van vrijwilligers en wat formele zorg- en welzijnsinstellingen doen. 

Maar voor het zover is, heerst er ook wel enige paniek in het veld over het proces en de snelheid waarmee het gaat. “De wijziging van de sociale basis betekent dat de laatste tijd erg veel gaat over geld, positie en belangen, in plaats van over de inhoud”, zo verzucht iemand van een Amsterdamse vrijwilligersorganisatie tegen me. 

Misschien gaat de systeemverandering helpen om dat samenspel beter vorm te geven. Met de vergrijzing in het verschiet en het afschalen van de formele zorg, zal het belang van goed samenspel alleen maar groter worden. Dat stelt ook de Amsterdamse Vrijwilligerscentrale.  Bewoners die elkaar een handje helpen bij het doen van een boodschap, koken of iemand naar het ziekenhuis brengen, hulp bieden bij formulieren en aanvragen: de druk op vrijwilligers zal toenemen. 

Maar het signaal dat ik ontvang is dat de transitie van de sociale basis ook gevoelens van angst en onderlinge concurrentie aanwakkert. Dat zal vast niet iemands bedoeling geweest bij de technische transitie van het subsidiesysteem. Maar zoals bij elke transitie, gaat ook deze gepaard met gevoelens van verlies en emoties. Denk aan een verhuizing, met pensioen gaan, uit huis gaan. We praten er weinig over, maar ook bij de overheidsprojecten spelen emoties, zoals bij de bouw van een nieuw stadhuis, een gemeentelijke fusie of een andere ambtelijke manier van werken. Hebben we bij dergelijke technische transities genoeg oog voor die gevoelens? Komt er een bedankje voor de initiatieven en organisaties die we dadelijk niet meer terug zien? Of maken we er alleen een feestje van als iets begint? 

Terwijl de krachtmoeders hun laatste rondes maken, zijn dus vele meeste organisaties drukdoende met aanvraagformulieren, begrotingen en vergaderingen. Hopelijk is dat maar voor even. Dan hebben ze daarna zes jaar de tijd om net als de krachtmoeders de straat op te gaan. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie