VNG valt burger niet lastig met 'interbestuurlijk geharrewar'
De VNG richt zich niet altijd direct tot inwoners, omdat 'rijk en gemeenten zaken als geld en regelgeving onderling goed moeten regelen'.
De VNG richt zich niet altijd rechtstreeks tot de inwoners, omdat de vereniging hen zo min mogelijk lastig vallen met ‘interbestuurlijk geharrewar’ over geld en regelgeving. Hiermee reageert de VNG op kiezersonderzoek van Berenschot en I&O Research, waaruit blijkt dat bijna 80 procent van de kiezers denkt dat gemeenten (grotendeels) over de eigen financiën gaan en de VNG-lobby dus niet aankomt.
Onderling regelen
De VNG wijst erop dat ook in het artikel over het onderzoek wordt gememoreerd dat gemeenten en de VNG de afgelopen jaren meermaals van zich hebben laten horen over beleidsruimte en financiële tekorten waar gemeenten mee kampen. ‘Het is van belang dat het rijk gemeenten voldoende beleidsruimte en middelen geeft.’ Maar om dat voor elkaar te krijgen richt de vereniging zich niet altijd rechtstreeks tot inwoners. ‘We willen hen zo min mogelijk lastig vallen met interbestuurlijk geharrewar over geld, regelgeving. Dat is iets wat twee bestuurslagen, rijk en gemeenten, onderling goed moeten regelen.’
Doorgeefluik
‘Het mes moet aan twee kanten gaan snijden’, reageert Marcelle Hendrickx, voorzitter van de Wethoudersvereniging. ‘Het rijk moet gemeenten een eerlijke kans geven om hun rol als eerste overheid waar te maken door óf voldoende financiële middelen, óf vrije belastingruimte én beleidsvrijheid.’ Ze ziet dat dit laatste bij bijvoorbeeld de decentralisaties afwezig is. ‘Kamerleden en minister blijven vragen stellen en beantwoorden over de uitvoering op lokaal niveau, waarna nieuwe regels en beperkingen volgen. Het is een soort recentralisatie: de beleidsvelden worden niet losgelaten en beleidsvrijheid ontbreekt. Steeds vaker is de gemeente alleen een doorgeefluik van landelijk geld en beleid. Dit doet geen recht aan het belang van gemeenten en de nabijheid die zij hebben tot inwoners.’
Eerlijke verwachtingen
De tweede snijkant van het mes ligt bij de gemeenten zelf, vindt Hendrickx. ‘Zij moeten eerlijke verwachtingen bij inwoners wekken. Laten zien wat kan en niet, en waarmaken wat wordt beloofd. Met andere woorden: toetsen op uitvoering.’ Wethouders willen zich voor belangrijke thema’s inzetten, maar door een permanent geldgebrek is dat vaak heel moeilijk. Zij kunnen daardoor minder doen op thema's die kiezers en zij zelf belangrijk vinden, aldus Hendrickx . ‘Echter worden er op deze thema’s wel verkiezingsbeloften gedaan en passages in coalitieakkoorden opgenomen. De raad doet er goed aan hierin gewetensvoller dan nu op te treden. En bestuurders dienen actiever terug te geven of opgelegde ambities van de raad uitvoerbaar zijn. Alleen zo is de kloof weer te dichten.’
Makelen en schakelen
De in het artikel omschreven spagaat waarin gemeenten zitten, laat niet alleen zien hoe complex en ingewikkeld het speelveld van de lokale bestuurder is, maar ook hoe stevig en competent je dus moet zijn als wethouder, constateert Hendrickx. ‘Gelukkig wordt daar enorm in geïnvesteerd door de Wethoudersvereniging, maar landelijke politieke partijen hebben er ook steeds meer aandacht voor. Voor veel lokale partijen is dit ingewikkelder, zeker gegeven de versnippering, maar daarvoor is er het kennispunt lokale partijen. Dit vraagt om besturen op het hoogste niveau: makelen en schakelen tussen al deze krachtenvelden.’
Overigens, we praten steeds over 'decentralisatie' van taken. Maar voor de burger ligt dat totaal anders. De burger ervaart juist centralisatie van taken; ging vroeger het GAK over voorzieningen, nu is dat de gemeente.
Iedere gemeente voert daarbij eigen beleid, terwijl het beleid vroeger landelijk door het GAK werd bepaald. Dat gaf de burger meer zekerheid, het GAK moest zich namelijk voor haar 'vaste beleid' verantwoorden bij de bestuursrechter. Nu doet iedere gemeente dat op haar eigen manier; landelijk is er geen sprake meer van 'vast beleid'.
Het rapport Elzinga zal hopelijk voor meer beleidsmatige duidelijkheid gaan zorgen.