Gemeente kan kiezer amper bedienen
Over de voor burgers belangrijkste thema's bij de gemeenteraadsverkiezingen hebben gemeenten steeds minder te zeggen, blijkt uit onderzoek.
Over de voor burgers belangrijkste thema's bij de gemeenteraadsverkiezingen hebben gemeenten steeds minder te zeggen. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Een onmogelijke opdracht?’ van Berenschot en I&O Research onder 2.300 kiezers.
De kiezer vindt betaalbaar wonen het belangrijkste onderwerp voor de gemeenteraadsverkiezingen (44 procent), gevolgd door veiligheid (36 procent). Dat laatste onderwerp spreekt vooral kiezers ter rechterzijde van het politieke spectrum en ouderen aan, terwijl het eerste vaker wordt genoemd door kiezers ter linkerzijde, jongeren en mensen met een laag inkomen. Hierna volgen thema’s die een op de vijf kiezers als belangrijkste noemt: financiën, leefbaarheid, natuur in de buurt en duurzaamheid/energietransitie. De wooncrisis lijkt nijpender geworden, want in 2018 werd veiligheid nog als belangrijkste onderwerp gezien, gevolgd door ouderenzorg/Wmo.
Kiezers verwachten van de gemeenteraad actie op thema’s waar diezelfde raad steeds minder over te zeggen heeft, constateren de onderzoekers. Een aantal trends zorgt hiervoor: landelijke politieke ingrepen beperken de financiële en beleidsruimte op het gebied van wonen, veiligheid en zorg voor ouderen en jongeren, zoals de decentralisatie van de jeugdzorg. De financiën van gemeenten zijn onder druk komen te staan door de uitgaven in het sociaal domein en de opschalingskorting. ‘Bovendien werken gemeenten bij die thema’s vaak samen in regionale verbanden’, zegt Berenschot-adviseur Judith van Niekerk. ‘Zo halen ze weliswaar schaalvoordelen, maar ervaren de gemeenteraden ook weinig grip op de eigen doelstellingen.’ Die ontwikkeling van regionalisering wordt voortgezet in het regeerakkoord. Bij de belangrijkste opgaven zijn verschillende overheidslagen betrokken. Om een krachtige rol daarin te spelen en omdat deze opgaven samenkomen op gemeentelijk niveau is een sterke gemeente noodzakelijk, aldus de onderzoekers.
Spagaat
Gemeenten zitten in een spagaat. Kiezers willen dat gemeenten prioriteit geven aan ‘grootschalige’ onderwerpen, zoals wonen, maar ook aan ‘kleinschalige’ onderwerpen, zoals leefbaarheid. Maar als het financieel tegenzit kiezen gemeenten juist voor bezuinigingen in de ‘vrije ruimte’, dus in de leefbaarheid. Bij andere onderwerpen gelden meer landelijke wettelijke eisen. Gemeenten zitten ook in een spagaat wanneer publieke belangen elkaar in de weg zitten op en tussen verschillende niveaus. Wonen heeft veel impact op de ruimtelijke omgeving, maar er zijn meer ‘ruimtevragers’, zoals de energietransitie, natuur en milieu en de economie. De Omgevingswet zou uitkomst kunnen bieden in de afweging en ruimtelijke dienstverlening, maar die is uitgesteld. Dergelijke afwegingen worden verder steeds meer bepaald op regionaal niveau, zoals in de RES’en. De kiezer heeft hoge verwachtingen van leefbaarheid en dat maakt keuzes lastig. Dat beperkt weer de voortgang op deze opgaven. Drang of dwang als bestuurlijke tegenreactie kan weer gevolgen hebben voor het (lokale) kiezersvertrouwen.
Kernvraag
Een kernvraag van het onderzoek is of er een kloof is tussen de kiezer en de ‘systeemwereld’. In hoeverre lopen de politiek-bestuurlijke werkelijkheid en de belevingswereld van de kiezer uit elkaar? Behoorlijk, blijkt. Ruim de helft van de mensen die gemeentelijke financiën een belangrijk onderwerp vindt, wil niet dat de gemeente lokale belastingen verhoogt als zij financiële problemen heeft. Ook vindt 45 procent dat de gemeente een afdoende vermogenspositie moet hebben. Van Niekerk vindt het nog opvallender dat kiezers gemeenten een grote eigen rol toedichten. ‘Bijna 80 procent denkt dat gemeenten (grotendeels) over de eigen financiën gaan. Dat staat in schril contrast met de werkelijkheid, want gemeenten zijn voor veel meer dan de helft van hun inkomsten afhankelijk van het rijk. En het rijk heeft de afgelopen jaren de duimschroeven aangedraaid, ondanks steeds fellere protesten van de gemeenten. De VNG-lobby voor meer geld van het rijk is blijkbaar langs de kiezer heengegaan.’
En hoe gemeenten anders dan aan meer geld voor het uitvoeren van hun taken moeten komen blijft ongewis. Kiezers willen niet bezuinigen én niet belasten. Op ouderenzorg en jeugdzorg mag niet worden bezuinigd, ook niet om andere gemeentetaken te kunnen blijven uitvoeren. Toch wil nog geen derde van de kiezers meer betalen aan gemeentelijke belasting om die zorg op peil te houden. Ook is slechts een kwart van hen bereid meer belasting te betalen om bij te dragen aan de duurzaamheids- en energietransitie. Iets meer dan een derde vindt dat hierop niet mag worden bezuinigd om andere gemeentetaken op de huidige manier te kunnen blijven uitvoeren.
Gemeenten zien zichzelf graag als ‘eerste overheid’, maar is zij niet steeds meer verworden tot ‘uitvoeringskantoor’? ‘Een gemeente staat inderdaad dichter bij de mensen en is daardoor in staat integrale afwegingen te maken’ aldus Van Niekerk. ‘Maar die mogelijkheden worden beknot door landelijke regelgeving. Ook zien we onvermogen in overheidssamenwerking tussen verschillende niveaus, zoals bij ict, waar het lastig is om systemen te koppelen. Bovendien zijn er schaalverschillen waarbij doelstellingen en afwegingen elkaar in de weg zitten: waar komen windmolens die de hele regio wil? Door alles heen speelt een gebrek aan capaciteit en een behoorlijk ambtenarenapparaat. Tegelijkertijd worden de ambities van het rijk wel op gemeenten gericht en verwachten kiezers prestaties, mede omdat het kabinet meer aandacht voor een betere uitvoering beloofde.’
Vertrouwen
‘De grote discrepantie tussen wat kiezers willen en wat gemeenten waar kunnen maken heeft zijn weerslag op het vertrouwen in overheid en politiek’, stelt Peter Kanne van I&O Research. ‘Dit vertrouwen daalt en kiezers die al wantrouwig zijn stemmen vaker op partijen als PVV, JA21, PvdD of een lokale partij. Dat zijn weer partijen die er vaak wat minder realistisch in staan en grotere beloften doen, waardoor het vertrouwen verder kan dalen.’
Dat betaalbaar wonen het belangrijkste verkiezingsthema is, is misschien tekenend. Kiezers dichten gemeenten veel invloed toe op het thema ‘wonen’, maar gemeenten kunnen alleen sturen op het toewijzen van locaties voor nieuwe woningbouw en op het meegeven van kaders voor bepaalde doelgroepen. Daarbij heeft de gemeente nog mogelijkheden in de sfeer van vergunningverlening voor wijzigingen in de bestaande woningvoorraad. Op de huizenprijs, de bestaande woningen en het totaal aantal nieuw te bouwen huizen in Nederland hebben gemeenten juist zeer weinig invloed. Voor de wooncrisis kan een individuele gemeente de kiezer dus niet veel oplossingen bieden. Toch denkt bijna de helft (46 procent) van de Nederlanders die ‘betaalbaar wonen’ het belangrijkste onderwerp vinden dat de gemeente hier in de praktijk volledig of grotendeels over gaat.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.