Wethouder, blijf in gesprek met je omgeving
Opkomst van social media, politieke versplintering, extra rijkstaken. Wethouders moeten alle zeilen bijzetten om er goed mee om te gaan.
Wethouders worden medeverantwoordelijk gemaakt voor rijksbeleid, maar hebben niet de vrijheid om een eigen koers te varen. De versplintering van het politieke landschap maakt de lokale situatie daarbij onvoorspelbaar. Hierdoor is het voor wethouders moeilijk in contact te blijven met de omgeving en ontstaat er ‘onbalans’ tussen taak- en projectgerichtheid en betrokkenheid met de samenleving.
Regionalisering en rijkstaken
Dat blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Wethouders van waarde’ van de Commissie Wethouder van de Toekomst onder leiding van burgemeester Paul Depla in opdracht van de Wethoudersvereniging en mogelijk gemaakt door een subsidie van het ministerie van BZK. In het rapport worden de diverse ontwikkelingen in het lokaal bestuur en verwachtingen van inwoners geschetst. Volgens de commissie zijn de veranderingen in het lokaal bestuur divers. Te denken valt aan regionalisering en de omvangrijke en ingewikkelde taken die het rijk aan gemeenten heeft overgedragen, zoals Wmo, energietransitie en de Omgevingswet. Mede hierdoor is een onbalans ontstaan tussen taak- en projectgerichtheid en betrokkenheid met de samenleving.
Verbindende kwaliteiten
Uit eerdere studies bleek dat voor het functioneren van wethouders de drie kernwaarden betrokken, betrouwbaar en bekwaam van belang zijn. Betrokken is een wethouder die dichtbij de samenleving staat, signalen weet op te vangen en deze politiek en bestuurlijk kan vertalen. Wethouders moeten betrouwbaar zijn en aangesproken kunnen worden op hun handelen en hierover verantwoording afleggen. Daarbij moet een wethouder bekwaam zijn en problemen effectief kunnen oplossen. Dat vraagt, volgens het onderzoeksrapport, onder meer om strategisch inzicht, deskundigheid, verbindende kwaliteiten en daadkracht.
Meer taken vanuit het rijk mogen niet leiden tot minder verbinding met de omgeving
Deskundig en probleemoplosser
Maar doordat het accent steeds meer verschuift naar bekwaamheid, komt de betrokkenheid van wethouders bij de samenleving onder druk te staan. Voor het onderzoek zijn ook 6500 inwoners en verschillende groepen, zoals zorginstellingen, raadsleden, politieke partijen, jonge wethouders en woningbouwcorporaties, bevraagd over hun verwachtingen van wethouders. Het algemene beeld bij inwoners is dat wethouders vooral deskundig moeten zijn en problemen moeten oplossen. Een goede wethouder is iemand die resultaat boekt en daarbij in contact blijft met de samenleving.
Organiseren van tegenmacht
De onderzoekers pleiten voor een sterkere lokale verankering van het politiek-bestuurlijk werk en het organiseren van tegenmacht. Wethouders zullen zich vanaf hun aantreden moeten inspannen om in gesprek te blijven met hun omgeving. Ook een nauwer contact met de gemeenteraad draagt bij aan die lokale verankering. ‘De Wethoudersvereniging kan met dit rapport in handen concrete stappen zetten om haar ondersteuning en belangenbehartiging nog gerichter in te zetten’, reageert Axel Boomgaars, voorzitter van de Wethoudersvereniging, die het rapport vanmiddag samen met Frank Kleijer, hoofd afdeling inrichting openbaar bestuur bij het ministerie van BZK, in ontvangst nam.
Beleidsvrijheid en handelingsperspectief
Volgens hem vraagt een stevigere rol en positie van de wethouder, met het oog op de samenleving, om beleidsvrijheid en handelingsperspectief. ‘Daar zullen wij ons in onze rol als belangenbehartiger voor in blijven zetten. En in de ondersteuning van wethouders, zullen wij hen handvatten bieden om dit in de praktijk te brengen.’ Meer taken vanuit het rijk mogen niet leiden tot minder verbinding met de omgeving. Daarom gaat de Wethoudersvereniging met het ministerie van BZK in gesprek over hoe beleid en uitvoering op elkaar kunnen worden afgestemd. ‘Samen werken we aan de wethouder van de toekomst.’
1. Wetgeving en rijksregelingen moeten in ieder geval tot stand komen na voldoende overleg met de Medeoverheden (de koepelorganisaties VNG, IPO , Unie van waterschappen e.d.).
2. Pleeg in ieder geval -waar enigszins noodzakelijk- voorafgaand overleg met bewonersorganisaties en/of bij een beleidsterrein betrokken burgers. Overleg vooraf bespoedigt over het algemeen de praktische uitvoering in een later stadium.