Advertentie

Wethouder geen ‘drager’ politiek bestuur meer

Wethouders zijn niet langer ‘dragers’ van het politiek bestuur, maar 'projectmanagers die lastige klussen tot een goed eind moeten brengen'.

23 april 2024
presentatie-de-wethouder-foto-laurens-elzinga
Arne van Hout, Axel Boomgaars, Pieter Tops, Jeroen van Gool en Marcel Boogers (v.l.n.r. aan tafel) eerder dit jaar tijdens de presentatie van het boek 'De Wethouder'Foto: Laurens Elzinga

Anders dan bij burgemeesters is het lastig om goede studies te vinden over de moderne wethouder, merkt de Tilburgse emeritus hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops afgelopen vrijdag op tijdens de presentatie van de geactualiseerde versie van het boek ‘De wethouder’. De vorige versie verscheen dertig jaar geleden. Het vak is sindsdien ingrijpend veranderd. ‘Lokaal bestuur was toen wethoudersbestuur. Nu is dat ingewikkelder. Het wethouderschap is kwetsbaarder geworden.’

Teammanager Beleid Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp en Wmo

Gemeente Gouda
Teammanager Beleid Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp en Wmo

Senior Projectmanager Arbeidsmarktcommunicatie

Yacht
Senior Projectmanager Arbeidsmarktcommunicatie

Beschermende laag weggevallen

Na dertig jaar werd het wel eens tijd voor een geactualiseerde versie, zegt Tops. Die heeft hij met bestuurskundigen Marcel Boogers, Julien van Ostaaijen en Ronald Vuijk samengesteld. De verschillen met toen zijn groot. ‘Het was bijvoorbeeld lastig om iemand te vinden die kon schrijven over de relatie tussen wethouder en ambtelijke organisatie.’ Maar ook de ondertitel is veranderd. Waar er dertig jaar geleden nog stond ‘positie en functioneren in een veranderend bestuur’ staat er nu: veranderingen in positie en functioneren. De introductie van de dualisering in 2002 heeft ingrijpende gevolgen gehad. ‘Het politieke leven van wethouders was vrij zeker, zolang je de steun van je eigen fractie hield. De andere fracties hielden zich dan wel gedeisd. Die beschermende laag is weggevallen.’

Dominantie wethouders verminderd

Een gewenst effect van dualisering is er ook, want de dominantie van wethouders is verminderd. Of het ook een verbetering is, weet Tops niet. ‘Daar moet eens onderzoek naar worden gedaan. Wie heeft het overgenomen? Niet de gemeenteraad of de burgers, hoewel hun rol door social media wel sterker is geworden. De ambtelijke organisatie? Dat zou kunnen. Neem dat onderwerp eens bij de kop, want we kunnen er geen sluitende uitspraken over doen.’ Ook de rol van politieke partijen, en met name van de klassieke bestuurderspartijen, is veranderd, merkt Tops op. Voorheen waren er wel drie of vier wethouders per partij en was er ook de ruimte om in de redelijke luwte het vak te leren. ‘Dat komt nauwelijks meer voor.’

Wethouder is kwetsbaar

De positie van het lokaal bestuur ‘tout court’ is veranderd met de decentralisaties, die ook een forse bezuinigingsoperatie inhielden. ‘Daar is het wethouderschap niet verbeterd uitgekomen.’ En ook de rol van de wethouder in het verlengd lokaal bestuur blijft ‘krakkemikkig’. Daarbij is de positie van de burgemeester sterker geworden, met meer nadruk op de openbare orde. Tot slot treden wethouders veel vaker af dan vroeger. ‘Bijna de helft, waarvan een kleine honderd wegens persoonlijke redenen. Wat ligt daaronder? Is het nog wel te doen?’ Er is nogal wat aan de hand, concludeert Tops. ‘We maken ons zorgen over de kwetsbaarheid van de wethouder. De tijd dat wethouders dragers van het politiek bestuur waren is wel voorbij. Het zijn projectmanagers die lastige klussen in de gemeente tot een goed eind moeten brengen.’

van-hout-tops-boomgaars
Arne van Hout, Pieter Tops en Axel Boomgaars (v.l.n.r)

Glans in de ogen

‘Wij zien ook grilliger verkiezingsuitslagen, minder opgeleide wethouders uit partijen en problemen met financiering’, reageert Axel Boomgaars, voorzitter van de Wethoudersvereniging, die het eerste exemplaar krijgt uitgereikt, net als Arne van Hout, directeur-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat van het ministerie van BZK. Die verbaast zich op zijn beurt over de zorgen over het ambt en de positie van de wethouder. ‘Ik zie overal wethouders met glans in hun ogen over hun werk vertellen.’ Een wethouder moet volgens hem twee dingen hebben: ongeremde trots op de eigen gemeente en, wat gekscherender, voorbeelden noemen in de gemeente ‘die niemand anders heeft’. ‘Dat toont het belang van het lokale bestuur.’

Kracht van het collectief

Toch ziet hij ook ‘uitdagingen’ in het lokale bestuur, al zijn die volgens hem ‘niet op te lossen in het frame van de wethouder’. ‘De wethouder is niet de oplossing van alle problemen. Wel de kracht van het collectief. Wethouders zijn de enigen die uitmaken van collegiaal bestuur. Je bent dus iets bij de gratie van het collectief.’ Hij wijst erop dat de problemen erom schreeuwen, maar het collectieve niet heel erg wordt gewaardeerd. ‘Dat onderdeel moeten we versterken. De gedecentraliseerde eenheidsstaat heeft krachtig bestuur nodig en een aantrekkelijk ambt.’ Van Hout ziet dat het boek wel inzicht geeft in de problemen. ‘We gaan ermee aan de slag en praten door over de betekenis van wethouders in het land.’

Wethouders zoeken de randen van de wet op om het nobele te doen.

Jeroen van Gool, directeur Wethoudersvereniging

Vragenvuur op wethouder

‘I love wethouders’, valt te lezen op een afbeelding waarmee de bijdrage van Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging en schrijver van twee hoofdstukken in het boek, begint. ‘Daar moet het naartoe’, lacht hij. Maar die weg is nog lang, want uit onderzoek blijkt dat het debat in de raad sinds de dualisering is veranderd. ‘Het is vooral een vragenvuur op de wethouder, er is weinig onderling debat.’ De harder wordende toon die je landelijk hoort, hoor je ook steeds vaker lokaal. Wethouders zien op tegen dat maandelijks ‘functioneringsgesprek’. Een wethouder zit twee jaar en tien maanden. Drie wethouders per week treden af. ‘Dat is een zorgwekkende ontwikkeling.’

Barmhartige wethouder

Van Gool noemt allemaal factoren op die het wethouderschap een ‘hondenbaan’ maken. Maar: trots op ambt is er ook. ‘Wethouders zijn bereid om zich 60 tot 80 uur in die dynamische omgeving te begeven. Zij hebben een passie voor de samenleving en het wethouderschap is het ambt waarin je dat kunt verwezenlijken. In contact met de inwoners ervaren zij de impact.’ Even ervoor noemde Necker-onderzoeker Sabine van Zuydam de drie eigenschappen die de wethouder geloofwaardig maken: bekwaamheid, betrouwbaarheid en betrokkenheid. ‘Het gaat vooral om anderen overtuigen van het beschikken over die kwaliteiten.’ Daarbij benoemen bewoners vooral deskundigheid en eerlijkheid en combineren medebestuurders en raadsleden deskundigheid vooral met daadkracht. Van Gool wil aan de drie b’s ‘barmhartigheid’ toevoegen. ‘Wethouders zoeken de randen van de wet op om het nobele te doen. Daar kun je het verschil maken. En dat doen ze ook. We moeten dat koesteren.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Nico Bos
Laten we de naam "wethouder" dan ook maar meteen aanpassen, want veel van deze ambitieuze pseudo projectmanagers hebben ontzettend veel moeite zich aan bestaande wetgeving te houden. Ik stel voor om ze maar weer met terugwerkende kracht "schepen" of "assessor" te noemen.
Advertentie