Thorbecke in de 21ste eeuw
Nederland is veranderd in een turbokapitalistische samenleving à la de Verenigde Staten, met een politiek-ambtelijk bestuur uit de 19e eeuw.
Tenminste, dat stelde Henri Beunders, professor Geschiedenis van Maatschappij, Media en Cultuur in Rotterdam, tijdens een bijeenkomst op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij gaf daar een lezing over de hervormingen in de Nederlandse samenleving die hebben plaatsgevonden sinds de val van de Berlijnse muur, in 1989.
En het is waar, het openbaar bestuur is in Nederland al in geen 160 jaar veranderd. Het Huis van Thorbecke zoals dat in de 19e eeuw is bedacht, met onder andere vier bestuurslagen (waterschap, gemeente, provincie en Rijk) en de strikte ministeriële verantwoordelijkheid is nog steeds hetzelfde. Terwijl de samenleving totaal is veranderd.
Toch beginnen er nu daadwerkelijk tekenen van verandering in het openbaar bestuur te komen. Wat te denken van een minister van Financiën die vindt dat de Waterschappen opgeheven kunnen worden? Of een minister van Binnenlandse Zaken die aangeeft dat de individuele ministeriële verantwoordelijkheid een hinderpaal vormt voor collegiale samenwerking tussen ministers?
Interessanter is natuurlijk hoe de bestuurlagen er zelf over denken. Blijkbaar heerst er grote angst onder deze lagen dat ze worden opgeheven of autonomie verliezen, want de laatste tijd zien we steeds meer voorstellen om het huis van Thorbecke te veranderen. Daarbij wordt ongegeneerd landjepik gedaan. Niemand is bereid eigen taken af te staan, maar wel om taken van ander bestuurslagen over te nemen.
Zo stellen de waterschappen voor met elkaar te fuseren en de verantwoordelijkheid te krijgen voor al het waterbeheer in Nederland, inclusief de rioolreiniging en het beheer van het rioolstelsel, dat nu nog bij de gemeente ligt.
De gemeentes hebben al een paar jaar geleden, in reactie op de commissie Jorritsma, verklaard dat ze dé toegangspoort voor overheidsdienstverlening willen worden. Dat is een geweldig wenkend perspectief, omdat je dan als burger nog maar op één plek hoeft te zijn. De introductie van de omgevingsvergunning, waarbij je als ondernemer niet meer langs èn gemeente èn de provincie hoeft te gaan, maar op één plek je sloop-, bouw-, kap- en milieuvergunningen kunt krijgen, is een voorbeeld hoe dit kan gaan uitpakken.
Ook willen de gemeentes de hele jeugdzorg tot een gemeentelijke taak gaan rekenen en het werk van de Bureau’s Jeugdzorg van de provincies overnemen.
Het rijk, en met name de ministeries, laten zich ook niet onbetuigd en proberen vorm te geven aan een betere samenwerking tussen de verschillende sectoren. De programma-ministeries van Jeugd en Gezin en van Wonen, Wijken en Integratie zijn voorlopers van interdepartementale samenwerkingsverbanden die langzaam maar zeker vorm krijgen. Op een concreet niveau is het bijzonder dat eindelijk, na 160 jaar, de ministeries bereid zijn om één salarisadministratie te delen en zelfs bij elkaar gehuisvest willen worden.
Kortom: het huis van Thorbecke lijkt volop in verbouwing, allerlei ontwikkelingen wijzen er op dat de ‘negentiende eeuwse bestuursvorm’ waarover professor Beunders spreekt, zich daadwerkelijk aanpast aan de moderne tijd. Al duurt het langer dan iedereen wenselijk vindt.
De enige inwoner in dit huis die nog steeds geen draai weet te maken naar een moderner takenpakket, is de provincie. Het is onduidelijk waarvoor de provincie staat en wat die toevoegt, anders dan het leveren van een financiële bijdrage aan projecten die door gemeentes, rijksoverheid en waterschappen worden geïnitieeerd. En het onderhoud van het provinciale wegennet natuurlijk. Maar daarvoor hoeft geen aparte bestuurslaag te blijven bestaan.
Wat ontbreekt er nu aan deze organische omvorming van het Nederland bestuur? Niet heel veel, want hervormingen die uit zichzelf plaatsvinden, zijn vaak de beste. Toch zou het goed zijn als er een ‘grand design’ zou zijn, een visie op waar het naar toe gaat met het Nederlandse bestuur. Zoals de políticus Thorbecke zijn ‘huis’ ontwierp – en dat niet aan zijn ambtenaren overliet - zo zouden de politici van de 21ste eeuw dat moeten doen voor de komende periode van 160 jaar. Met een andere verdeling van bevoegdheden (weg met de ministeriële verantwoordelijkheid!), een krachtiger plek voor de minister president, veiligheidsregio’s die samenvallen met de waterschapsgrenzen, en inbedding van Europa en de staddelen in het democratisch bestel. En – vooruit dan maar – het laten verdwijnen van een bestuurslaag die niet kan bewijzen toegevoegde waarde te hebben: de provincie.
Paul Lensink
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Stroomgebieden/Veiligheidsregio's/ Wabogebieden etc.
Al meer bepleit n.a.v. jeugdzorg, schuldhulpverlening etc.
Als een middenlaag in het bestuur verdwijnt moet de kwaliteit bij de Gemeenten wel omhoog. De aanname dat iedere Gemeente dat aankan is zwakke schakel. Externe adviseurs die overal in het land het wiel opnieuw uitvinden, is nu al een gigantische extra kostenpost. Zonder eenduidig landelijke richtlijnen vanuit een grand desigh (door alle betrokkenen!) kom je van de regen in een stortbui terecht.