‘Laat gemeenteraden zelf aantal leden bepalen’
Gemeenteraden kunnen op termijn wellicht beter zelf bepalen hoeveel raadsleden zij willen voor hun gemeente, oppert het ministerie van BZK.
Niet een aantal raadsleden per gemeente erbij, niet een maximumaantal raadsleden, maar raden zelf laten bepalen hoeveel raadsleden zij willen. Dat idee oppert het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in reactie op een Leids onderzoek waaruit blijkt dat Nederlandse gemeenten in vergelijking met andere Europese landen relatief weinig raadsleden hebben.
Veel meer raadsleden
Er loopt nog een onderzoek naar varianten voor het uitbreiden van gemeenteraden, meldt het ministerie, maar Leids onderzoek toont al aan dat het aantal raadsleden in gemeenten in andere Europese landen bij dezelfde gemeentegrootte hoger is. Daarover schrijft het AD. Om te voldoen aan het Europese gemiddelde zou het aantal raadsleden in Nederland moeten toenemen van de huidige 8570 naar 11.272.
Amsterdam: 75 raadsleden
Hoofdstad Amsterdam zou bijvoorbeeld naar Europese maatstaven niet de huidige 45 raadsleden moeten tellen, maar 75. Het relatief grootste verschil zit hem in de gemeenten tot 10.000 inwoners, stipt de krant aan. Gemeenten als Zoeterwoude, Oostzaan en Eemnes tellen nu 13 raadsleden, waar ze er Europees gezien 23 zouden moeten hebben, dus ruim driekwart erbij.
Zelfde regels sinds 1897
‘De regels zijn sinds 1897 niet veranderd’, verklaart Simon Otjes, auteur van het onderzoek dat Nederlandse gemeenteraden met andere Europese raden vergelijkt, in het AD de verschillen. In dat jaar telde Amsterdam een kwart miljoen inwoners en kreeg het 45 raadsleden. Nu wonen er meer dan 900.000 inwoners en nog steeds telt de raad 45 leden.
Lokale politieke organisaties zijn in kleine gemeenten op sterven na dood
Meer taken
Destijds hadden gemeenten veel minder taken dan nu, dus was er geen reden om meer raadsleden te hebben. Tegenwoordig voeren gemeenten veel rijkstaken uit en kunnen raadsleden de werkdruk soms bijna niet meer aan. In grote steden wordt zelfs nagedacht over fulltime raadslidmaatschap. Maar het echte probleem zit hem in de kleine gemeenten, zegt Marcel Boogers, bijzonder hoogleraar democratie en transitie aan de Universiteit Utrecht tegen het AD.
Op sterven na dood
Uit zijn onderzoek blijkt dat bijna de helft van alle lokale partijen moeite heeft om de kandidatenlijst te vullen, terwijl één op de zeven mensen aangeeft wel in de gemeenteraad te willen. En vooral in de kleine gemeenten is het dus lastig kandidaten te vinden. Daar zit twee derde van de partijen ‘met zijn handen in het haar’, aldus Boogers. ‘Lokale politieke organisaties zijn daar op sterven na dood.’ En wie blijven er dan over? Juist, de ‘witte’ 50-plus-man.
Partijloze raadsleden
Bij meer raadsleden zou de werkdruk kunnen dalen en het werk aantrekkelijker kunnen worden voor jongeren en andere groepen. Boogers ziet wel iets in een experiment met meer raadsleden in een paar gemeenten. Ook ziet hij wel iets in meer partijloze raadsleden die dan op persoonlijke titel worden gekozen. Dat lost volgens hem weer een ander probleem op: potentiële raadsleden die nu afhaken, omdat ze zich niet verbonden voelen met een politieke partij.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.