Besturen laks met aanbevelingen rekenkamer

Veel gemeenteraden, provinciale staten en algemene besturen van waterschappen ontvangen nog niet het jaarlijkse wettelijke verplichte overzicht over de opvolging van rekenkameraanbevelingen. Dat blijkt uit een enquête onder rekenkamers. Twee op de vijf respondenten (n=50) geeft aan dat het college of het dagelijks bestuur van het waterschap het verplichte overzicht opstelt. Bijna de helft (n=60) stelt dat dit (nog) niet gebeurt.

Wettelijk verplicht

Sinds 1 januari 2023 zijn colleges van B&W en Gedeputeerde Staten wettelijk verplicht om jaarlijks de volksvertegenwoordigers te informeren over de opvolging. Voor de dagelijkse besturen van waterschappen geldt deze plicht vanaf 1 januari 2024. De enquête onder rekenkamers geeft informatie over 105 gemeenten, elf provincies en vijf waterschappen. Volgens de respondenten biedt twee derde van de overzichten de volksvertegenwoordigers voldoende informatie over de opvolging van aanbevelingen.

Informatie ontbreekt

Daarnaast blijkt uit de enquête, die namens de Vereniging van Rekenkamers (VvR) door Arjan Kok van de Rekenkamer Amsterdam-Zaanstad is uitgevoerd, dat vaak informatie ontbreekt over het standpunt van het dagelijks bestuur over het opvolgen van de aanbevelingen. Ook komt het voor dat het overzicht geen of geen concrete informatie bevat over de opvolging van de aanbevelingen. Er is dan niet voldaan aan het doel van de wet.

Beperkte rol

Veel rekenkamers vervullen geen of een beperkte rol wanneer het dagelijkse bestuur het overzicht met de opvolging van aanbevelingen openbaar maakt. Een aantal rekenkamers bespreekt de rapportage met volksvertegenwoordigers, leden van de klankbordgroep of met de auditcommissie of besteedt aandacht aan het overzicht in het eigen jaarverslag. Een klein aantal rekenkamers wordt door het dagelijks bestuur of de volksvertegenwoordiging uitdrukkelijk gevraagd om op het overzicht te reflecteren.

Soms toezegging

Maar waarom wordt er (nog) geen overzicht van rekenkameraanbevelingen aan de volksvertegenwoordiging verstrekt? Een aantal rekenkamers geeft aan pas recent gestart te zijn of dat er nog geen aanbevelingen waren waarover men kon rapporteren. Sommige rekenkamere hebben met het dagelijks bestuur of de volksvertegenwoordiging gesproken over het (ontbreken van het) overzicht, wat soms de toezegging heeft opgeleverd dat in 2025 het overzicht met aanbevelingen wel zal worden verstrekt. Enkele rekenkamers geven aan dat het bestuur van de decentrale overheid de volksvertegenwoordiging per rekenkamerrapport informeert over de opvolging van de aanbevelingen. ‘Maar dit geeft niet het overzicht zoals de wetgever voor ogen heeft’, merkt Kok op