Nepnieuws bemoeilijkt werk ambtenaar
Nepnieuws bemoeilijkt werk ambtenaar. Zijn overheidsmedewerkers vatbaar voor desinformatie? Hoe gaan ze er mee om en hoe zorgen ze dat de kwaliteit van de besluitvorming niet beïnvloed wordt?
Een op de drie Nederlanders weet niet meer goed wat nu waar is en wat niet. Zo blijkt uit een onderzoek dat I&O Research eind 2017 voor de Volkskrant uitvoerde rond het thema desinformatie en nepnieuws.
De vraag is nu: hoe zit dat bij overheidsmedewerkers? Zijn zij ook vatbaar voor desinformatie? Hoe gaan ze er mee om en hoe zorgen ze dat de kwaliteit van de besluitvorming niet beïnvloed wordt? Om daar meer inzicht in te geven hebben I&O Research en communicatieadviesbureau Omnicom Public Relations Group (OPRG) het initiatief genomen een onderzoek uit te voeren. Uit dit onderzoek onder 665 ambtenaren blijkt dat ruim de helft van de overheidsmedewerkers vindt dat hun werk moeilijker wordt door nepnieuws. Daarnaast vinden ze dat hun organisatie hen te weinig ondersteunt om desinformatie te herkennen, terwijl ze daar wel behoefte aan hebben.
Ontkrachten of negeren?
Uit het onderzoek komt naar voren dat ambtenaren desinformatie als een probleem beschouwen. Niet alleen bemoeilijkt nepnieuws hun werk, ook vinden twee op de drie ondervraagden dat politici zich minder moeten laten beïnvloeden door de aandacht voor nepnieuws. Dit zou kunnen komen doordat ambtenaren anders minder tijd voor hun reguliere werkzaamheden overhouden. Daarnaast geeft slechts een derde van de overheidsmedewerkers aan echt nieuws en nepnieuws goed van elkaar te kunnen onderscheiden. Hierin verschillen ze nauwelijks van ‘gewone burgers’. Overheidsmedewerkers zijn het niet eens over de vraag hoe met desinformatie moet worden omgegaan. 41% geeft aan dat je nepnieuws het beste kunt ontkrachten, terwijl 37% juist aangeeft dat negeren de beste strategie is.
Weinig ondersteuning binnen overheid
Overheidsmedewerkers worden weinig ondersteund bij het omgaan met desinformatie. Een kwart van de ambtenaren geeft aan dat er geen aandacht voor desinformatie is binnen hun organisatie en 21% weet niet of dit het geval is. Gevraagd naar manieren waarop wél aandacht wordt gegeven aan het onderwerp noemen overheidsmedewerkers opvallend vaak gesprekken tussen collega’s onderling (74%), terwijl die informatie maar beperkt vanuit de organisatie zelf komt (15% noemt protocollen, 6% trainingen en nog eens 15% ‘anders’).
Ze hebben wel behoefte aan aandacht vanuit de organisatie: 43% wil dat er (veel) meer aandacht wordt besteed aan de manier waarop ze om kunnen gaan met nepnieuws en desinformatie. Slechts 3% vindt dat er (veel) minder aandacht nodig is.
Afzender bepaalt betrouwbaarheid
Een belangrijke manier om de betrouwbaarheid van informatie te bepalen is de afzender: 58% van de overheidsmedewerkers geeft aan dat de geloofwaardigheid afhangt van de organisatie of instelling van wie de informatie komt. Bijna de helft (49%) hecht er waarde aan of de informatie vanuit verschillende invalshoeken wordt belicht, terwijl 38% het belangrijk vindt of er een duidelijke bronvermelding is.
Wat betreft de betrouwbaarheid van informatiebronnen scoren wetenschappelijke bladen, rapporten van de (semi)overheid (zoals CBS of SCP), en nieuwsberichten in vakbladen hoog – respectievelijk 86%, 82% en 75% wordt als (zeer) betrouwbaar beoordeeld. Deze bronnen worden gevolgd door nieuwsberichten van publieke omroepen (72%), landelijke dagbladen (66%) en regionale dagbladen (54%). Traditionele media worden als betrouwbaarder dan social media ervaren, waarvan de betrouwbaarheid niet boven de 14% uit komt.
Over het onderzoek
Het onderzoek is begin 2018 uitgevoerd onder 665 ambtenaren en (bij wijze van controlegroep) 1.193 burgers. De geënquêteerde ambtenaren vormen een dwarsdoorsnede van de overheid in brede zin: ze werken bij ministeries, provincies gemeenten, waterschappen en uitvoeringsorganisaties en in diverse functies: adviserend, beleidsmatig en uitvoerend.
Download hier het volledige rapport
Neem voor meer informatie contact op met:
Jaap Bouwmeester | 06 50 60 48 28 | j.bouwmeester@ioresearch.nl
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.