Advertentie

Code benadrukt wederkerigheid en gelijkwaardigheid

In 2013 lag de nadruk in de Code Interbestuurlijke Verhoudingen nog op eigen verantwoordelijkheid van overheden, in 2023 op samenwerking.

10 februari 2023
uitgestoken-hand-samenwerking.jpg

De Code Interbestuurlijke Verhoudingen moet beter aansluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen van vandaag en morgen en is daarom geactualiseerd, meldde minister Bruins Slot van BZK in haar brief bij de Actieagenda Sterk Bestuur. Uitgangpunt is samenwerken als één overheid. Ook nieuw zijn de begrippen wederkerigheid en gelijkwaardigheid.

Teamleider dienstverlening

OVER-gemeenten
Teamleider dienstverlening

Specialist vergunningen

Latentis in opdracht van Gemeente Horst aan de Maas
Specialist vergunningen

Samenspel

Het uitgangspunt om samen te werken als één overheid komt van het Interbestuurlijk Programma (IBP 2018-2021). In de code uit 2013 lag de nadruk juist op de eigen verantwoordelijkheid van verschillende overheden vanuit de vraag: ga je erover of niet? In de geactualiseerde code ligt het accent op goed samenspel tussen overheden, dus het bundelen van krachten ‘om zo maatschappelijke opgaven sneller, effectiever en democratisch gelegitimeerd aan te pakken’.

Gelijkwaardig

Zo is artikel 2 nieuw. Daarin zijn de uitgangspunten ‘gelijkwaardig partnerschap bij het samenwerken aan opgaven’ en ‘het samenwerken van overheden als waren ze één overheid voor inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties’ vastgelegd. Iedere partij draagt daar vanuit de eigen expertise, verantwoordelijkheid en mogelijkheid aan bij. In artikel 4 is vastgelegd dat overheden elkaar tijdig betrekken bij nieuwe beleidsvoornemens die een andere overheidslaag raken. Dit geldt overigens ook voor Europese dossiers (Artikel 9). Aan dit artikel is een lid toegevoegd over internetconsultatie om duidelijk te maken dat internetconsultatie naast, en niet in plaats van, de consultatie van de (koepels van) decentrale overheden plaatsvindt.

Regio's

Artikel 5 ziet op het verkrijgen van inzicht in gevolgen van nieuw beleid voor decentrale overheden. Met de toevoeging ‘en waterschappen’ wordt de gelijkwaardige positie van de waterschappen benadrukt. Ook is een verwijzing opgenomen naar de uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (UDO). Ook is een passage toegevoegd die is gericht op het verkrijgen van inzicht in de uitwerking van beleid op de verschillende regio’s. Algemeen beleid kan namelijk ongewenst ongelijk uitwerken in verschillende regio’s. ‘Daarnaast kan aandacht voor regiospecifieke cq. gebiedsspecifieke kenmerken (bijvoorbeeld grenseffecten) er aan bijdragen dat beleid effectiever wordt.’ Ook is vastgelegd dat  andere overheden goed worden betrokken bij extern (wetenschappelijk) onderzoek waarop nieuwe regelgeving van het rijk (mede) wordt gebaseerd.

4W-model

Verder is artikel 6 toegevoegd, waarin nader wordt ingegaan op de wijze van interbestuurlijk samenwerken. Het artikel sluit aan bij het 4W-model voor interbestuurlijk samenwerken wat in 2020 is ontworpen door de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen. Het model loopt vier vragen langs: wat zijn de opgave en het doel, wie zijn er nodig, wie doet wat (rolverdeling en regie) en waarmee/welke instrumenten zijn nodig? En in artikel 7 wordt benadrukt dat het van belang is dat decentrale overheden (voorzitters van de koepels) tijdens de kabinets(in)formatie tijdig geconsulteerd worden over de maatschappelijke opgaven en bestuurlijke en financiële verhoudingen die daarbij gelden. Ook vindt er na de start van een nieuw kabinet zo snel mogelijk een overhedenoverleg plaats, waartoe de minister van BZK het initiatief neemt.

Adviezen

In artikel 10 is de mogelijkheid opgenomen de afdeling Advisering van de Raad van State om een voorlichting te vragen over de interbestuurlijke verhoudingen, bijvoorbeeld kort na het verschijnen van een regeerakkoord over de gevolgen ervan op die verhoudingen. Op een voorlichting volgt dan een (gezamenlijke) reactie van het kabinet en de koepels. Voor adviezen over financiën oppert het artikel de mogelijkheid om een (ad hoc) commissie van wijzen te raadplegen. Over de samenstelling en de opdracht van deze commissie moet dan overeenstemming bestaan tussen de partijen. Over de interbestuurlijke verhoudingen zelf wordt minstens één keer per jaar gesproken in een overleg tussen de minister van BZK en de koepels VNG, IPO en UvW, staat in artikel 11. Aan dit artikel is een lid toegevoegd waarin wordt benadrukt dat de code niet in rechte afdwingbaar is.

Toepassing

De VNG liet kort na de verschijning van de geactualiseerde Code Interbestuurlijke Verhoudingen al weten positief te staan tegenover de herziening ervan en stemde er ‘graag’ mee in. 'Aandachtspunt is wat ons betreft wel dat we er samen voor moeten zorgen dat het document ook echt gaat leven en toegepast wordt. Hoe gebruiken we dat middel goed? Dat vraagt wat van u en uw departement, maar ook van ons.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie