VNG: succes actieagenda afhankelijk van financiën
In reactie op de Actieagenda Sterk Bestuur noemt de VNG het belang van goede financiële verhoudingen en een vorm van geschillenbeslechting.
Het succes van de Actieagenda Sterk Bestuur staat of valt met een succesvolle afronding van het traject tot een nieuwe financieringssystematiek voor gemeenten na 2026. Dat schrijft de VNG in een reactie op de onlangs gepresenteerde agenda van minister Bruins Slot. ‘Het kabinet heeft nog geen duidelijkheid verschaft over die systematiek.’
Financiën
Gemeenten zijn positief over de aandacht voor essentiële onderwerpen als uitvoerbaarheid van beleid en interbestuurlijke verhoudingen, schrijft de VNG in haar brief aan de minister. Maar ‘goede interbestuurlijke verhoudingen zijn onlosmakelijk verbonden met goede financiële verhoudingen’. Een nieuwe normeringssystematiek zou daar vanaf 2027 voor moeten zorgen, aldus het kabinet. Nu is die financieringssystematiek echter nog onduidelijk, terwijl het succes van de actieagenda daar volgens de gemeenten mee ‘staat of valt’.
Geschillenbeslechting
Daarnaast constateert de VNG dat momenteel een helder kader voor geschillenbeslechting en een escalatiemechanisme in de actieagenda ontbreekt. Volgens de VNG zouden die de uitvoerbaarheid van beleid verder vergroten. Ook zonder kader is er altijd een optie voor geschillenbeslechting, ‘maar wij maken daar graag aan aantal basisafspraken over de vormgeving daarvan’. Het kan als ultimum remedium dan ‘disciplinerend’ werken in de samenwerking. De VNG merkt op dat de minister in haar brief aandacht besteedt in aan bijsturen in lopende trajecten, ‘maar u koppelt dit (nog) niet aan een escalatiemechanisme’.
Commitment
Het grootste aandachtspunt voor de VNG is het commitment van vakdepartementen en het ministerie van Financiën aan de lijn van de actieagenda. Hierbij wil de VNG ‘speciale aandacht’ van Bruins Slot vragen voor de rol van dat ministerie van Financiën, ‘dat in geest altijd aanwezig is tijdens bestuurlijke overleggen, maar in de overleggen zelf meestal niet’. ‘U lijkt ervan uit te gaan dat besluiten aan de voorkant van een traject altijd in samenspraak met decentrale overheden worden genomen, wat in de praktijk niet zo is.’ Volgens de VNG wordt daarmee niet voldaan aan de voorlichting van de Raad van State, ‘waar u wel naar verwijst’.
Medeondertekening door de minister van BZK is "essentieel" bij nieuwe wetgeving of grote wijzigingen die medeoverheden raken
Uitvoerbaarheidstoets
De VNG staat positief tegenover de herziening van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen en stemt er graag mee in. 'Aandachtspunt is wat ons betreft wel dat we er samen voor moeten zorgen dat het document ook echt gaat leven en toegepast wordt. Hoe gebruiken we dat middel goed?’ Dat vraagt wat van u en uw departement, maar ook van ons.’ Verder is de VNG het volledig eens met de nadruk op uitvoerbaarheid van beleid en de rol van de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO). ‘Deze toets kan alle departementen ondersteunen om tot betere en beter uitvoerbare wet- en regelgeving te komen.’ Toch zou er een nieuwe versie van de UDO circuleren waar de VNG nog niet haar zegje over heeft gedaan. ‘Dit is een gang van zaken die we in onze ogen juist moeten doorbreken met de UDO.’
Risico
Succesvolle inzet van de UDO vraagt om inzet aan de start van het beleidsproces en een zorgvuldige toepassing. Samen met ketenpartners moet bij de totstandkoming van beleid vaker en eerder worden getoetst op uitvoerbaarheid. ‘Het is een groot risico dat een vakdepartement beslist of er een UDO wordt uitgevoerd.’ Ook zijn er zorgen hoe het UDO zich tot het ‘beleidskompas’ verhoudt. Gemeenten moeten zelf kunnen bepalen hoeveel diepgang een uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden krijgt, aldus de VNG. ‘Er moet voldoende tijd en ruimte zijn om een uitvoeringstoets met gemeenten te verrichten en hun input over uitvoerbaarheid mee te nemen in het vervolgproces.’
Medeondertekening
Als beleidsvoornemens worden gewijzigd, na parlementaire behandeling, moet de UDO hierop worden aangepast, vinden de gemeenten. Met voldoende beleids- en bestedingsvrijheid voor gemeenten kan de UDO dan zorgen voor een betere balans in taken, bekostiging en uitvoerbaarheid bij gemeenten. Maar er is ook voldoende geld nodig en de voorstellen moeten uitvoerbaar zijn voor gemeenten. ‘Hierbij is aandacht nodig voor gestapelde taken, samenloop van wetten in de praktijk, de invoeringstermijn en een fonds voor tegenvallers.’ De VNG vindt medeondertekening door de minister van BZK ‘essentieel’ bij nieuwe wetgeving of grote wijzigingen die medeoverheden raken. ‘zowel in de voorbereidende fase als in de eindfase’. ‘Hiermee wint de UDO aan betekenis in de voorbereiding van besluitvorming.’
Gemeenteraden
Verder wil de VNG met de minister, provincies en waterschappen zo snel mogelijk het gesprek aangaan over bovengemeentelijke samenwerking ‘vanwege democratische legitimering en bekostigingsvraagstukken’. Tot slot vraagt de VNG, als ‘mede-eigenaar van de actieagenda’, aandacht voor mogelijkheden tot versterking van de rol en werking van gemeenteraden, waaronder de noodzaak tot versterking van de griffies. ‘Wat ons betreft is het noodzakelijk om ook in crisiswet- en regelgeving expliciet de rol van de gemeenteraden/raadsleden op te nemen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.