Gemeenten lopen voor met huisvesten statushouders
Gemeenten beginnen 2023 met een voorsprong van zo’n 2000 statushouders ten opzichte van het streefgetal.
Nederlandse gemeenten hebben afgelopen halfjaar meer statushouders een woning aangeboden dan door het kabinet werd voorgeschreven. De achterstand in huisvesting werd zo omgebogen naar een lichte voorsprong. Het aantal wachtende statushouders in asielzoekerscentra (azc’s) nam iets af, meldt de Volkskrant.
Achterstand
Mede door de beperkte doorstroom van statushouders, die door hun verblijfsvergunning recht hebben op een woning, raakten azc’s vorig jaar overvol. Jarenlang boden gemeenten minder woningen aan dan werd verzocht. In juli vorig jaar bedroeg de achterstand in huisvesting nog bijna 2000 statushouders ten opzichte van het beoogde aantal. Doordat in de tweede helft van 2022 ruim 17.000 statushouders een woning kregen - bijna 4000 meer dan voor die periode was voorgeschreven - beginnen gemeenten 2023 met een voorsprong van zo’n 2000 statushouders ten opzichte van het streefgetal.
Inhaalslag
De inhaalslag vond plaats door het hele land. In juli liepen, op Zeeland en Drenthe na, alle provincies achter. Nu zijn dit alleen nog Groningen, Limburg en Noord-Holland, maar ook zij lopen een deel van de achterstand in. Het aantal statushouders dat in azc’s wacht op een woning is na de zomer licht afgenomen, terwijl het totaal aantal personen dat hier verblijft nog wel toeneemt. Begin oktober waren 17,5 duizend van de 49 duizend bewoners statushouders, in december 16,7 duizend van de 51 duizend.
Bron: De Volkskrant
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Inwoners - niet statushouders - worden door voorrang van statushouders met nog langere wachttijden geconfronteerd. Hierbij zijn termijnen van 5 jaar (of meer) geen uitzondering .
Voor een correcte informatieverstrekking zou het goed zijn om het totale plaatje van alle wachttijden weer te geven.