Advertentie
sociaal / Ingezonden

‘Van kaft tot kaft’ overnemen jeugdzorgrapport-Van Ark is onredelijk

Hoogleraar Raymond Gradus uit zijn verbazing over het geclaimde bedrag van de VNG.

25 maart 2025

Vrijdag gaf de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan dat het kabinet nú moet ingrijpen en de uitspraak van de commissie-Van Ark over de jeugdzorghervormingen ‘van kaft tot kaft’ moet overnemen. Volgens de VNG-ledenbrief komt ‘de kern van dit advies erop neer om voor jaren 2025 en verder uit te gaan van een volumegroei van 4,7% per jaar’. Dit betekent dat er in de Voorjaarsnota extra bedragen nodig zijn voor de jeugdzorg: respectievelijk 0,75 miljard euro in 2025, 2,2 miljard euro in 2026 en 2,7 miljard euro in 2027. Als het kabinet deze toezeggingen niet doet tijdens het extra bestuurlijke overleg op 14 april, stapt de VNG naar de rechter.

De commissie adviseert om voor de volume-indexatie aan te sluiten bij de verwachte reële groei van de totale netto zorguitgaven. Voor 2025 bedraagt deze 4,7 procent. Eerder heb ik mijn verbazing over dit advies uitgesproken en twee hoofdbezwaren geuit. Ten eerste wordt de volumeontwikkeling in de zorg voornamelijk gedreven door vergrijzing, terwijl het (potentiële) volume in de jeugdzorg door een beperkte ontgroening zelfs iets afneemt. Ten tweede staat dit advies haaks op een andere aanbeveling van de commissie-Van Ark, namelijk dat niet geld, maar de beschikbaarheid van gekwalificeerde jeugdprofessionals het sturende mechanisme moet zijn. Terwijl er nu al 1.500 vacatures openstaan, zouden er bij een jaarlijkse volumeontwikkeling van bijna 5 procent in 2028 nog eens 7.000 extra (gekwalificeerde) medewerkers nodig zijn. Gezien de huidige arbeidsmarktkrapte is dat niet haalbaar.

Ik heb daarom een commissielid gevraagd hoe ik dit advies moest duiden. Kort gezegd kwam het erop neer dat er bij de afronding niets beters voorhanden was en dat op 26 februari het Centraal Planbureau (CPB) met een raming komt. En inderdaad, tegelijk met het Centraal Economisch Plan (CEP) publiceerde het CPB een middellangetermijnraming voor de zorg.

In eerdere middellangetermijnramingen werd, door een gebrek aan gedetailleerde gegevens, geen onderscheid gemaakt tussen Wmo en jeugdzorg. Dankzij gemeentelijke data is nu wel een uitsplitsing gemaakt. Zonder beleidswijzigingen verwacht het CPB dat het volume van de jeugdzorg de komende jaren met 2,4 procent zal stijgen – de helft van de 4,7 procent die Van Ark hanteert. Dit zou betekenen dat bijvoorbeeld de claim in 2025 met 200 miljoen euro naar beneden bijgesteld moet worden.

Ik ben verbaasd dat een dergelijke disclaimer niet in het advies van Van Ark is opgenomen, maar het is alleszins redelijk om uit te gaan van de betere CPB-raming.

De grote vraag is wat er in de jaren 2026 en verder gaat gebeuren. Op basis van de recente CPB-inzichten zou de VNG-claim met circa 400 miljoen euro in 2026 en 600 miljoen euro in 2027 moeten worden verlaagd. Belangrijker is echter welke besluiten worden genomen rondom volumebeperkingen. Wie de ledenbrief erop naslaat, krijgt sterk de indruk dat de VNG dit vraagstuk op de lange baan schuift. In tegenstelling tot Van Ark gaat de VNG ervan uit dat een nieuw financieringsmodel jeugd, met betere prikkels voor volumereductie, niet in 2028 wordt ingevoerd. Als daarbij wordt uitgegaan van de aanbeveling van de commissie om de bestaande afspraken uit 2025-2027 te handhaven, komt de VNG in 2028 uit op een geclaimd bedrag van 10,4 miljard euro aan jeugdzorgkosten – een verdrievoudiging ten opzichte van 2015.

Het lijkt misschien een technische kwestie, maar dat is het niet. Een aanzienlijke volumestijging betekent dat het aantal jongeren dat een beroep doet op jeugdzorg verder toeneemt of dat behandelingen langer duren. Waar nu één op de zeven jongeren gebruikmaakt van jeugdzorg, zou dat in 2028 bijna één op de vijf zijn. De gevolgen laten zich raden.

Personeelsproblemen worden onbeheersbaar. Er is nu al een groot tekort, waardoor de inzet van (vaak ongekwalificeerde) externen verder zal toenemen. Jeugdzorgaanbieders kunnen hogere prijzen vragen en zullen zich nog vaker toeleggen op lichte gevallen. Daardoor zullen de wachtlijsten voor jongeren die de zorg het hardst nodig hebben alleen maar oplopen.

Laten we hopen dat het bestuurlijk overleg op 14 april hierover gaat, en niet verzandt in een ruzie over geld.

Raymond Gradus is hoogleraar Bestuur en Economie aan de Vrije Universiteit Amsterdam

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie