Sociaaljuridische ondersteuning in veel gemeenten moeilijk vindbaar
Er is een heel oerwoud aan particuliere organisaties met subsidie.
Van hulp bij het schrijven van een bezwaarschrift tot advies bij een burenconflict. Eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning is voor veel inwoners een belangrijke vorm van rechtsbescherming. Maar het vinden van het aanbod blijkt knap lastig. De kwaliteit van de aangeboden ondersteuning is voor zoekende inwoners soms moeilijk in te schatten.
Dat staat in een rapport van onderzoeks- en adviesbureau Significant Public. Gemeenten hebben hun eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning op (zeer) uiteenlopende manieren georganiseerd. Dat komt vooral omdat nergens staat voorgeschreven hoe gemeenten iets moeten regelen, stelt Michiel Blom. Hij is als onderzoeker bij Significant eindverantwoordelijk voor de inventarisatie. ‘Er staat nergens: beste gemeenten, jullie moeten dit en dat in huis hebben. Het is bij uitstek een lokale verantwoordelijkheid’, zegt Blom. Hij ziet een enorme versnippering. ‘In totaal zijn er 1621 locaties waar sociaaljuridische ondersteuning wordt aangeboden, die door maar liefst 1113 aanbieders in de lucht worden gehouden. En dan is er nog het landelijke aanbod, zoals het Juridisch Loket en Slachtofferhulp.’
Oerwoud
Daarnaast is in veel gemeenten de sociaaljuridische ondersteuning niet makkelijk vindbaar. Deels omdat het onder uiteenlopende benamingen en door een waaier van organisaties wordt aangeboden. ‘Voor ons onderzoekers was het al een aardige klus, en wij zoeken nog heel gericht’, erkent Blom. Hij constateert een heel oerwoud aan organisaties. ‘Het gros is bovendien niet vanuit de gemeente georganiseerd, maar zijn particuliere partijen met subsidie.’
Eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning is een vorm van rechtsbescherming van inwoners. Dat kan variëren van hulp bij het schrijven van een bezwaarschrift tot advies bij een burenconflict. Experts denken gratis mee met inwoners en voorzien hen van advies en ondersteuning. Dit kan telefonisch, schriftelijk of in persoon.
Publiek vs. Particulier
Terwijl Wmo-zorg vaak wordt aangeboden door private aanbieders en de afdeling Werk en Inkomen nog altijd valt onder de strakke regie van de gemeente, zie je bij sociaaljuridische dienstverlening eigenlijk allebei, constateert Erik Dannenberg. Sinds 2017 is hij voorzitter van Divosa, de vereniging van leidinggevenden in het sociaal domein. Hoe groot dat aantal particuliere organisaties is, kan volgens hem te maken hebben met de politieke kleur van de gemeente. ‘Sommige gemeenten zijn ervan overtuigd dat je deze taak beter kunt uitbesteden aan particulieren, anderen houden het liever dicht bij de overheid’, vertelt Dannenberg. Hoewel soms ook pragmatische motieven doorslaggevend zijn. ‘Het kan zijn dat een gemeente gewoon ontevreden is over de uitvoerende partij, en vervolgens besluit de dienst weer in te besteden’, aldus de oud-wethouder uit Zwolle.
In hoeverre stellen gemeenten eisen aan partijen die subsidie krijgen voor het verlenen van sociaaljuridische dienstverlening?
Communicatie
Of het nu in publieke of private handen is: in beide gevallen moet de zoekende inwoner begrijpen wat hij of zij kan verwachten van die dienstverlenende partij. Maar daar is op dit moment nog weinig sprake van. Blom: ‘Op websites maken dienstverleners niet altijd duidelijk wat ze aanbieden. Gaat het om juridische dienstverlening op het gebied van schulden en incasso? Of om sociale zekerheid? Sommige partijen menen van alle markten thuis te zijn, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk.’ Daarbij laat de communicatie naar inwoners zo nu en dan te wensen over, ziet Dannenberg. ‘In sommige gemeenten is het wijkteam de hele week aanwezig op locatie, maar bieden zij alleen op woensdagmiddag sociaaljuridische dienstverleningen. Of een juridisch spreekuur dat alleen advies geeft over echtscheidingen. Dat moet je maar weten als argeloze burger’, vertelt de voorzitter.
Kwaliteit
Omdat het niet altijd duidelijk is of de ondersteuning vanuit de gemeente of een particulier wordt aangeboden, is de kwaliteit van de aangeboden ondersteuning (en die van de achterliggende aanbieder) voor een burger soms moeilijk in te schatten. ‘Diensten vanuit gemeenten en het Juridisch Loket zijn doorgaans van goede kwaliteit, maar in hoeverre stellen gemeenten eisen aan partijen die subsidie krijgen voor het verlenen van sociaaljuridische dienstverlening?’, vraagt Blom zich af. ‘Of denken gemeenten: we maken geld over en dan is het verder goed.’
Billen bloot
Bovendien hebben inwoners recht om te weten met wie ze te maken hebben, vindt Dannenberg. ‘Mensen komen met hun hele administratie aanzetten, met heel persoonlijke zaken. Ze gaan met de billen bloot, dan mag je wel verwachten dat je met experts om tafel zit.’ Dat bekent overigens niet dat het een soort ‘diplomacircus’ moet worden. Dannenberg: ‘Mijn uitgangspunt is: bekwaam is bevoegd. Iemand met meer dan dertig jaar ervaringen als schuldhulpbuddy is net zo goed een expert als een gediplomeerde die net een jaar uit collegebanken is.’
Minimum
Want daar zijn Blom en Dannenberg het over eens: er moeten afspraken komen over wat de ondergrens is, welke kwaliteit minimaal in elke gemeente voorhanden moet zijn. Dannenberg: ‘Begrijp me niet verkeerd. Ik pleit zeker niet voor vanuit het rijk opgelegde loketten. Daar struikelen we in Nederland over. Ik geloof niet in eenheidsworst, maar vind wel dat we met elkaar moeten zeggen: dit moet er minimaal moet zijn. Dat ontbreekt vooralsnog.’ Blom sluit zich hierbij aan. Door onder meer demografische en sociaaleconomische factoren is elke gemeente verschillend. Als onderzoeker benadrukt hij dat het ook per gemeente verschillend is wat er precies nodig is aan sociaaljuridische ondersteuning. ‘Er is niet één ‘mal’ die op alle gemeenten past.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.