Regio Den Haag stelt grens aan zorgwinst
Aanbieders van jeugdhulp in de regio Den Haag mogen niet meer dan vijf procent winst maken. Zorggeld moet naar de zorg gaan.
De tien gemeenten van de jeugdzorgregio Haaglanden, waaronder Den Haag, stellen vanaf nu paal en perk aan de winst die aanbieders van jeugdzorg mogen maken. Het maximum is op vijf procent gesteld. De winst in de jeugdhulp wordt gerealiseerd met publiek geld, stelt de jeugdzorgregio. Vanwege de almaar groeiende vraag naar jeugdhulp is er bovendien maar een beperkt ondernemersrisico.
Gemeenschapsgeld
‘Met de jeugdzorg zijn tientallen miljoenen euro’s aan gemeenschapsgeld gemoeid. Dat geld moet aan de kwaliteit van de zorg worden besteed’, stelt de Haagse jeugdwethouder Kavita Parbhudayal (VVD) namens de jeugdzorgregio H10. De winstmaximalisatie is in de contracten met jeugdzorgaanbieders vastgelegd. Als er meer winst wordt gemaakt, moet dat geld aantoonbaar in de kwaliteit van de jeugdhulp worden gestoken. De aanbieders moeten daarnaast hun overhead zo laag mogelijk houden.
Malversaties
Ook in de jeugdzorgregio Noordoost Brabant mogen aanbieders van jeugdzorg vanaf januari niet meer dan vijf procent winst maken en zo weinig mogelijk geld aan overhead besteden. Hoge winsten kunnen duiden op malversaties. Het geld wordt dan niet aan de zorg besteed, maar bijvoorbeeld weggesluisd. In de zorgsector is een winstpercentage van zo’n drie tot zeven procent normaal.
1,6 miljoen euro
‘De aanbieders moeten enig financieel rendement kunnen maken om gezond te blijven als organisatie’, aldus Parbhudayal. ‘Een rendement tot vijf procent wordt algemeen nodig en aanvaardbaar geacht.’ De Haagse jeugdzorgregio heeft met 183 aanbieders contracten. Twee jaar geleden bleken 26 daarvan meer dan vijf procent winst te maken, waarmee een bedrag was gemoeid van 1,6 miljoen euro. In die analyse naar winstpercentages door de jeugdzorgregio is rekening gehouden met eenmanszaken en vof’s, waar anders naar winstpercentages moet worden gekeken.
Fraudeonderzoek
De regio houdt de winstgevendheid van de jeugdzorgaanbieders nauwlettend in de gaten. Jaarrekeningen van gecontracteerde aanbieders worden ieder jaar geanalyseerd. Daarbij wordt in kaart gebracht of en hoeveel winst of verlies zij maken. Ook wordt gekeken naar het achterliggende netwerk van bestuurders en ondernemingen. Bij signalen van hoge winsten worden meer gegevens bekeken en opgevraagd, en gesprekken met de aanbieder gevoerd. Dit kan leiden tot extra controle, fraudeonderzoek en/of corrigerende maatregelen. Dat doet het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden dat voor de toen gemeenten alles regelt rondom inkoop en contractering van jeugdhulp.
Kamerdebat
De grote winsten die veel jeugdzorgaanbieders maken, zijn een doorn in het oog van zowel het kabinet als de Tweede Kamer. Een deel van de Kamer wil een maximum winstpercentage vastleggen. Het kabinet werkt aan een aantal wetten en maatregelen waarmee extreme winsten in de zorg kunnen worden tegengegaan. Donderdagochtend debatteert de Tweede Kamer met minister Conny Helder (VWS, VVD) over zorgfraude.
Naast Den Haag zitten ook Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Voorschoten, Wassenaar, Westland en Zoetermeer in de H10.
Deze regelingen gaan geen stand houden bij de Raad van State.