RvS: nieuwe eigen bijdrage Wmo geen ‘duurzame oplossing’
Het kabinet moet ‘uitgebreider’ motiveren waarom zij vasthoudt aan maximaal 298 euro per maand, aldus de regeringsadviseur.
De Raad van State heeft kritiek op het kabinetsplan om de eigen bijdrage in de Wmo inkomens- en vermogensafhankelijk te maken. Het vastgestelde maximumbedrag roept de vraag op of het voor mensen met een midden- of hoog inkomen niet nog steeds voordelig is om via de Wmo (huishoudelijke) hulp te regelen. De regeringsadviseur verwacht dan ook geen duurzame oplossing voor de (financiële) houdbaarheid.
Abonnementstarief
Sinds 2019 geldt voor de meeste Wmo-maatwerkvoorzieningen het zogeheten abonnementstarief. Cliënten betalen maandelijks een eigen bijdrage, ongeacht hun inkomen, vermogen of de omvang van hun zorggebruik. In 2024 bedraagt deze eigen bijdrage maximaal 20,60 euro per maand.
Verdubbeling
Deze maatregel leidde echter tot een enorme toename van het aantal aanvragen van vooral huishoudelijke hulp. Veel mensen die deze hulp makkelijk zelf kunnen betalen – en vaak al op eigen kosten een hulp hadden geregeld – kozen voor deze goedkope oplossing en meldden zich bij het Wmo-loket van de gemeente. Sinds 2019 is het gebruik onder mensen met een bruto-inkomen van meer dan 40.000 euro verdubbeld; onder de middeninkomensgroepen (met 20.000 tot 40.000 aan inkomen) steeg het gebruik zelfs met twee derde. De klandizie van mensen met minder dan 20.000 euro veranderde met 5 procent maar weinig.
Wachtlijsten
Gemeenten zagen de kosten de pan uitrijzen, wat ten koste gaat en ging van de mensen die de hulp echt nodig hebben en de kosten zelf niet kunnen betalen. In sommige gemeenten ontstonden lange wachtlijsten.
Voorstel
Met het wetsvoorstel Afschaffing abonnementstarief Wmo 2015 wil de regering hier een einde aan maken. Per 1 januari 2026 krijgen gemeenten weer de mogelijkheid om een inkomens- en vermogensafhankelijke bijdrage (ivb) te vragen. Net als vóór 2019, toen de meeste gemeenten een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor het gebruik van Wmo-voorzieningen hanteerden.
Financieel aantrekkelijker
De Raad van State is echter kritisch. De regeringsadviseur verwacht niet dat het wetsvoorstel ‘een duurzame oplossing biedt voor de (financiële) houdbaarheid’ van de Wmo. De mogelijkheden voor gemeenten om een ivb te vragen blijven immers ‘beperkt’. Zo wil het kabinet deze eigen bijdrage maximeren op 298 euro per maand. ‘Dit roept de vraag op of het voor mensen met een hoog of middeninkomen niet financieel aantrekkelijker blijft om voor (huishoudelijke) hulp een beroep te doen op de Wmo 2015’, schrijft de RvS in haar advies. Dit risico neemt toe omdat er bij het vaststellen van de ivb-hoogte geen rekening wordt gehouden met de hoeveelheid hulp die wordt geboden. Het kabinet moet ‘uitgebreider’ motiveren waarom zij vasthoudt aan die 298 euro, aldus de regeringsadviseur.
Rechtsonzekerheid
Daarnaast krijgen gemeenten de mogelijkheid om van woningbezitters een vergoeding te vragen als hun woning in waarde is gestegen door een Wmo-woningaanpassing. Maar ook hier vindt de RvS dat het kabinet dit onderdeel moet motiveren, of anders heroverwegen. ‘Het kan namelijk complicaties in de uitvoering en (rechts)onzekerheid voor burgers opleveren’, waarschuwt de Afdeling advisering. Als bijvoorbeeld deze aanpassingen worden verwijderd bij de verkoop, kan ‘een tegenovergesteld financieel effect optreden’. De waardeverandering van de woning wordt bovendien pas bepaald nadat de eigenaar de woning heeft verkocht. Dit gebeurt in de toekomst, waardoor burgers langere tijd onzeker blijven over een mogelijke betaling die ze nog moeten doen.
Aderlating
De RvS is niet de eerste die kritiek uit. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vreest hogere uitvoeringskosten en verwacht ‘een te gering (gedrags)effect’ als de eigen bijdrage wordt gemaximeerd op 275 euro. Hogere inkomens zullen pas zelf ondersteuning of hulp regelen als het écht financieel voordelig is, betoogt de gemeentekoepel. Belangenorganisaties zijn juist bang voor toenemende zorgkosten voor hun achterban. ‘Vergeleken met de huidige situatie betekent het wetsvoorstel voor veel Wmo-gebruikers een fikse financiële aderlating’, meldden zij in februari. Het baart hen zorgen dat de eigen bijdrage zal stijgen vanaf 120 procent van het sociaal minimum. Volgens de organisaties ligt die inkomensgrens onder het wettelijk minimumloon. Het kabinet moet zich meer richten op huishoudelijke hulp, dat volgens de partijen vooral verantwoordelijk is voor de groeiende kosten.
Toeslagenaffaire
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) gaat zelfs zo ver dat het wetsvoorstel überhaupt niet moet worden ingediend. Het plan is ‘onnodig complex’ en het doel is ‘onvoldoende duidelijk’, stelde het adviescollege begin dit jaar. Er zijn volgens het ATR andere oplossingen mogelijk, zoals het invoeren van een inkomensdrempel. Het kabinet lijkt ‘het belang van de zorgvrager uit het oog te hebben verloren en daarmee niet te leren van de bevindingen uit de Toeslagenaffaire’, concludeert het college.
Ons evenredig belastingstelsel naar draagkracht zet kennelijk geen zoden meer aan de dijk. Kunnen we dat dan ook maar beter afschaffen?