Welvaart voor iedereen
Het idee van ‘brede welvaart’ duikt steeds vaker op als antwoord op prangende vraagstukken als klimaatverandering en ongelijkheid.
Het idee van ‘brede welvaart’ duikt steeds vaker op als antwoord op prangende vraagstukken als klimaatverandering en ongelijkheid. Hoe komt dat? En wat betekent het om beleid te voeren met een breed welvaartsbegrip? ‘Als je niet oppast, gaat brede welvaart over alles, en daarmee uiteindelijk ook over niets’, waarschuwt praktijkhoogleraar Joks Janssen.
Wat hebben de burgemeesters van Amsterdam, Eemsdelta, Heerlen en Sluis met elkaar gemeen? Niet erg veel, zou je denken. De afstand is, alleen al in geografische zin, enorm. Het is moeilijk om vier gemeenten te vinden die nóg verder uit elkaar liggen. En de politieke afstand is niet veel kleiner: de vier burgemeesters komen respectievelijk van GroenLinks, ChristenUnie, VVD en CDA. Toch hebben zij elkaar weten te vinden in een gezamenlijke missie.
De vier gemeenten hebben namelijk al ruim tien jaar een stedenband. De ‘zustersteden’ hebben alle vier te maken met wijken en buurten waarin de leefbaarheid onder druk staat. Alle vier zien ze een groeiende tweedeling tussen bevolkingsgroepen ontstaan. En alle vier geloven ze dat het inzetten op ‘brede welvaart’ een oplossing kan bieden voor die problemen.
p een vrijdag in mei komen de vier burgemeesters bij elkaar in Heerlen, voor een conferentie over dat onderwerp. De burgemeesters Marga Vermue van het Zeeuws-Vlaamse Sluis, Ben Visser van het oost-Groningse Eemsdelta en Femke Halsema van de hoofdstad hebben er een flinke reis op zitten. Gastheer Roel Wever, burgemeester van Heerlen, ontvangt zijn ambtsgenoten met koffie en vlaai.
De vier hebben elk hun eigen problemen, zo blijkt. Wever maakt zich zorgen over de groeiende kloof in zijn stad. ‘Zonder dat we er veel aan hebben gedaan, is Heerlen-Zuid beter geworden en Heerlen- Noord slechter’, constateert Wever. ‘In Heerlen-Noord leven mensen gemiddeld zes jaar korter dan in Heerlen-Zuid.’ Wevers wijst ook op het lage politieke vertrouwen. Vóór de coronacrisis had minder dan een kwart van de Heerlenaren bijvoorbeeld vertrouwen in de Tweede Kamer.
Ook Amsterdam heeft te maken met groeiende ongelijkheid. Maar waar Heerlen kampt met een krimpende bevolking, heeft Amsterdam juist last van nieuwkomers in de stad die andere groepen wegdrukken. ‘Het egalitaire karakter van de stad is minder geworden’, zegt Halsema. ‘De middengroepen zijn weggetrokken naar de regio’s. Niet eens direct naast Amsterdam, ook verder weg.’ Voor de gemeente Sluis is het grootste probleem de leefbaarheid, vertelt burgemeester Marga Vermue. ‘Ruimte hebben we genoeg, en werkgelegenheid ook. Maar Sluis krimpt nog elk jaar. De opgave is: hoe houd je de voorzieningen bereikbaar?’ De gemeente Eemsdelta kampt vooral met armoede, zegt burgemeester Ben Visser. En daar komt de aardbevingsschade als gevolg van de Groningse gaswinning nog bovenop.
Grote crises
Hoe uiteenlopend de problemen ook zijn, de burgemeesters hopen alle vier met een focus op ‘brede welvaart’ de opgaven in hun gemeenten aan te pakken. Waar komt de interesse in dit concept vandaan? ‘In mijn beleving is brede welvaart een antwoord op een aantal grote crises waar we nu in zitten’, zegt praktijkhoogleraar Joks Janssen. ‘En we voelen allemaal wel aan dat de klassieke manier van groeien, met alleen maar een focus op een stijging van het bruto binnenlands product, ons op termijn niet veel verder brengt.
We worden nu geconfronteerd met de gevolgen van de klimaatcrisis, de biodiversiteitscrisis, de stikstofcrisis. Je ziet ook dat de sociale verschillen tussen kansarm en kansrijk aan het toenemen zijn de afgelopen twintig jaar, zelfs in het vrij egalitaire Nederland. De polarisatie op de arbeidsmarkt en de woningmarkt neemt toe. Ik denk dat dit belangrijke redenen zijn waarom brede welvaart nu omarmd wordt. Het is een uitdrukking van het besef dat we niet meer, zoals de afgelopen vijfentwintig jaar, alleen maar kunnen koersen op economische groei sec.’
Versmalling
De coronacrisis heeft het denken in termen van brede welvaart een extra boost gegeven, denkt Janssen. ‘De coronapandemie heeft een aantal verschillen uitvergroot. Die heeft laten zien dat veel mensen die al in een moeilijke of kwetsbare positie zaten het nóg moeilijker kregen. Maar het heeft ook laten zien dat mensen opeens meer waarde gingen hechten aan gezondheid en een prettige leefomgeving. Dus de coronacrisis heeft versterkt wat toch al een beetje in de lucht hing.’
We kunnen niet alleen maar koersen op economische groei
Tegelijkertijd is brede welvaart ook weer niet helemaal nieuw. Het idee dat economische groei niet heilig is en dat overheden zich moeten inspannen voor datgene wat burgers waardevol vinden, kan moeilijk revolutionair worden genoemd. Janssen: ‘Ik zeg altijd: het is nieuwe taal voor een al wat ouder verhaal. Al vijftig jaar geleden verscheen het rapport van de Club van Rome over grenzen aan de groei. Dat was een eerste signaal dat materiële welvaartsgroei de aarde uitput. En er is natuurlijk al veel langer, ook zeker onder economen, kritiek op het idee dat het bbp de goede maatstaf is voor onze welvaartsontwikkeling.
In Nederland was bijvoorbeeld Arnold Heertje een van de eerste pleitbezorgers van dat brede welvaartsbegrip.’ Geen nieuw verhaal dus, maar wel een verhaal dat steeds urgenter wordt, ziet Janssen. ‘De afgelopen vijfentwintig jaar heeft er een versmalling van het welvaartsbegrip plaatsgevonden. Door globalisering, technologische verandering, maar ook door neoliberaal overheidsbeleid. Het idee van: greed is good, als we de individuele welvaart maximeren dan telt dat vanzelf wel op tot een soort collectieve welvaart, dat blijkt nu gewoon niet te kloppen.’
Brede welvaart biedt een alternatief op neoliberaal beleid en legt problemen als klimaatverandering en ongelijkheid op tafel. Dat klinkt als een links idee, maar dat hoeft het niet per se te zijn, zegt Janssen. ‘Je kunt natuurlijk zeggen dat brede welvaart een correctie is op doorgeschoten economisering van beleid. Maar rechts ziet de noodzaak daarvan inmiddels ook in. Als je sociale verschillen te groot laat worden en geen rekening houdt met het ecologisch fundament, dan is er ook geen ruimte meer voor de economie. Je ziet dat zelfs CDA en VVD, die lang hebben getamboereerd op economische groei, nu inzien dat groei die niet groen is, op ecologische grenzen stuit. De stikstofcrisis is daar bijvoorbeeld een uiting van. Dus ik denk dat brede welvaart in de essentie niets met rechts of links te maken heeft.’
Wel leggen beleidsmakers, afhankelijk van hun politieke kleur, andere accenten, zegt Janssen. ‘De liberalen focussen op het individu, bij de christendemocraten gaat het over rentmeesterschap en de sociaal democraten hebben het over spreiding van kennis en macht.’
Niet gratuit
Hoewel het goed is dat brede welvaart van links tot rechts wordt omarmd, is het wel zaak om ervoor te waken dat het een gratuit begrip wordt, zegt Janssen. ‘Als je niet oppast, gaat brede welvaart over alles, en daarmee uiteindelijk ook over niets. Dan wordt het een soort grabbelton waar iedere bestuurder zijn of haar leuke kraaltjes uit kan halen. Daarom is het een opdracht voor mij en anderen die zich met brede welvaart bezighouden om te zorgen dat de taal wat uniformer wordt.’ Een brede blik op welvaart betekent niet dat je als bestuurder alles tegelijk moet willen, waarschuwt Janssen. ‘Zoals het PBL ook zegt: je moet breed kijken maar scherp kiezen. Want voordat je het weet, ben je met alles bezig in de samenleving.’
Brede welvaart zorgt inderdaad voor lastige keuzes, valt te lezen in het eerdergenoemde PBL-rapport. ‘Keuzes tussen de aspecten van brede welvaart zijn noodzakelijk, omdat meer brede welvaart op één aspect kan leiden tot minder brede welvaart op een ander aspect’, schrijft het PBL. Een datacentrum, geeft Janssen als voorbeeld, kan een positief effect hebben op werkgelegenheid, maar ook een negatief effect op het landschap of op ons energieverbruik. Nog ingewikkelder wordt het als ook de gevolgen voor mensen in andere landen en voor toekomstige generaties worden meegenomen. Het PBL schrijft: ‘Voor bredewelvaartsbeleid is prioritering van en een integrale afweging tussen de verschillende aspecten van brede welvaart [...] noodzakelijk.’
Janssen: ‘Ik denk dat het de kunst zal zijn om voor iedere gemeente een agenda op te stellen en daarin ook een expliciete keuze te maken. Wat wil ik op het gebied van brede welvaart? Waar scoor ik goed, wat moet echt beter? Dat zal voor iedere stad of gemeente anders zijn. Maar het is wel goed om in ieder geval actie te ondernemen. Volgens mij is de tijd van denken over brede welvaart nu voorbij en moeten we echt wat gaan doen.’
Wat is dat, brede welvaart?
‘Brede welvaart gaat uiteindelijk om wat mensen van waarde vinden’, zegt Joks Janssen, praktijkhoogleraar Brede welvaart in de regio aan de Tilburg University. Waar ‘welvaart’ doorgaans vooral een economische betekenis heeft, gaat het bij brede welvaart nadrukkelijk ook om aspecten van het leven die niet in economische termen te meten zijn. Denk bijvoorbeeld aan gezondheid, veiligheid, bestaanszekerheid, sociale cohesie of de kwaliteit van de leefomgeving. Maar het kan ook gaan om zaken als biodiversiteit, rechten voor minderheden of de belangen van toekomstige generaties.
‘Steeds meer partijen beschouwen brede welvaart als een richtinggevend concept bij het nadenken over de toekomst van Nederland, ook op regionaal niveau’, constateert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de onlangs uitgekomen publicatie Keuzes bij het bevorderen van de brede welvaart in de regio. De term brede welvaart lijkt inderdaad aan populariteit te winnen. Sinds 2018 brengt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een Monitor Brede Welvaart uit, en inmiddels bedienen vrijwel alle belangrijke planbureaus en adviesorganen zich van de terminologie van de brede welvaart. Ook gemeenten kijken steeds vaker door de lens van brede welvaart.
In een volgend nummer van Binnenlands Bestuur: een reportage uit Eindhoven, waar de gemeente de brede welvaart in de praktijk probeert te brengen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.