Minder autonomie sinds nieuw inburgeringsstelsel
Het verplicht financieel ontzorgen wordt gewijzigd ondergebracht binnen de participatiewet.
Inburgeraars, vooral die met een hoge taalambitie, ervaren onder de Wet Inburgering 2021 minder autonomie dan in het oude stelsel. Dat blijkt uit een eerste verkennende rapportage uitgevoerd door Regioplan, Open Embassy en BMC. In een begeleidend schrijven laat minister Van Gennip weten dat de eerder aangekondigde wijziging van het verplicht financieel ontzorgen de vorm krijgt van een hardheidsclausule.
Wetswijziging
Op dit moment moeten gemeenten op basis van artikel 56a van de Participatiewet statushouders financieel ontzorgen door een aantal vaste lasten rechtstreeks vanuit de bijstandsuitkering te betalen. De praktijk laat zien dat dit echter niet werkt zoals gewenst. Het levert juist problemen op bij gemeenten, maar ook voor de inburgeraars. Daarom liet Van Gennip in april vorig jaar gemeenten weten dat ze het financieel ontzorgen ook op een andere manier mogen invullen, alvast vooruitlopend op een wetswijziging.
Hardheidsclausule
Die wetswijziging is inmiddels geconcretiseerd en krijgt de vorm van een hardheidsclausule. ‘De wijziging creëert de mogelijkheid om op basis van individuele omstandigheden van de statushouder het ontzorgen op een andere manier in te vullen. Het voorstel tot wetswijziging zal concreet bestaan uit een aanvulling op artikel 56a van de Participatiewet’, aldus de minister in haar brief. Gemeenten blijven verplicht om zich in elk geval in de eerste zes maanden na huisvesting in te spannen voor de doelstellingen van het ontzorgen, namelijk het voorkomen van financiële problemen, het bevorderen van de inburgering en het stimuleren van financiële zelfredzaamheid.
Problemen al bekend
Nieuw onderzoek uitgevoerd door Regioplan Open Embassy en BMC in opdracht van het ministerie laat zien dat het financieel ontzorgen voor de meeste deelnemers niet werkt. ‘We zagen voorbeelden waarbij het financieel ontzorgen niet goed werd uitgevoerd door de gemeente waardoor geldzorgen en stress ontstonden’, zo leest het rapport. Daarnaast waren er statushouders die aangaven juist zelfstandig hun geldzaken te willen regelen. De problemen met het financieel ontzorgen waren al voor de invoering van de wet bekend. Toch is er nu, twee jaar na dato, nog steeds geen wetswijziging gereed.
Wisselende resultaten
De onderzoekers, die in gesprek zijn gegaan met inburgeraars die vallen onder het nieuwe inburgeringsstelsel, vinden wisselende resultaten. De zogenaamde ‘brede intake’ en het Plan ‘Inburgering en Participatie’ worden positief ontvangen. Dit zijn de eerste kennismakingen met de gemeente wanneer iemand als statushouders wordt aangewezen. Daar wordt ook het plan voor inburgering uitgestippeld. Wat stapjes verder, bijvoorbeeld bij het taalonderwijs, is niet iedereen meer tevreden. ‘Er is relatief veel ontevredenheid over de kwaliteit van het aanbod, met name over de groepssamenstelling en het niveau van de lessen.’
Autonomie
Positief is wel dat de betrokkenheid van de gemeente, die er voor de invoering van de nieuwe Wet Inburgering sowieso niet was, een grote meerwaarde kan hebben. Daarmee is het wel een belangrijke voorwaarde geworden voor een succesvolle inburgering, gezien de positie van de gemeente in dat traject. In het onderzoek is daarnaast de observatie gedaan dat nieuwkomers met een hoge taalambitie ten opzichte van de eerste wetgeving minder autonomie ervaren. Hierdoor kunnen ze, in hun ogen, langzamer of met minder kwaliteit inburgeren dan ze zouden willen.
Structuur bieden
‘De meeste mensen in het onderzoek met een asielmigrant-achtergrond en ambitie om snel de taal te leren, zouden het liefst zelf een taaltraject inkopen. Zij missen de vrijheid van keuze, voornamelijk wanneer mensen moeten wachten op een aanbod of de kwaliteit niet voldoet aan hun verwachtingen’, zo leest het rapport. Echter zijn er ook aanwijzingen om te denken dat het intensievere karakter en de structuur van de Wet Inburgering 2021 beter werkt dan de autonomie onder het oude stelsel. Zo zou de stabiliteit die het brengt positieve effecten hebben op mentaal welzijn. Volgens de onderzoekers is het dan ook te vroeg om conclusies te trekken, enkel op basis van de ervaringen van de inburgeraars zelf.
Onderwijs
In haar brief reageert de minister niet inhoudelijk op het nieuwe onderzoek. Ze zegt wel dat de resultaten geen representatief beeld geven van de totale groep inburgeraars. Verder gaat ze in op een andere uitdaging van het nieuwe participatiestelsel, namelijk het tekort aan docenten. Zo wil het kabinet onder andere onderzoeken of er meer kan worden ingezet op online leermethoden, en verkent zij mogelijkheden voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden. Ze geeft ten slotte aan het inburgeringsstelsel te willen verbeteren, binnen de bestaande budgettaire kaders.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.