Intern toezicht jeugdzorgaanbieders schiet zwaar tekort
Uit onderzoek van de Jeugdautoriteit komt een beeld naar voren van een ‘old boys network’.

Raden van commissarissen schieten tekort in hun rol als toezichthouder binnen jeugdzorginstellingen. Als ze er al zijn. De Jeugdautoriteit kwam op basis van onderzoek tot de conclusie dat het belang van intern toezicht soms nogal licht wordt opgevat, vooral bij kleine jeugdzorgaanbieders.
De Jeugdautoriteit (JA) ziet zichzelf als ‘rookmelder’. Als er signalen van brand in de vorm van continuïteitsproblemen komen, denkt de autoriteit mee met de aanbieder. Daarvoor heeft de JA een eigen toezichtteam, met kennis van de sector en financiële ervaring.
Ondergeschoven kindje
Intern toezicht in de jeugdzorg is een ondergeschoven kindje. De afgelopen jaren is er meer aandacht voor en vond een kleine professionaliseringsslag plaats, maar veel stelt die nog niet voor; er is ‘meer dan voldoende ruimte voor verdere verbetering’, aldus de JA. Het ontbreekt toezichthouders aan kennis van het speelveld, van de gemeentelijke wereld en hun eigen taken. Veel Raden van Toezicht lijken geen duidelijke en gedeelde visie op hun werk te hebben. Verder komt in het onderzoek – van onder andere websites – naar voren dat veel toezichthouders zich weinig richten op transparantie en de buitenwereld.
Plucheplakkers
Uit het onderzoek rijst een beeld op van een ‘gesloten systeem’, waarbij vacatures meestal worden opgevuld uit het ‘old boys network’ in de zorg. Een ‘aandachtspunt’, omdat de jeugdzorgsector effectief toezicht nodig heeft voor het toetsen van beleid vanuit verschillende perspectieven. Terloops merkt de JA op dat sommige commissarissen nogal aan het pluche plakken. Zelfverrijking kan hen niet aangewreven worden. De hoogte van hun bezoldiging ligt doorgaans behoorlijk onder de wettelijke maxima. Volgens de JA kan dit erop duiden dat de taken als een fluitje van een cent worden gezien.
Geen interne toezichthouder
Nederland telt 258 jeugdzorgaanbieders met een omzet van meer dan 2 miljoen euro. Die zijn gescand op transparantie over intern toezicht. Wat rechtsvorm betreft werden willekeurig 25 stichtingen en 25 besloten vennootschappen geselecteerd. Bekend is dat bijna een kwart (van de 258 aanbieders in 2021) 90 procent of zelfs meer van hun omzet uit jeugdzorg haalt. Zij hebben vermoedelijk geen verplichting tot intern toezicht. Een groot deel is combinatie-instelling, die ook andere zorg levert. Met name bij kleine aanbieders ontbreekt een Raad van Toezicht, die er bij grote aanbieders nagenoeg altijd wel is. Dat laatste ook als ze uitsluitend jeugdzorg leveren en een interne toezichthouder (nog) niet verplicht is, op grond van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).
Governance verbeteren
Die eis verandert mogelijk binnenkort door het onlangs aangenomen wetsvoorstel Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg, die de touwtjes van de governance moet aantrekken. Het wetsvoorstel verplicht jeugdzorgaanbieders met verblijf met meer dan tien zorgverleners intern toezicht. Voor aanbieders van jeugdhulp zónder verblijf wordt dit verplicht als zij meer dan 25 hulpverleners in dienst hebben. Volgens de JA maakt die eis een goede inrichting van het toezicht extra relevant.
De autoriteit scande de 258 aanbieders op transparantie en checkte of er een visie op toezicht op de website staat. Dat was slechts bij 65 aanbieders het geval. Bij 50 aanbieders is gecontroleerd of zij een jaarverslag van de Raad van Commissarissen openbaar maakten, en zo ja, welke informatie daarin staat.
Weigeraars
Van de 36 voor interviews benaderde aanbieders stemden er 26 in om mee te doen aan het onderzoek. Acht daarvan hadden een omzet van tussen de twee en tien miljoen euro (klein), dertien tussen de tien en vijftig miljoen euro (middelgroot) en vijf golden hadden een omzet van méér dan vijftig miljoen euro (categorie ‘groot’). Eén aanbieder had geen interne toezichthouder. Weigeraars gaven aan ‘geen gelegenheid’ te hebben voor medewerking, door personeelsgebrek of andere prioriteiten. ‘Enigszins opvallend’, noemt de JA dat, want er werd slechts anderhalf uur van hun tijd gevraagd en geen voorbereiding.
Governancecode
Naast wetgeving hebben Raden van toezicht te maken met de Governancecode Zorg 2022. Dat instrument is niet bindend, maar meer een vorm van zelfregulering die aanbieders vraagt open te zijn over hun governance. Voor organisaties met minder dan vijftig medewerkers in dienst is deze code minder stringent. Voor wie zich er niet aan houdt zijn er nauwelijks of geen consequenties. Alle respondenten in het onderzoek van de JA zeiden de code te kennen. Of ze doordrongen zijn van de inhoud, is de vraag; van de zestien respondenten die stellig beweerden dat ze niet van de code afweken, hadden er bijvoorbeeld drie een klokkenluidersregeling op hun website. En bij sommige organisaties werden afwijkingen van de code geconstateerd.
Flinke continuïteitsrisico’s
Nu veel jeugdzorgleveranciers financieel onder druk staan of rode cijfers schrijven, zijn er flinke continuïteitsrisico’s, constateert de JA. Maar raden van toezicht en commissarissen die de organisatie, het beleid en de bestuurder moeten controleren, bleken vaak niet zwaar aan hun rol te tillen. Tijdig signaleren van interne problemen en optreden zou grote problemen kunnen voorkomen. Niet alleen voor de jeugdzorgorganisatie zelf, maar ook voor cliënten, medewerkers en de samenleving.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.