Advertentie
sociaal / Nieuws

Rotterdam als ‘laboratorium’ voor armoedebestrijding

Nieuw onderzoeksteam gaat in de armste stad van Nederland op zoek naar een effectieve aanpak van kinderarmoede

24 februari 2022
Kind kijkt naar spaarpot
Shutterstock

Wat werkt wel en wat werkt niet in de strijd tegen kinderarmoede? Die vraag wil de gemeente Rotterdam beantwoorden, samen met een nieuw onderzoeksteam dat bestaat uit een bijzonder hoogleraar, een lector en twee promovendi. Wethouder Michiel Grauss ziet zijn stad dan ook graag als ‘laboratorium’ voor effectief armoedebeleid.

Vastgoedjurist

JS Consultancy
Vastgoedjurist

Senior Adviseur Projectbeheersing

JS Consultancy
Senior Adviseur Projectbeheersing

Uniek

Een 'unieke samenwerking' wordt het genoemd door de betrokken partijen: de gemeente Rotterdam en het Nationaal Fonds Kinderhulp stellen een vierjarig onderzoeksprogramma in om meer te leren over effectieve interventies tegen kinderarmoede. Daarvoor wordt zowel een nieuwe bijzondere leerstoel als een nieuw lectoraat in het leven geroepen. Ook worden twee nieuwe promotieonderzoeken aan het thema gewijd. Kersverse bijzonder hoogleraar Kinderarmoede Nicole Lucassen (Erasmus Universiteit Rotterdam) en lector Kinderarmoede Mariëtte Lusse (Hogeschool Rotterdam) gingen op 1 februari van start.

Overal

Wat het Onderzoeksprogramma Kinderarmoede met name uniek maakt, legt Lucassen uit, is de combinatie van wetenschap, beleid en praktijk. 'Er is veel onderzoek naar armoede, maar vooral naar de gevolgen ervan. De volgende stap is: wat werkt wel en wat werkt niet? Dat is ons doel: het beleid en de praktijk adviseren over effectieve interventies.' Op die manier zal het onderzoeksprogramma waardevolle kennis moeten opleveren voor de gemeente Rotterdam, die de afgelopen collegeperiode een speerpunt maakte van het bestrijden van kinderarmoede en onder andere een pilot startte met een intensieve aanpak van armoede en schulden bij vijfhonderd gezinnen. Maar de resultaten zullen ook buiten Rotterdam bruikbaar zijn, verwacht Lusse: 'Gezinnen zoals in Rotterdam, zijn er overal.'

'Armoede blijft een groot en complex probleem'

Nicole Lucassen, bijzonder hoogleraar Kinderarmoede

Koploper

Dat een dergelijk onderzoeksprogramma in Rotterdam wordt opgezet, is geen toeval. Al jaren is de Maasstad in de CBS-statistieken 'de armste stad van Nederland'. Met 12,8 procent van de huishoudens onder de lage-inkomensgrens is het armoederisico nergens in het land hoger. Ook wat betreft kinderarmoede is Rotterdam koploper.

Arbeidersstad

'In Rotterdam wonen veel mensen met een hoger risico op armoede', legt Lusse uit. 'Eénoudergezinnen, mensen met flexcontracten of een laag loon, mensen die laaggeletterd zijn, migranten die de taal niet goed spreken; de groepen die kwetsbaar zijn voor armoede, daar zijn er veel van. Dan is het logisch dat Rotterdam als arbeidersstad een plek is met veel armoede. Maar dat neemt niet weg dat er in Den Haag, Tilburg, Groningen of Zuid-Limburg ook wijken zijn waar exact dezelfde problemen spelen.' De afgelopen jaren in het aantal Rotterdamse kinderen dat opgroeit in armoede al wel wat gedaald. 'Dat is goed om te zien', vindt Lucassen, 'maar het blijft een groot en complex probleem.'

Laboratorium

Het onderzoeksprogramma is onderdeel van een ambitieus beleidspakket van wethouder Michiel Grauss (ChristenUnie-SGP), die in 2018 de eerste armoedewethouder van Rotterdam werd. Al vanaf het begin was het testen van nieuwe werkwijzen en het samenwerken met de wetenschap een belangrijke pijler van zijn beleid. De stad fungeerde de afgelopen collegeperiode als ‘laboratorium’, schreef Grauss onlangs over zijn aanpak. 

'Verspilling'

Toen Grauss in 2019 het idee opperde om een 'leerstoel effectieve armoedeaanpak' in te stellen, stuitte hij op weerstand van twee fracties in de gemeenteraad: 50PLUS en Leefbaar Rotterdam. Die laatste partij – met afstand de grootste in de raad – vond geld uitgeven aan een leerstoel ‘een verspilling van een forse som geld die veel effectiever besteed kan worden bij het tegengaan van armoede'. De twee partijen probeerden het plan daarom te dwarsbomen, maar vonden geen steun bij de rest van de raad.

Fiets

Het onderzoeksprogramma kost de gemeente uiteindelijk 110.000 euro per jaar (en het Nationaal Fonds Kinderhulp draagt 80.000 bij). Lusse snapt dat raadsleden zich afvragen of dat geld niet beter direct naar mensen in nood kan gaan. 'Als kinderen in armoede leven, dan wil je ze die maaltijd, fiets of laptop geven. Dat snap ik. Maar als wij leren hoe je dat geld beter kunt inzetten, dan kun je kinderen op termijn veel beter helpen. Wij gaan niet nóg een keer onderzoeken wie er allemaal in armoede leven en hoe erg dat is. Wij gaan onderzoeken: hoe kunnen we bijdragen aan een oplossing?’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie