JOGG-aanpak werkt niet
In wijken met een JOGG-aanpak is acht jaar later geen afname van het aantal kinderen met overgewicht te zien.
De JOGG-aanpak, voorheen voluit Jongeren Op Gezond Gewicht genoemd, heeft sinds de invoering ervan in 2015 geen enkel effect gehad op de mate van overgewicht en het beweeggedrag van kinderen en jongeren. Sterker nog, in wijken waar de JOGG-aanpak is ingezet lijkt acht jaar later meer overgewicht voor te komen dan in wijken zonder JOGG-aanpak. Dat blijkt uit een analyse van het RIVM.
Aanpak
Het streven van JOGG is het creëren van een maatschappij waarin ‘gezond leven’ het uitgangspunt is. Om dit te bereiken, richt JOGG zich op het gezonder maken van de fysieke en sociale omgeving voor jongeren. Dit samen met gemeenten. Met de JOGG-aanpak kijken gemeenten bijvoorbeeld hoe zij de openbare ruimte beter kunnen inrichten voor beweging. Of hoe ze kunnen zorgen voor dat het voedingsaanbod in wijken gezond is.
Landelijke en lokale investeringen
Aangesloten gemeenten kunnen via JOGG gebruik maken van adviseurs, middelen en kennis. JOGG wordt grotendeels gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), maar gemeenten stellen vaak ook lokale teams in die zij zelf bekostigen. Ruim 200 gemeenten sloten zich al aan.
Onderzoeken
Eerdere onderzoeken leken positieve effecten te tonen van de aanpak. In een studie uit 2019/2020 kwam naar voren dat de JOGG-aanpak na vier jaar zorgt voor een afname van het percentage overgewicht bij kinderen en jongeren met wel acht procentpunt, maar dit effect was niet statistisch significant. In dit nieuwe onderzoek kijkt het RIVM nog eens vier jaar verder in de tijd, en analyseert het instituut ook het beweeggedrag van jongeren. De positieve trend die er was, al was die al niet significant, verdwijnt nu vrijwel helemaal.
Na acht jaar zelfs een toename
In de eerste jaren ná invoering van de JOGG-aanpak lijkt het percentage 2- tot en met 19-jarigen met overgewicht iets lager te zijn dan in niet JOGG-buurten, maar op langere termijn is het percentage kinderen met overgewicht zelfs hoger vergeleken met niet JOGG-buurten. De verschillen zijn ook dit keer in geen enkel jaar statistisch significant. Dat geldt ook voor de cijfers wat betreft beweeggedrag. Daarbij komt dat er ook geen trend te ontdekken is in die cijfers. Het ene jaar lijken JOGG-buurten meer te bewegen, maar het jaar daarna weer minder.
Geen duidelijke verklaring
Het RIVM heeft geen duidelijke verklaring voor het ontbreken van een positief effect. Wel worden in het onderzoek een aantal mogelijkheden geopperd. Zo denkt het RIVM dat na een aantal jaren de aandacht voor de aanpak afneemt, waardoor het effect ook verdwijnt. Verder wijst het RIVM erop dat overgewicht en het voldoen aan de beweegrichtlijnen niet de enige mogelijke effecten zijn. ‘De effecten op sociale en mentale gezondheid, of veranderingen in voedingspatronen en kleine veranderingen in beweeggedrag zijn in deze studie niet onderzocht.’
Intensivering
Toch kunnen de betrokken instanties niet tevreden zijn over deze resultaten. Het RIVM adviseert een intensivering van de bestaande afspraken. Maarten van Ooijen, verantwoordelijk staatssecretaris, schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat hij dat advies overneemt. ‘Ik ga met de organisatie JOGG in gesprek om de JOGG-aanpak verder te verbeteren. Daarbij leg ik de focus op het verbeteren van lange termijn effecten van de aanpak, zodat deze van invloed is en blijft op een gezondere leefomgeving voor kinderen en jongeren.’
'Eigenaarschap'
Van Ooijen wil de aanpak dus nog niet loslaten. Daarnaast wijst hij op andere onderzoeken die aantonen dat de JOGG-aanpak bijdraagt aan ‘eigenaarschap’ bij gemeenten voor het realiseren van een gezondere leefomgeving ‘en dat het stimuleren van gezonde keuzes in het beleid is opgenomen’. Het onderzoek van het RIVM toont echter aan dat dit eigenaarschap en dit beleid nog niet heeft geleid tot een afname van de problematiek.
En natuurlijk moet dat budget hoog gehouden worden en uitgebreid want onderzoek blah blah blah er is meer. Resultaten zijn er niet en wat er wel lijkt te zijn is niet uit te leggen maargoed we vreten er wel van en dat is waar het om gaat. En door.