Hulpverlening rond vechtscheidingen moet indringender
Rotterdam gaat een ‘apk’ inzetten bij scheidingen om te voorkomen dat een scheiding uitmondt in een vechtscheiding. Een mooi en noodzakelijk initiatief, omdat ik twijfel of de hulpverlening die wordt ingezet om kinderen in complexe scheidingsconflicten te ondersteunen, wel effectief genoeg is.
Steeds vaker hoor ik van medewerkers dat ze onderdeel worden van de strijd. Dat ze door ouders worden geschoffeerd of bedreigd. Vechthulpverlening wordt zo steeds meer onderdeel van het probleem. Met het kind als de grote verliezer.
Een ingewikkeld scheidingsproces, een vechtscheiding, komt ergens uit voort. Een vechtscheiding wordt vaak voorafgegaan door een vechtrelatie. Een relatie waarin kinderen leren dat ongegeneerd ruziemaken de normale omgangsvorm is. Dat is niet het warme, veilige nest wat ouders voor ogen hadden aan het begin van de relatie. Ouders zouden zich moeten schamen dat ze zo met zichzelf bezig zijn. Vaak escaleert de situatie zo dat ze totaal niet meer bezig zijn met de opvoedersrol. Het vechten, het gelijk halen, wordt de norm.
De psychiater Gordon Livingston verwoordt het in zijn boek ‘Gewoon blijven dansen’ heel mooi:
“Een mislukt huwelijk is als een slechte maaltijd: te weinig van wat we willen en te veel van waaraan we een hekel hebben. Dan volgt de bittere scheiding, waarbij mensen worden ingehuurd om een juridische strijd uit te vechten die niemand wint…Dat er in dit hele pijnlijke proces niet veel geleerd wordt, blijkt uit het feit dat tweede huwelijken een hogere kans van mislukken hebben dan eerste.”
Ervaring uit de praktijk leert dat kostbare hulpverlening die we nu massaal inzetten, langzaamaan onderdeel wordt van het gevecht. Het gaat steeds meer om de rapportages, om het juridische gedeelte. Vreemd is dat de hulpverlening ter verantwoording wordt geroepen omdat er hardop wordt afgevraagd of ze wel onpartijdig zijn, terwijl dat waar het om gaat: de jeugdhulp die we het kind willen bieden, juist in de knel komt. Dit leidt in sommige gevallen tot oeverloze discussies met ouders of zelfs tot bedreigende situaties. Dat is naar mijn idee te voorkomen door eerder en anders in te grijpen.
Ik denk dan ook dat de hulpverlening effectiever kan. Het mag naar mijn mening veel indringender. We laten ons in de zorg vaak nog teveel leiden door de reddersgeest. Terwijl we het lef moeten hebben om nog meer de confrontatie aan te gaan met ouders. Alleen dan stellen we het kind echt centraal. Dat betekent: een strengere selectie en een individuele training van ouders, voordat ze het traject ingaan.
Confronteer ouders door hardop te vragen: denk jij dat je jouw opgekropte frustraties een plek kan geven? Durf jij de andere ouder te vergeven? Durf je in de spiegel te kijken, en te werken aan jouw aandeel in de situatie en gecoacht te worden? Dan gaan we met jou het traject aan. Zo niet, dan is het de vraag of het zinvol is en wordt het een kwetsbare en kostbare zaak. Maar dat betekent dan ook dat we als hulpverleners en jeugdhulporganisaties, eerder de Raad voor de Kinderbescherming inschakelen. Omdat die complexe situatie waarin ouders zich bevinden, gewoonweg te schadelijk is voor de ontwikkeling van kinderen.
Hans de Prie
Meer columns van Hans du Prie leest u hier.
Reacties: 10
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Zonder kinderen klopt het, maar met kinderen wel degelijk in de hulpverlening.
Advocaten en bemiddelaars bemiddelen tussen de ouders en het juridische kind.
Het kind zelf staat meestal alleen tussen de partijen, omdat de meeste advocaten en bemiddelaars juridisch, materieel en financieel kijken, maar geen inzicht hebben in het kind en niet de kennis en kunde hebben om met het kind, een serieus, op het niveau van het kind "volwassen" behulpzaam en begrijpelijke gesprekken mee te voeren, laat staan begrijpen wat de hulpvraag eigenlijk is van het kind.
Dit is ze niet kwalijk te nemen, maar zij hebben geen ervaring met spreken met kinderen op vele niveaus en de communicatie van kinderen een met verschillende leeftijden van 0 tot en met 18 jaar.
In de professionele hulpverlening staat de hulpverlener voor en bij het kind, dit staat voorop.
Dan komt de confronterende bemiddeling en overleg met de ouders, 1 gesprek apart en daarna altijd aan één tafel, met voorlichting, educatie en een strakke procesbegeleiding door adequaat geschoolde jeugdprofessional als basis met uitsluitend de blik op de toekomst. Het verleden blijft waar het is, hier is nooit meer uit te komen, als je dat wilt ga je maar naar de rechter voor dat kopje van oma of de drinkbeker van opa, het kind heeft hier geen enkel belang bij.
Alles voor het kind, dat wil uiteindelijk 85% van de ouders en dat lukt ook, blijkt uit de praktijk. 15% heeft meer eigen belangen en wil het uitvechten voor de rechter. Hier blijft de jeugdprofessional voor en bij het kind staan.
Gelukkig zijn er ook gemeenten en regio's die professionals hebben overgenomen die alle ruimte krijgen voor nog verdere specialisatie en tegelijk ruimte krijgen voor het scholen, trainen en coachen van collega's in complexe zaken. Hier staat niemand meer met zijn/haar rug tegen de muur, maar kan, zo nodig, de kennis, kunde en ervaring snel naast zich hebben.
"omdat ik twijfel of de hulpverlening die wordt ingezet om kinderen in complexe scheidingsconflicten te ondersteunen, wel effectief genoeg is. "
"Steeds vaker hoor ik van medewerkers dat ze onderdeel worden van de strijd."
Het is duidelijk dat deze medewerkers niet voorbereid, opgeleid dan wel bijgeschoold zijn voor deze specialistische problematiek. Dat is de medewerkers niet te verwijten, maar wel het management.
Zij moeten weten bij wat voor problematiek, welke valkuilen en welk specialisme is vereist.
Bij alle trainingen die met vechtscheidingen te maken hebben is les 1: hoe blijf ik buiten de strijd.
Uit de praktijk blijkt dat er heel goed buiten de strijd te blijven is en bij het allergrootste deel van de zaken positieve resultaten zijn te behalen, maar dan moet je wel weten wat de problematiek inhoud, hoe deze te tackelen is en hoe jij de spreekbuis en "beschermer" begeleider/coach van het kind kan zijn. Op het moment dat je voor het kind staat kun je nooit onderdeel van de strijd worden.
Dit vereist opleiding en ervaring, waar zijn al de mensen gebleven die hier al werkzaam waren, oh ja, die zijn door veel gemeenten niet overgenomen.
Nu moet het wiel weer uitgevonden worden, maar dat hoeft niet, stuur iedereen die met echtscheidingen te maken heeft naar een goede opleiding en je ziet direct resultaat.
Valkuil: generalisten zal het nooit lukken, je hebt specialisten nodig, niet iedereen kan alles weten, het vakgebied jeugdzorg is te ver geprofessionaliseerd om iedereen alles maar uit te laten voeren.
Opleidingen te volgen o.a. bij het RINO en de Interactie Academie. Basisopleidingen bestaan uit minstens 3 dagen.
En doe er gelijk een training communiceren met kinderen en spreken met ouders - niet gemotiveerd voor hulpverlening bij, duur 2 dagen en neem de tijd om alle aanbevolen literatuur door te nemen, duur 3 dagen.
Met je eigen eerdere opleiding en ervaring en deze trainingen ben je goed voorbereid op deze problematiek, blijkt uit de regiopraktijk waar deze specialisten wel overgenomen en bijgeschoold zij, en kun je veel bereiken wat ten goede komt aan het kind, wat voorop moet blijven staan.
Ik denk dat je het heel scherp ziet. Echtscheidingen horen niet thuis in de hulpverlening. Echtscheidingen vragen om (confronterende) bemiddeling en overleg, bij voorkeur altijd aan een tafel, met educatie en een strakke procesbegeleiding door adequaat geschoolde professionals als basis. De methode overlegscheiden is ontwikkeld voor dit doel. Binnen de overlegscheiding is het horen van en zorg dragen voor de wensen van kinderen standaard. Belangrijk is dat iedere vorm van achterkamertjesoverleg wordt voorkomen door alle gesprekken te laten plaatshebben aan een tafel onder strakke gespreksleiding van een coach/mediator met gedragswetensschappelijke achtergrond en bemiddelingsvaardigheden bij alle professionals. Deze methode bewijst zich al als duurzame werkwijze met bestendige convenanten en veel zorg voor kinderbelangen. Binnen de methode wordt ook een eerste aanzet gegeven voor nazorg en APK-afspraken voor in het jaar na de scheiding.
Veel vechtscheidingen starten immers pas in het jaar na de scheiding als ouders invulling moeten gaan geven aan de afspraken die ze maakten tijdens de scheiding.
Met vriendelijke groet, Gideon de Haan