Gemeenten zijn 'branden blussen' beu
Erik Dannenberg: 'Als je steeds van brand naar brand holt, is op een gegeven moment het bluswater op.'
Het rijk slaagt er niet in om bestaanszekerheid voor iedereen te garanderen en gooit daarom allerlei crisismaatregelen bij gemeenten over de schutting. Daar hebben de gemeenten genoeg van. Het is tijd voor een langetermijnvisie, en als het rijk daar niet mee komt, dan doen de gemeenten het zelf wel.
Grens bereikt
Gemeenten hebben de afgelopen jaren – soms enthousiast, soms met tegenzin – allerlei crisismaatregelen op verzoek van het rijk uitgevoerd. Denk aan de coronavoorzieningen Tozo en TONK, de hulp aan slachtoffers van het toeslagenschandaal, de opvang van Oekraïense vluchtelingen en andere asielzoekers, en het uitkeren van de energietoeslag voor minima. Maar inmiddels is de grens bereikt. Gemeenten kunnen er niet nóg meer crisismaatregelen bij hebben. Dat signaleren wethouder Peter Heijkoop en Divosa-voorzitter Erik Dannenberg. Beiden zien dat de professionals in het sociaal domein onder grote druk staan.
De steunpakketten zijn ongericht én te laat.
Deltaplan
Al ruim anderhalf jaar geleden schreef de Dordtse wethouder Peter Heijkoop (armoede, werk en inkomen, CDA) samen met zijn Amsterdamse collega Rutger Groot Wassink (sociale zaken, GroenLinks) een Deltaplan Bestaanszekerheid. ‘Te veel mensen hebben moeite om rond te komen, of ze nu werken of op een uitkering zijn aangewezen’, schreven ze.
Verlanglijstje
Het plan was een analyse van de weeffouten in de sociale zekerheid, maar ook een verlanglijstje gericht aan het kabinet-Rutte IV, dat op dat moment nog aan het formeren was. De twee wethouders pleitten voor een verhoging van het minimumloon en de uitkeringen, een vereenvoudiging van het toeslagenstelsel en de Participatiewet, een verlaging van de belastingdruk voor lage en middelinkomens en meer bescherming en zekerheid voor flexwerkers en zelfstandigen. ‘Wij gaan ervan uit dat een nieuw kabinet deze handschoen oppakt’, sloten Heijkoop en Groot Wassink hun pleidooi af.
Laten liggen
Heeft de regering die handschoen inderdaad opgepakt? Nog te weinig, wat Heijkoop betreft. ‘Positief is dat bestaanszekerheid nadrukkelijker op de politieke agenda staat’, zegt de wethouder. ‘Minister Carola Schouten zet stappen, ook al zijn het kleine stappen, om de scherpe randjes van de Participatiewet af te halen. Maar de fundamentele wijzigingen die doorgevoerd hadden moeten worden – de toeslagen, het fiscale stelsel, de arbeidsmarkt – die heeft het kabinet toch eigenlijk allemaal laten liggen.’
Mensenwerk
Heijkoop: ‘De twee ministers van SZW zijn met een veel te smalle beurs op pad gestuurd door het kabinet. Carola Schouten stelt allemaal goede maatregelen voor, maar dat loopt wel dik in de papieren. Al dat maatwerk, dat is gewoon ambtelijke capaciteit, dat is mensenwerk. Je kunt niet zeggen: ik krijg van het kabinet geen middelen, dus ik leg de rekening bij de gemeenten neer.’
Het zijn steeds dezelfde werknemers die hun werk moeten laten vallen om nieuwe crisisregelingen uit te voeren.
Paniekmaatregel
In plaats van structurele versterkingen van de bestaanszekerheid, ziet Heijkoop vooral crisisbestrijding. ‘De steunpakketten zijn ongericht én te laat. De 190 euro die we in november en december allemaal krijgen, dat is een pure paniekmaatregel. Dat komt omdat het kabinet te laat is begonnen met afspraken maken over een prijsplafond. Dat was haastwerk in de week voor Prinsjesdag.’
Belastingdienst
En dan is er de energietoeslag: die is weliswaar meer gericht, maar wel onhandig uitgevoerd. Heijkoop: ‘We hebben vanaf het begin aangegeven: zo’n generieke toeslag moet je eigenlijk via de Belastingdienst doen. Wij hebben het gedaan omdat het alternatief was dat de energietoeslag er niet kwam.’
Schot hagel
Ook Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, de landelijke vereniging voor gemeentelijk leidinggevenden in het sociaal domein, ziet vooral paniekvoetbal in Den Haag. ‘Ik zie veel tijdelijke, grofmazige maatregelen. Een schot hagel in de hoop dat het doel treft. Ik kreeg ook die 190 euro, en ik heb het helemaal niet nodig.’
Het kabinet wankelt van crisis naar crisis.
Versleten
Dannenberg merkt ook dat de crisisregelingen een zware wissel trekken op de gemeentelijke uitvoering. ‘Het zijn steeds dezelfde werknemers die hun werk moeten laten vallen om nieuwe crisisregelingen uit te voeren. Die groep is aardig versleten. Als je steeds van brand naar brand holt, is op een gegeven moment het bluswater op.’
Vermoeidheid
Dat herkent wethouder Heijkoop: ‘Als gemeenten staan we voortdurend in de frontlinie. Je merkt dat de vermoeidheid toeneemt.’ Daar komt bij dat het op de krappe arbeidsmarkt niet gemakkelijk is om nieuw personeel aan te trekken. Heijkoop: ‘Omdat het steeds om kortdurend crisisgeld gaat, kunnen we niet investeren in de organisatie. Het is steeds tijdelijk personeel zoeken op een drooggekookte arbeidsmarkt.’ Dannenberg: ‘Zelfs bij de detacheringsbureaus is de ruif redelijk leeggegeten.’
Langetermijnvisie
Zowel Heijkoop als Dannenberg pleiten al langer voor rijksbeleid dat verder vooruitkijkt. Anticiperen op toekomstige problemen kan immers voorkomen dat er in alle haast crisisregelingen moeten worden opgetuigd. Maar het rijk geeft nog weinig blijk van een meer toekomstgerichte blik. Heijkoop: ‘Dit kabinet en de vorige kabinetten, laat ik het zacht uitdrukken, blinken niet uit in langetermijnvisies. Ze wankelen van crisis naar crisis.’
Stip
In plaats van te wachten op de volgende crisisregeling die het rijk over de schutting gooit, moeten gemeenten daarom zelf het initiatief nemen om zo’n langetermijnvisie te ontwikkelen, vindt Heijkoop. ‘We willen nu de rollen omdraaien. We zijn vanuit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bezig met de Denktank 2040, waarin we nadenken over de toekomstige uitdagingen voor Nederland – op het gebied van bestaanszekerheid, maar ook bijvoorbeeld ruimtelijke ordening en klimaat. Daarmee zeggen we tegen het rijk: dit is onze stip op de horizon, doen jullie mee?’
Lees de rest van dit artikel in Binnenlands Bestuur nummer 24.
Wat ik dan weer niet begrijp dat is dat de gemeente Dordrecht een heel park heeft opgericht voor distributiebedrijven en dat de wethouders van Dordrecht daarbij hebben staan te juichen. Daarmee snijden ze in hun eigen vlees. Dit park heeft alleen geleid tot duizenden Oost Europeanen die de schaarse woningen in Dordrecht en omgeving betrekken. Er gaan tegen alleen minimumloon zonder pensioenvoorziening geen bijstandstrekker aan het werk. Die Oost Europeanen hebben na vijf jaar recht op alle sociale voorzieningen, hebben onvoldoende AOW, geen pensioen en vergroten de armoede problematiek in Nederland in de toekomst aanmerkelijk.