Advertentie
sociaal / Nieuws

‘Grassroots’ de oplossing in ‘probleemwijken’?

Grote welzijnsorganisaties winnen maar weinig vertrouwen in kwetsbare wijken.

03 april 2024
ANP Achterstandswijk Rotterdam
ANP/Hollandse Hoogte/Hans van Rhoon

Waar zet je als gemeente op in als je wijken met sociale problematiek wil ontwikkelen? Grote, commerciële welzijnsorganisaties maken een belangrijk deel uit van het lokale zorgaanbod, en steeds vaker besteden gemeenten uit aan één partij die vrijwel alles binnen het sociaal domein moet uitvoeren. Professionalisering van de ‘sociale basis’ kent ook keerzijden, volgens deze adviseur van SZW.

Coördinator Jaaropdracht cluster Ruimtelijke Belangen Behartiging

JS Consultancy
Coördinator Jaaropdracht cluster Ruimtelijke Belangen Behartiging

Clusterhoofd beheer regio Zuid-West

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Clusterhoofd beheer regio Zuid-West

Farid Bouchlaghmi kent beide kanten van het verhaal. Als vrijwillig bestuurder en sociaal ondernemer is hij actief voor een organisatie die onder andere werkt in een wijk met sociale problematiek, daarnaast werkt hij voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij ondersteunt gemeenten en welzijnsorganisaties als het gaat om mogelijke spanningen in wijken of gemeenten.

Blijven buitenstaanders

Bouchlaghmi ziet dat het vaak valt of staat met het vertrouwen dat gemeenten aan wijken geven. Welzijnsorganisaties zijn vaak de grote gevestigde partijen, die met een opdracht de wijk of stad in worden gestuurd. ‘Ik trek niet de individuele intentie in twijfel, in tegendeel. Maar wel het systeem waarbinnen we werken’, benadrukt Bouchlaghmi. Ambtenaren, wijkbeheerders en jongerenwerkers, om maar een paar professionals binnen het gemeentelijk welzijnsnetwerk te noemen, doen heel erg hun best om contact te vinden in ‘probleemwijken’. Toch blijven ze, ook in hun eigen ervaring, vaak buitenstaanders.

Duurzame relatie

‘De wijkagent, beweegcoach, maatschappelijk werker of buurtbeheerder is een passant. Er is geen duurzame relatie en dus geen vertrouwen. En vaak is de vervanger ook een passant. Met een beetje geluk voor een jaar of twee. Misschien drie. En dan lonkt de volgende carrièrestap. Mensen die er langer werken zijn echt de uitzondering.’ Kwetsbare wijken en inwoners reageren daarnaast minder goed op initiatieven die van bovenaf worden opgelegd. Gebeurtenissen als de toeslagenaffaire hebben het vertrouwen aantoonbaar verminderd.

Eigen kracht

Maar ook lokaal spelen overheden niet genoeg in op de eigen krachten in een wijk, vindt Bouchlaghmi. Er is veel gemeenschapszin, en vaak zijn er veel kleine organisaties die al jaren actief zijn in de wijk. Clubjes die vanuit de wijk zelf zijn opgekomen en zich vervolgens hebben verenigd in een stichting of vereniging. Maar juist die organisaties, die wel het vertrouwen genieten, verkeren vaak in een eeuwige strijd om subsidie.  ‘Het is nooit een vetpot. Vaak niet eens cao-conform of geïndexeerd. Laat staan dat het middelen zijn waarmee zo'n organisatie zich duurzaam kan vestigen in de stad of wijk. Van jaar tot jaar moeten ze vaak smeken om subsidie.’

Too big to fail

De grote welzijnsorganisaties, met daarin de ‘passanten’, kennen die strijd veel minder. ‘Dat zijn de organisaties die ‘too big to fail’ zijn binnen een gemeente. De organisaties die vette projectplannen kunnen schrijven. Die een heuse subsidieadviseur in dienst hebben. Een managementlaag en directie hebben die de 06- hebben van de wethouder en burgemeester.’ Ondanks het gewicht dat gemeenten deze organisaties toekennen leveren ze volgens Bouchlaghmi niet per definitie beter werk.

Vertrouwen laten groeien

‘De organisaties die ‘grassroots’ zijn ontwikkeld werken met hun hart, omdat ze hun eigen buren, vaders, moeders, ooms en tantes helpen. En ondertussen vragen ambtenaren en andere instituties, die deze lokale projecten niet genoeg steun geven, zich af waarom ze geen contact kunnen leggen met mensen. Dat is omdat zij er niet zijn om er écht voor die wijk te zijn. Op de lange termijn. Omdat ze geen kansen bieden aan duurzame relaties. En dus vertrouwen niet kunnen laten groeien.’

Oneerlijk speelveld

‘Ik werk zelf voor een grassroots-organisatie, en ben daarom misschien niet objectief. Maar ik heb daardoor wel gezien dat het speelveld niet gelijk is. Dat begint bij de basis. Gemeenten houden er te weinig rekening dat de kleinere organisaties soms ook leunen op vrijwilligers die het naast een fulltime baan doen. En dat je dus niet dezelfde verwachtingen kunt hebben als bij de grote organisaties.

'Kleine organisaties zijn het fundament'

De kleinere organisaties kunnen bijvoorbeeld niet altijd aanwezig zijn bij alle vergaderingen en bijeenkomsten. Dat zorgt soms voor gefronste wenkbrauwen. De wijze van verantwoording is voor grote en kleine organisaties hetzelfde, terwijl het voor een kleinere relatief veel intensiever is. Misschien kunnen ze zich ook wel anders verantwoorden. Daar moet je als gemeente rekening mee houden. Want in al die gemeenten zijn de kleine organisaties, zeg ik in alle bescheidenheid, het fundament in je wijk.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Bert Bakker
In probleemwijken moet eindelijk gehandhaafd worden. Criminaliteit en verdere wetteloosheid moeten bestraft worden in plaats van zeker weten, sowiso, onder de tafel geveegd te worden.
We moeten af van die buurtvaders en gewoon de hermandad inzetten. Bureau in de wijk. En geen ontzag of speciale behandeling voor afkomst of overtuiging. We zijn toch allemaal gelijk.
Hielco Wiersma
Waar zijn de wijkagenten? Nog nooit één gezien, zeker niet op de fiets. Mogelijk in een auto die door de straat raced?
Advertentie