Gemeenten houden hart vast voor Wmo-uitgaven
Bij een aantal gemeenten dat al voor dit jaar de eigen bijdrage voor Wmo-maatwerkvoorzieningen hadden verlaagd of afgeschaft, is sprake van een toename van het aantal Wmo-cliënten. Dat zegt echter niets over de gevolgen van de invoering van het Wmo-abonnementstarief per 1 januari dit jaar. Dat is andere koek, benadrukken gemeenten.
Bij enkele gemeenten die al voor dit jaar, op eigen initiatief, de eigen bijdrage voor Wmo-maatwerkvoorzieningen hadden verlaagd of afgeschaft, is sprake van een toename van het aantal Wmo-cliënten. Zij kunnen echter niet aangeven of die verlaging een-op-een heeft geleid tot een toename van het aantal Wmo-cliënten. Het zegt echter niets over de gevolgen van de invoering van het Wmo-abonnementstarief per 1 januari dit jaar. Dat is andere koek, benadrukken gemeenten.
Drastischer effect
De eerder doorgevoerde lokale beleidswijzigingen rondom eigen bijdrage zijn niet vergelijkbaar met het abonnementstarief van 17,50 euro per vier weken dat nu is ingevoerd, stellen Gouda en Raalte. ‘Via het abonnementstarief wordt de koppeling met het inkomen losgelaten’, aldus een woordvoerder van de gemeente Gouda. Daar sluit Zaanstad zich bij aan. Juist die ontkoppeling heeft een aanzuigende werking en daarmee een drastischer effect, stelt Zaanstad.
Stijging
Tubbergen verwacht dat 60 procent van de cliënten die in de afgelopen jaren geen beroep meer deden op een indicatie huishoudelijke ondersteuning en op begeleiding zich weer gaan melden voor een indicatie huishoudelijke ondersteuning vanuit de Wmo. De vraag naar hulpmiddelen en woningaanpassingen stijgt naar verwachting met 25 procent. Samen met de gederfde inkomsten uit eigen bijdragen zijn de structurele extra kosten voor Tubbergen op jaarlijks één miljoen euro begroot. Een deel daarvan wordt door het rijk gecompenseerd. ‘Er wordt de komende tijd ingezet op onder andere preventie en vroegsignalering om daarmee de tekorten in de Wmo zoveel mogelijk te beperken’, aldus de woordvoerder. De Drechtsteden zien over januari een stijging van het aantal afgegeven Wmo-beschikkingen ten opzichte van januari vorig jaar, maar vinden het te prematuur om die stijging toe te schrijven aan de invoering van het Wmo-abonnementstarief. Ede houdt rekening met een stijging van tien procent van het aantal Wmo-cliënten. Helmond houdt op verzoek van de raad de vinger aan de pols.
Afzien van zorg
Tientallen gemeenten hebben de afgelopen jaren de eigen bijdrage voor Wmo-maatwerkvoorzieningen verlaagd of (deels) geschrapt. Hiermee wilden ze met name voorkomen dat mensen zouden afzien van zorg. Gemeenten deden dat op verschillende manieren. Zo stelde Zaanstad per 2015 onder meer een plafond in voor eigen bijdragen. Ede verlaagde in 2017 het zogeheten marginale inkomensafhankelijke tarief van 12,5 naar 10 procent. Het marginaal tarief is een percentage dat bepaalt hoe snel de maximale periodebijdrage stijgt naarmate het inkomen omhoog gaat. Het verlagen van dit percentage zorgt ervoor dat de stijging van de eigen bijdrage wordt afgevlakt. Ook Gouda verlaagde het marginaal tarief. ‘Hiermee ging de eigen bijdrage omlaag vooral voor middeninkomens, maar bleef de koppeling van de eigen bijdrage met het inkomen’, aldus een woordvoerder. Raalte voerde per 2017 een generieke korting op de eigen bijdrage in door de laagste periodebijdrage voor alle Wmo-gebruikers met 15 procent te verlagen. Andere gemeenten kozen ervoor om, soms voor specifieke inkomensgroepen, de eigen bijdragen helemaal af te schaffen. Zo schrapten de Drechtsteden de eigen bijdragen voor individuele begeleiding of groepsbegeleiding en verlaagden de eigen bijdrage voor alle Wmo-gebruikers met 33 procent. Helmond nam diverse maatregelen om de eigen bijdrage te verlagen, waaronder de ophoging van de inkomensgrens met 25 procent. Gemert-Bakel voerde vorig jaar al een vaste eigen bijdrage voor vrijwel alle Wmo-voorzieningen in van 17,60 euro per vier weken.
Wisselend beeld
Gezien de verwachting en vrees van gemeenten dat de invoering van het Wmo-abonnementstarief van 17,50 per vier weken zal leiden tot een (forse) toename van het aantal Wmo-gebruikers, en daarmee kosten, legde Binnenlands Bestuur een aantal gemeenten de vraag voor of de (eerdere) verlaging van de eigen bijdrage tot een toename van het aantal Wmo-gebruikers heeft geleid. Dat levert een wisselend beeld op.
Enig verband
Hoewel Gemert-Bakel geen harde cijfers heeft, stelt de gemeente dat er wel ‘enig verband’ lijkt te bestaan tussen het verlagen van de eigen bijdrage en de lichte stijging (ongeveer vijf procent) van de kosten voor huishoudelijke ondersteuning in 2018 ten opzichte van 2017. De Drechtssteden stellen dat er weliswaar sprake is van een stijging van het aantal Wmo-gebruikers, maar dat die niet alleen wordt veroorzaakt door de verlaging van de eigen bijdragen. Ook andere oorzaken spelen mee, zoals het effect van wijkteams en de vergrijzing. Raalte ziet een toename in het aantal aanvragen in 2017 ten opzichte van 2016, maar kan ‘niet aantoonbaar maken dat de korting op de eigen bijdrage direct een aanzuigende werking heeft gehad’. De gemeente heeft ook andere maatregelen genomen om de inwoners met een laag en middeninkomen te compenseren in hun hoge zorgkosten.
Geen onverklaarbare toename
In Helmond hebben de maatregelen voor zover bekend niet geleid tot een toename. Ook in de regio Meierij, inclusief Meijerijstad, heeft het soepeler eigen bijdrage-beleid niet geleid tot een onverklaarbare toename van meldingen. ‘Het eigen bijdrage-beleid is niet tot in detail geëvalueerd’, tekent de woordvoerder daarbij aan. Gouda heeft geen onderzoek gedaan naar een eventuele aanzuigende werking in de middeninkomens door die beleidswijziging, zo laat de woordvoerder weten. ‘De verlaging van het marginale tarief heeft niet geleid tot een significante aanwijsbare stijging van het aantal cliënten’, stelt een woordvoerder van Ede.
Financieel gewin
De lokale maatregelen, en de effecten daarvan, zijn echter niet vergelijkbaar met de verwachte effecten van de invoering van het Wmo-abonnementstarief, benadrukken gemeenten. ‘De korting die wij hebben verleend, leverde vooral financieel gewin op voor de inwoners in de lagere inkomensklasse. Hiermee kan ook geen vergelijking worden gemaakt met het abonnementstarief dat een voordeel oplevert voor inwoners in een hogere inkomenscategorie. Juist deze groep inwoners koos er eerder voor om een voorziening zelf te betalen’, aldus een woordvoerder van Raalte.
Betaalbaarheid onder druk
Ook Gouda benadrukt dat de eigen beleidswijziging niet vergelijkbaar is met het abonnementstarief dat op 1 januari is ingevoerd. ‘Het college begrijpt de bedoeling achter het abonnementstarief om te komen tot een systematiek die simpeler is. Echter, de gekozen uitwerking waarbij de koppeling met het inkomen wordt losgelaten vindt het college financieel risicovol. Bovendien wordt ingegaan tegen de gedachte van de Wmo waarbij eigen verantwoordelijkheid een belangrijke rol speelt. Op termijn kan de nieuwe systematiek de betaalbaarheid van de Wmo en het bredere sociaal domein onder druk zetten’, zo heeft het college onlangs aan de raad laten weten. Het Goudse college verwacht een stijgende zorgvraag. Deze wordt gemonitord. ‘De aanzuigende werking zoals nu met de invoering van het abonnementstarief heeft een drastischer effect’, stelt ook Zaanstad. ‘Het beleid van Zaanstad was nog altijd gebaseerd op inkomen en werd door de Wmo geïndiceerde naar draagkracht een bijdrage geleverd. Het abonnementstarief is niet afhankelijk van inkomen en vermogen en heeft om die reden veel grotere aanzuigende werking.’
Compensatie
Het college van Ede heeft geen goed woord over voor het nieuwe abonnementstarief evenals de door het rijk geboden compensatie. Die schiet tekort en houdt onder meer geen rekening met de extra uitvoeringskosten die met de verwachte stijging van het aantal Wmo-aanvragen gepaard zal gaan. ‘Het abonnementstarief Wmo gaat wat de gemeente Ede betreft lijnrecht in tegen de visie op de Wmo, waarbij we een beroep doen op de eigen kracht van inwoners. Dit past ook niet binnen de ingezette landelijke insteek van een sterke participatiesamenleving met daarin plaats voor de eigen rol van gemeenten. Eigen kracht is ook - tot op zekere hoogte - eigen financiële kracht’, laat de woordvoerder van Wmo-wethouder Lex Hoefsloot weten.
In juni stemde ruim 96 procent van de gemeenten tegen invoering van het Wmo-abonnementstarief. Dat deden zij tijdens de Algemene Ledervergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Simpeler kunnen we het niet maken.