VNG: meer zeggenschap over cultuur
Gemeenten zijn de grootste financier van kunst en cultuur. ‘Dat is een groot goed. Maar we willen ook meer zeggenschap hebben.’
Uitgangspositie van de deze week gepresenteerde cultuurpropositie van de VNG is om cultuur voor alle inwoners toegankelijk, bereikbaar en aantrekkelijk te houden. Maar de huidige afgebakende rolverdeling is niet langer houdbaar. Rijk, gemeenten en provincies zouden veel meer gezamenlijk de verantwoordelijkheid van de cultuurborging op zich moeten nemen. Daarom wil de VNG toewerken naar één bestuurlijke agenda.
Niet toevallig verscheen de cultuurpropositie vrijwel gelijktijdig met het advies van de Raad voor Cultuur dat dinsdag wordt overhandigd aan Fleur Gräper, demissionair staatssecretaris van Cultuur en Media. Namens de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs gaat Marcelle Hendrickx, wethouder cultuur in Tilburg, in een interview met Binnenlands Bestuur nader in op de inhoud van de propositie.
‘Deze propositie is het resultaat van een klein maar intensief jaar overleg en discussie over een gezamenlijke gemeentelijke visie op cultuurbeleid’, valt te lezen. Wat waren de pijnpunten?
‘Het was meer dat we vorig jaar zeiden dat het van de gekke is dat we als VNG niet een stevige en duidelijke eigen visie hebben op kunst en cultuur. Dat hebben we ook op de andere onderdelen van het sociaal domein en ten aanzien van onze eigen rol daarin. We hebben er dus een klein jaar voor genomen om dat te ontwikkelen. Met wie gaan we in gesprek, op welke manier en wat levert dat op? En hoe kunnen we dat in lijn met het proces van de Raad voor Cultuur organiseren, zodat onze partners niet overmatig worden bevraagd. Er waren dus niet zozeer pijnpunten over de inhoud, maar het proces was wel helpend om te weten wat voor ons belangrijk is. We hebben de vraag gesteld: kunnen we met elkaar komen tot een gemeenschappelijk standpunt over wat gemeenten zelf als hun verantwoordelijkheid zien op kunst en cultuur? En wat hebben ze dan te organiseren en te borgen via rijk en hoe moet dat er dan uitzien? Eenzelfde verkenning als de Raad voor Cultuur.’
De voorstellen die de Raad voor Cultuur doet gaan hand in hand met de pijlers uit de VNG-propositie: cultuurstimulering, cultuurspreiding en -financiering. Is er dan ook afgestemd?
‘We hebben onder meer een diner pensant georganiseerd. Veel wethouders en gemeenten willen een basisniveau van voorzieningen voor kunst en cultuur borgen. Nu is dat bijvoorbeeld voor bibliotheken geregeld. Die partijen spreken op dezelfde manier met de Raad voor Cultuur. Daaruit komen de voorstellen voor een kaderwet. Dat vinden wij een interessant idee, maar voor ons betekent het wel: grondig verkennen. Wat houdt de zorgplicht in? Welke financiële middelen staan daar tegenover? Het rijk is niet altijd een betrouwbare partner gebleken, dus: taken met knaken. En als je een wet met een ondergrens vastlegt, kan dat op cultuurrijke plekken mogelijk tot afbreuk leiden. We zijn ook met het onderwijs in overleg. Dat hoort allemaal bij de verkenning. En we moeten bijvoorbeeld ook de gecombineerde financiering door overheid en particulieren niet ontmoedigen.’
In het land wordt sterk gevoeld dat het land niet op dezelfde manier van al die voorzieningen kan profiteren
U wilt meer spreiding. In hoeverre schiet dat nu tekort?
‘Dat tekort constateren we allebei. In het land wordt sterk gevoeld dat het land niet op dezelfde manier van al die voorzieningen kan profiteren. Het is de vraag of dat beeld klopt, maar het wordt zo gevoeld. Als overheid moet je veel meer als één overheid optreden. Maak regelingen voor kunstenaars en de sector eenvoudiger en zorg voor minder bureaucratie. Gemeenten zijn de grootste financier van kunst en cultuur. Dat is een groot goed. Maar we willen ook meer zeggenschap hebben. Dat is een verantwoordelijkheid voor onszelf.’
De VNG pleit ook voor het verder ophogen van het Gemeentefonds met het oog op ‘fair pay’ voor iedereen in de cultuursector. Hoeveel moet dat worden opgehoogd? En hoe realistisch is dat?
‘Als je iets vergelijkbaars wilt als bij de bibliotheken, dan moet dat omhoog. De RvC vraagt ook om meer middelen. Als we minder krijgen, dan is er minder over en meer te verdelen. Dan moeten we andere keuzes maken. Gezamenlijk optreden als overheid is belangrijk. Als VNG vinden wij de waarde van kunst en cultuur enorm. Niet alleen intrinsiek, maar ook voor de maatschappelijke betekenis. We hebben het ingezet bij grote opgaven in het sociaal domein, zoals bij ouderen. Met de vergrijzing kan de inzet van kunst en cultuur veel betekenen tegen eenzaamheid en voor activering en voor sociaal-maatschappelijke vraagstukken. In mijn eigen stad loopt een succesvol project, waarbij ouderen met elkaar naar het theater gaan. Dat wordt vanuit de wijk georganiseerd. Het Danspaleis is een landelijk initiatief, waar oudere mensen komen dansen. Dat is enorm succesvol. Op die manier creëer je nieuwe ontmoetingsplekken die verder gaan dan de bingo en je bereikt ook een andere groep.’
Kunst en cultuur biedt een kans op meer kansengelijkheid en op talentontwikkeling
In de propositie staat ook dat financiering van de cultuursector niet zou moeten plaatsvinden op basis van ‘individuele lobby’s’, maar ‘vanuit inhoudelijke analyses die bepalen wat lokaal en regionaal nodig is’. Hoe worden die inhoudelijke analyses dan gemaakt?
‘Waar is behoefte aan en wat is noodzakelijk? Daar zijn best veel inzichten over. De Boekmanstichting verspreidt informatie en kennis. Iedereen lobbyt nu voor de eigen organisatie. Dat mag wat minder. Wij zijn nog maar aan een propositie toegekomen, maar dit komt ook uit het veld van deskundigen en zie je ook terug bij de Raad van Cultuur. Dit gaat ook over lange termijnfinanciering. Maatschappelijke opgaven vormgeven lukt daarmee ook beter. Je moet die organisaties dan ook fatsoenlijk betalen.’
U pleit voor een minimumbedrag voor cultuureducatie en participatie per gemeente op basis van de jeugdpopulatie. Hoe moet dat er dan uitzien?
‘Ja, met inachtneming van wat het salaris dan daadwerkelijk is. Je moet ook nog de wegingsfactoren meenemen. Er zijn jongeren uit gezinnen die al automatisch gaan. Op andere scholen wil je meer het verschil maken. Je kunt daar verschillende scenario’s voor uitdenken.’
Wat verwacht u van de formerende partijen? Die lijken te willen bezuinigen op kunst en cultuur.
‘Daar heb ik nog niks over gehoord. Kunst en cultuur biedt een kans op meer kansengelijkheid en op talentontwikkeling. Dat raakt aan armoedebeleid en bestaanszekerheid. Je kunt het verschil maken. De Nederlandse cultuur is ook belangrijk. Dat zijn vele goede redenen bij elkaar om juist voor kunst en cultuur te kiezen.’
https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/cultuur-en-erfgoed/subsidies-cultuur-en-erfgoed