Gemeenten eisen ook voor korte termijn extra rijksgeld
De financiële nood van gemeenten moet voor 2022 en 2023 worden gelenigd. Dat eisen gemeenten.
Nog deze maand moeten afspraken met het kabinet worden gemaakt over het oplossen van de financiële problemen van gemeenten. De nood moet voor 2022 en 2023 worden gelenigd. Daarnaast moet het gemeentelijk budget voor de jaren na 2023 structureel worden verhoogd. Als dat niet gebeurt, kan het kabinet de steun van gemeenten bij onder meer de woningbouwopgave of energietransitie vergeten.
Brief aan kabinet
Een brief met deze strekking heeft het VNG-bestuur vrijdagmiddag naar het kabinet gestuurd. Als het kabinet niet op korte termijn gemeenten tegemoetkomt, besluit het VNG-bestuur medio juni in overleg met alle gemeenten welke stappen gemeenten gaan zetten in strijd tegen de ‘disbalans tussen enerzijds de wettelijke verantwoordelijkheden en anderzijds de niet-toereikende financiële middelen’, aldus de brief aan het kabinet.
Financiën op orde
Het bestuur verstuurde de brief nadat eerder die dag gemeenten massaal hun steun gaven aan de VNG-resolutie ‘Herstel van bestuurlijk en financieel vertrouwen’, tijdens de algemene ledenvergadering (ALV) van vrijdag. Kern van die resolutie, waarin de inzet van de gemeentekoepel voor de kabinetsformatie staat verwoord, is dat de financiële positie van gemeenten eerst op orde moet zijn, ‘voordat met een nieuw kabinet afspraken gemaakt kunnen worden over betrokkenheid van gemeenten bij de ambities van het nieuwe kabinet.’ Ook moeten de bestuurlijke verhoudingen worden herijkt.
Kiezen tussen twee kwaden
Maar gemeenten kunnen vanwege de acute geldnood niet op een nieuw kabinet wachten. Om acute zorgen te verlichten, moet het kabinet ook ‘voor dit en volgend jaar in de buidel tasten’, aldus Van Zanen. ‘Als de financiële positie van gemeenten niet verbetert, dan zullen heel veel gemeenten zich gedwongen voelen een niet-sluitende begroting in te leveren’, waarschuwde Van Zanen. ‘Dan kunnen wij misschien zelfs geen rol meer spelen in het klimaatakkoord. Dan kunnen wij de Omgevingswet niet uitvoeren. Dan worden wij wellicht gedwongen om voor uitgaven in het sociaal domein de financiële weigeringsgrond te hanteren.’ Onwenselijk, vindt Van Zanen, maar ‘als het rijk niet over de brug komt worden we gedwongen om te kiezen tussen twee kwaden. Dan vindt er de komende jaren een enorme kaalslag plaats in de voorzieningen.’
Maand van de waarheid
Het eerste probleem dat getackeld moet worden, is het tekort op de jeugdhulp. ‘Februari is de maand van de waarheid’, benadrukte de Rotterdamse jeugdwethouder en VNG-bestuurslid Sven de Langen (CDA). ‘Het kabinet erkent de hoogte van het tekort (op de jeugdhulp, red), maar met erkenning koop je niets’, stelde De Langen. Deze maand komt het kabinet met een voorstel om dat tekort te dichten. Als het VNG-bestuur niet kan leven met dat voorstel, wil het arbitrage inzetten.
Klimaatakkoord
Het tekort op de jeugdhulp is weliswaar een groot financieel probleem voor gemeenten, maar lang niet het enige. De eensgezindheid dat er veel, heel veel extra geld nodig is voor gemeenten, is groot, zo bleek tijdens de ALV. Het gaat naast het jeugdbudget ook om onder meer extra geld voor de gemeentelijke inspanningen rondom de uitvoering van het Klimaatakkoord en voor de Omgevingswet. Gemeenten willen daarnaast af van de opschalingskorting en van het Wmo-abonnementstarief. Gemeenten willen een groter lokaal belastinggebied. De herverdeling van het gemeentefonds ligt zwaar op de maag.
Opschalingskorting
Moties die waren ingediend en die allemaal draaiden om meer geld voor gemeenten, werden, op een na, massaal aanvaard. Zoals de motie van Krimpenerwaard, waarin wordt gepleit voor afschaffing van de opschalingskorting en het Wmo-abonnementstarief (of compensatie van het nadeel) en structureel 1,7 miljard euro extra voor de jeugdzorg. Ook de motie van Assen, waarin wordt aangedrongen op volledige compensatie van de kosten om gemeenten hun regierol te kunnen laten vervullen in het klimaatakkoord, werd door vrijwel alle gemeenten omarmd. Volgens de Raad voor het Openbaar Bestuur is daar de komende drie jaar zo’n 1,8 miljard euro voor nodig.
Weglopen onderhandelingstafel
De motie van Zoetermeer - Raden in Verzet werd door tweede derde van de gemeenten verworpen. Het VNG-bestuur had deze motie ontraden. In die motie werd de VNG opgeroepen bij het kabinet aan te dringen om minimaal 2 miljard euro extra voor 2021 en ook voor 2022 aan het gemeentefonds toe te voegen, in afwachting van een structurele oplossing. Als dat bedrag niet in de meicirculaire wordt geregeld, moet de VNG haar onderhandelingen met het kabinet opschorten. Het VNG-bestuur vindt het voorbarig om bedragen te noemen. Niet alleen de tekorten op jeugdhulp, maar ook de omvang van de benodigde gemeentelijke budgetten voor de Omgevingswet en het Klimaatakkoord en de opschalingskorting moeten in de financiële claim van gemeenten worden meegenomen. Ook vindt de VNG het onverstandig om aan te geven wat exact het moment is om van de onderhandelingstafel weg te lopen. ‘Dat is strategisch gezien niet handig’, aldus Van Zanen. Nu is het daar in ieder geval nog te vroeg voor, aldus Van Zanen.
Zorgen over actiebereidheid
Raden in Verzet maakt zich zorgen over de actiebereidheid van de VNG. ‘We moeten echt actie gaan voeren’, benadrukte Marijke van der Meer, fractievoorzitter van Zó! Zoetermeer en initiatiefneemster van het actiecomité. Een derde gemeente steunde de motie en werd daarmee verworpen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.