Extra vakantie voor zieke ambtenaren

Gemeenten en ministeries kunnen een strop van minimaal 5 miljoen euro tegemoet zien als het vonnis van de Amsterdamse rechter over de opbouw van vakantierechten van zieke werknemers overeind blijft in hoger beroep. Dit blijkt uit een recente berekening van human resources-bureau Corgwell. De berekening is gebaseerd op de uitspraak van de Amsterdamse rechter afgelopen zomer. Die stelde een ambtenaar van Justitie in het gelijk in een geschil over de opbouw van vakantiedagen.

Volgens het Arar, het reglement waarin de arbeidsvoorwaarden van rijksambtenaren zijn vastgelegd, hoeven rijkswerkgevers alleen in het eerste half jaar van ziekte vakantiedagen toe te kennen. In het tweede ziektejaar krijgt de ambtenaar helemaal geen vakantiedagen meer. Deze bepaling geldt overigens voor alle werknemers in het land. De Amsterdamse rechter vond deze regelgeving echter strijdig met een Europese richtlijn. Die bepaalt dat vakantie-uren niet ingeperkt mogen worden in geval van ziekte.

Dankzij dit vonnis kunnen alle ambtenaren die langer dan een half jaar ziek zijn, extra vakantiedagen claimen. ‘Als dit vonnis in hoger beroep wordt bevestigd, heeft dat grote gevolgen voor álle ambtenaren’, zegt Pascal Besselink, bedrijfsjurist van rechtsbijstandsverzekeraar DA S. ‘Voorheen hoefde een werkgever in geval van ziekte maar over 26 weken vakantiedagen toe te kennen. Stel dat het er 23 zijn op jaarbasis, dan moeten overheidswerkgevers straks mogelijk 46 vakantiedagen extra uitkeren voor elke ambtenaar die 2 jaar ziek is. Bijna 35 dagen meer dan voorzien.’

Langdurig zieken

Om hoeveel ambtenaren het gaat, is niet bekend. De rijkssector vermeldt het percentage langdurig zieken niet apart. Bij gemeenten was 0,6 procent van het personeel vorig jaar langer dan een jaar ziek. Op basis van dit cijfer berekende Corgwell de financiële strop die voortvloeit uit het vonnis op minimaal 5,2 miljoen euro voor de 320 duizend ambtenaren van Rijk en gemeenten. Als het verzuim langer duurt, wordt ook deze kostenpost hoger, aldus Corgwell.

Het ministerie van Justitie heeft hoger beroep aangetekend bij het Centrale Raad van Beroep. Volgens Besselink van DAS is de kans reëel dat de uispraak overeind blijft. ‘In oktober is er een soortgelijke uitspraak geweest in een zaak die is aangespannen door een werknemer van een bedrijf. De kans dat de Centrale Raad van Beroep uitspraken bekrachtigt, is groter als rechters vaker op dezelfde manier hebben geoordeeld. Bovendien is de Europese richtlijn duidelijk. Die stelt dat vakantieopbouw een fundamenteel recht is.’

Volgens Besselink hebben werkgevers een handige ontsnappingsroute. ‘Zij kunnen ook zieke werknemers de kans bieden om vakantie op te nemen. Dan hoeven zij de vakantiedagen niet uit te keren in geld. Er zijn genoeg zieke werknemers die heus wel op vakantie kunnen gaan.’ Daarnaast verwacht Besselink dat de uitspraak werkgevers zal prikkelen om de terugkeer van zieke werknemers sneller en actiever te stimuleren. ‘Arbeidsongeschiktheid wordt voor een werkgever alleen maar duurder. Dit is een extra argument om daar actie op te ondernemen’, zegt de bedrijfsjurist.