‘Dat bloemetje op tafel zit er allang niet meer in’
Dat we mensen in de bijstand laten rondkomen van een minimaal budget, komt voort uit wantrouwen, zegt wethouder Esmah Lahlah.
Er waait een nieuwe wind in de bijstand. De afgelopen jaren heeft Tilburgs wethouder Esmah Lahlah (bestaanszekerheid, GroenLinks) haar best gedaan om de bijstand in haar stad om te vormen naar een systeem dat werkt vanuit vertrouwen en nabijheid. Daarbij heeft ze, net als andere wethouders, de grenzen van haar beleidsruimte opgezocht. Maar gemeenten lopen steeds meer tegen die grenzen aan, merkt Lahlah. Daarom is het tijd voor een fundamentele herziening van de Participatiewet. De plannen van minister Schouten voor aanpassing van die wet gaan wat Lahlah betreft nog niet ver genoeg.
Er is veel politieke en bestuurlijke aandacht voor de ‘menselijke maat’ in de bijstand. Wat hebben de inspanningen van gemeenten en het rijk om ‘de mens centraal te stellen’ tot nu toe opgeleverd? In een korte serie komen verschillende experts daarover aan het woord. In deel 1: wethouder Esmah Lahlah.
Ingekleurd
Gemeenten zijn op zoek naar manieren om ‘de menselijke maat’ in de praktijk te brengen, ziet wethouder Lahlah. ‘De invloed die gemeenten hebben, wordt steeds meer ingekleurd. Gemeenten leren van elkaar, nemen initiatieven van elkaar over.’ Ze noemt een aantal voorbeelden van nieuwe werkwijzen die gemeenten de afgelopen jaren hebben gepionierd, waaronder de aanpak ‘samenwonen op proef’, die Lahlah in haar eigen stad heeft getest en ingevoerd. Die aanpak houdt in dat bijstandsgerechtigden die overwegen om te gaan samenwonen met een partner eerst een tijdje mogen uitproberen of het samenwonen goed gaat. In die proefperiode heeft het samenwonen nog geen consequenties voor de uitkering.
Andere wind
Wat vinden de Tilburgse bijstandsgerechtigden van de nieuwe koers? Zien ze inderdaad verbetering? ‘We krijgen terug dat het beter gaat’, zegt Lahlah, ‘maar ook dat we er nog niet zijn. Men voelt dat er een andere wind waait, maar dat wil niet zeggen dat alles goed gaat.’ Daarom blijft Lahlah werken aan verbetering van de dienstverlening. Maar als wethouder is haar bewegingsruimte beperkt: voor een échte omslag zijn wetswijzigingen nodig.
Ik zie nog te weinig grote, fundamentele aanpassingen.
Luilekkerland
Daarom is Lahlah blij dat minister Schouten bezig is met een grondige herziening van de Participatiewet. ‘De aankondigingen van Schouten zijn goed omdat ze staan voor een nieuwe beweging. Er wordt echt anders gedacht over mensen in armoede. Het is niet meer: de bijstand is luilekkerland, succes is een keuze, et cetera. Het is mooi dat ze laat zien waar ze voor staat.’
Goede richting
Maar over de daadwerkelijke plannen van Schouten is Lahlah minder enthousiast. ‘Het is een stap in de goede richting, maar ik zie nog te weinig grote, fundamentele aanpassingen. Veel van de dingen die veranderen, konden gemeenten zelf al regelen. En als het gaat om investeren in mensen die ver van de arbeidsmarkt af staan, of mensen die vanwege een beperking niet voltijd kunnen werken, dan worden er nog nauwelijks stappen gezet.’
Esmah Lahlah is sinds 2018 wethouder in Tilburg. Sinds haar aantreden vonden er in Tilburg verschillende experimenten en pilots plaats met alternatieve bijstandsregels. In 2021 leefde ze een maand lang op bijstandsniveau, om te ervaren hoe dat is. Lahlah werd ook verkozen tot Beste Bestuurder 2021.
Basisbanen
‘De Participatiewet gaat er vanuit dat iedereen kan werken’, legt Lahlah uit. ‘Maar er is een grote groep die de stap naar de arbeidsmarkt niet kan zetten, en daar hebben we eigenlijk niks voor.’ Daarom zou de overheid een parallelle arbeidsmarkt moeten creëren, vindt Lahlah, waar deze groep zinvol werk kan vinden. Ze wil bijvoorbeeld experimenteren met basisbanen: gesubsidieerde arbeidsplekken, op maat gemaakt door de gemeente. Maar in de plannen van Schouten komen de basisbanen niet voor.
Die lage uitkering komt in essentie voort uit het idee dat mensen niet willen werken.
Boekwerk
‘Het is goed dat Schouten een koers aangeeft, maar als je daarbij niet de wet fundamenteel aanpast, dan ben je er nog niet. Je kunt niet zeggen "we gaan uit van vertrouwen", en tegelijkertijd een heel boekwerk aan administratie vragen van mensen die een beroep op de bijstand doen.’
Bloemetje
Werken vanuit vertrouwen betekent volgens Lahlah ook dat bijstandsgerechtigden meer te besteden moeten krijgen. ‘Als je uitgaat van vertrouwen, kan het niet anders dat de uitkeringen omhoog moeten. Als je ervan uitgaat dat mensen ondersteuning nodig hebben, betekent dat ook dat je het ze niet ontzettend moeilijk maakt om te overleven. Dat bloemetje op tafel van Marga Klompé, dat zit er allang niet meer in. Die lage uitkering komt in essentie voort uit het idee dat mensen niet willen werken.’
Inflatie
De bijstandsuitkering wordt vanaf 1 januari met ruim 10 procent verhoogd – een historisch grote stap. Maar of het genoeg zal zijn? ‘De uitkeringen gaan fors omhoog. Tegelijkertijd compenseert het niet eens voor de inflatie, laat staan voor de achterstanden die er al waren. Dan moet je toch concluderen dat die bewustwording die we met elkaar gecreëerd hebben nog te weinig heeft opgeleverd.’
Lees hier meer artikelen in deze serie:
- Onderzoeker Thomas Kampen: Maatwerk lost problemen in de bijstand niet op
- Jurist André Moerman: 'Er zijn meer gemeenten die de helpende hand bieden'
- FNV-bestuurder Maureen van der Pligt: 'Maatwerk zonder regels is rommelwerk'
- Ervaringsdeskundige Stella de Swart: 'Er wordt óver mensen gesproken, niet mét'
- Jurist Evelien Meester: Beweging richting menselijke maat is ‘taai en traag’
De hoogte van de sociale uitkeringen dient te worden afgezet tegen de (reis)kosten die moeten worden gemaakt voor de deelname aan arbeidsprocessen via de publiekelijke weg (sociale werkplaatsen, vrijwilligerswerk e.d. etc.).