Sentiment rondom opvang asielzoekers wordt negatiever
Onderzoek toont aan dat het sentiment over de spreidingswet negatiever wordt als plannen voor een opvanglocatie concreter worden.
Bijna driekwart van de Nederlanders vindt het een goed idee dat gemeenten door de spreidingswet kunnen worden gedwongen om asielzoekers op te vangen. Dat is dan met name omdat deze wet zou zorgen voor een eerlijkere verdeling en verantwoordelijkheid onder gemeenten, en daarbij minder druk op Ter Apel.
Conservatief-rechtse kiezers
Dat blijkt uit onderzoek van Citisens onder ruim 25.000 Nederlanders. Het bureau onderzocht wat ze van deze wet vinden, hoe ze staan tegenover de opvang van asielzoekers in de eigen gemeente en wat ze belangrijk vinden wanneer er bij hen in de buurt asielzoekers worden opgevangen.
Het onderzoek maakt duidelijk dat kiezers links of in het midden van het politieke spectrum het vaker een goed idee dat gemeenten door de spreidingswet kunnen worden gedwongen om asielzoekers op te vangen. Voor GroenLinks-PvdA, Volt, de ChristenUnie en D66 stemmers ligt dit percentage zelfs tussen de 93-96 procent. Kiezers in de rechts-conservatieve hoek denken een stuk minder positief over de spreidingswet. Vooral stemmers van JA21, PVV en de FvD vinden het dwingen van gemeenten om asielzoekers op te vangen een slecht idee (75-95 procent).
NIMBY-effect
Er zijn ook verschillen tussen hen die in de buurt van een asielzoekerscentrum (azc) wonen en die niet in het buurt daarvan wonen: zij die gehuisveste asielzoekers in de buurt hebben, staan iets negatiever tegenover de spreidingswet, dan zij die dat niet hebben. Het draagvlak voor een azc in de eigen buurt ligt echter iets lager: twee derde van de respondenten zou het een goed idee vinden dat er een azc bij hen in de gemeente zou komen. ‘We zien dat het sentiment van inwoners negatiever wordt als plannen voor een opvanglocatie concreter worden. In algemene zin is het draagvlak voor asielopvang vrij stabiel, maar bij onderzoeken die we in gemeenten doen naar aanleiding van plannen, zien we dat het sentiment ook negatiever wordt. Dan spelen NIMBY effecten nog meer mee’, zegt Citisens-researchmanager Anne van de Meerakker.
Veranderde mening
Ruim twee derde van de respondenten geeft aan dat hun mening over de opvang van asielzoekers in het afgelopen jaar onveranderd is. Eén op de vijf zegt een beetje van mening te zijn veranderd en slechts 8 procent is sterk veranderd van mening. Onderzoeker Van de Meerakker: ‘We zien al jaren een vrij stabiele groep van voor- en tegenstanders van asielopvang. Er is een groep van circa 60 procent Nederlanders die altijd voor is, er is een groep van 18 procent die altijd tegen is en 22 procent zijn zwevende mensen, die afhankelijk van het moment waarop je het vraagt voor of tegen huisvesting van vluchtelingen zijn. Dat zien we ook nu weer terug rondom de invoering van de spreidingswet, al is het sentiment iets negatiever geworden rondom de opvang.’
Woningmarkt
Inzoomend op de groep die wél van mening is veranderd, valt op dat de meerderheid negatiever over asielzoekers is gaan denken (55 procent). In 2023 was onder de groep die van mening was veranderd juist 69 procent positiever gaan denken over asielzoekers. De verschuiving komt vooral door onveiligheidsgevoelens. Zij die een negatievere mening hebben gekregen, geven aan zich zorgen te maken over onrust en criminaliteit, voornamelijk onder de ‘veilige landers’. Ook geven respondenten met een negatievere mening aan dat zij zich steeds meer zorgen beginnen te maken over de krapte op de woningmarkt. Zij hebben het gevoel dat asielzoekers eerder toegang krijgen tot woningen dan Nederlanders.
Lees meer over het onderzoek in Binnenlands Bestuur nr. 4 van deze week. (inlog)
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Daarnaast wordt het steeds urgenter om maatregelen te treffen voor:
-het beperken van de instroom, zodat meer evenwicht/balans wordt bereikt met het voorzieningenniveau (wonen, onderwijs, inburgering, werkgelegenheid).
-het versnellen van procedures.
-het versnellen van uitwijzingen van zgn. economische asielzoekers.
-het selectief beperken van buitenlandse studenten.
-het selectief beperken van arbeidsmigranten.
-het stroomlijnen van het voorzieningenniveau voor vluchtelingen, dit met afstemming op de EU en/of internationale normen.
-(nieuw)overleg met Oekraïne over de huidige instroom is eveneens noodzakelijk.
Kortom, er is nog veel te doen op het asiel- en vluchtelingendossier.