Advertentie
sociaal / Column

Discretionaire ruimte

Hoe flexibel een mens in Nederland moet zijn, blijkt uit het ‘ik’je van afgelopen zaterdag in het NRC. Op je trouwdag aangehouden worden door de politie, uit je trouwauto worden gezet, met een boete in je binnenzak, omdat je bruidsmeisje voorin op schoot zit.

29 augustus 2011
Dat mag niet, maar wat een zuur gevoel roept het op. Zelfs geen felicitaties. Zero tolerance, wet is wet en regel is regel. Regels zijn er niet voor niets, zonder handhaving van die regels, geen beschaving. Maar is beschaving niet ook de menselijke maat hanteren? Als agent gebruik maken van de discretionaire ruimte, waar omstandigheden mede bepalen hoe tolerant je bent.

Zo langzamerhand zit Nederland muurvast, gevangen en opgesloten in het stramien van generieke maatregelen. Het ontbreekt professionals aan lef om af te wijken van algemene bepalingen. In de kern zijn regels bedoeld om te ordenen, te discrimineren. Discrimineren in de letterlijke zin van het woord, onderscheid maken dus. Dit mag wel, dit mag niet. Hiervoor komt u wel in aanmerking, geachte burger, en hiervoor niet. Regels dienen altijd een doel, hoe vaag of tegenstrijdig deze doelen soms ook mogen zijn. Het is de beroepsplicht en -eer van Street-Level bureaucraten om een bijdrage te leveren aan het boeken van maatschappelijke resultaten tijdens het handhaven.

Gedragsverandering is zo’n doel. Professionals op de werkvloer kunnen we het maar ten dele kwalijk nemen, dat het zo’n vaart niet loopt met het veranderen van menselijk gedrag. De ruimte die er is om omstandigheden mee te laten wegen wordt te weinig benut. In de wetenschap dat positieve bekrachtiging in combinatie met streng straffen effectief is, liggen nieuwe wegen open. Ons verkrampte bestel is toe aan lucht en eenvoud.

De kloof tussen ons rechtvaardigheidsgevoel en het zonder aanziens des persoons, generiek, algemeen ontwikkelen en toepassen van regels, kan worden gedicht. Simpelweg door persoonlijke motieven en omstandigheden mee te laten wegen. Het operationaliseren en objectiveren van het begrip intentie is hiervoor nodig. Minder ingewikkeld geformuleerd wil ik een pleidooi houden voor discriminatie op basis van motivatie. Deze motivatiebepaling is geen vervanging van de meetbare en telbare generieke, algemeen geldende wijze waarop we nu onderscheid maken, maar WEL aanvullend en doorslaggevend.

Hoe dit werkt, licht ik toe aan de hand van de miljoenenverslindende, niet-effectieve manier waarop we mensen de Nederlandse taal hebben willen leren. Aan de hand van algemeen generieke meetbare grootheden, werden mensen ingedeeld in groepen zonder aanziens des persoons: oudkomers, nieuwkomers, EU-ingezetene, niet-EU-ingezetene, analfabeet of niet etc.. Viel je in een bepaalde categorie, dan viel je in een bepaald regime: verplicht of vrijwillig, met of zonder boete, met of zonder eigen bijdrage etc. Het systeem dat we nu hebben doet niet wat het moet doen. De slechten (zij die niet gemotiveerd zijn) vallen onder hetzelfde regime als de goeden (zij die gemotiveerd zijn).

Ons snakkende gevoel naar een overheid die de menselijke maat hanteert, vraagt om sancties voor mensen die niet gemotiveerd zijn en om een beloning voor de mensen die er keihard voor willen gaan, die onze taal machtig willen zijn, omdat ze mee willen doen en hun beste beentje voor zetten. Het geobjectiveerd bepalen van persoonlijke motivatie, drive en intenties is lang zo ingewikkeld niet als het lijkt.

Laten we het proberen. It is fair enough. De toepassingsmogelijkheden liggen voor het oprapen. Wat denkt u van de mogelijkheden voor de sociale dienst? Waarom krijgen mensen die de bijstand niet uit willen komen, een sollicitatietraining, een dure coach en genieten zij alle voordelen van de bijzondere bijstand, terwijl die bijstandsgerechtigde die zo snel mogelijk aan het werk wil net niet die ondersteuning krijgt om succesvol aan de slag te gaan?

Reacties: 8

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Nick / concerncontroller
Marjannne, dank je wel!
Mensen weer verantwoordelijk maken voor het waarmaken van het DOEL van de regels en niet voor het letterlijk uitvoeren van de regels, daar gaat het om.
Helaas heben we teveel juristen die dat gaan dwarsbomen, maar dat mag ons niet weerhouden.
We gaan ervoor!
Flip Zolderman
En altijd weer de strijd tussen de letter van de wet en de geest van de wet. Toen ik bij de IB-Groep werkte heb ik veel geleerd van de man die de "moeilijke gevallen" moest beoordelen. Hij ging altijd uit van vertrouwen en werd daarin maar zeer, zeer zelden teleurgesteld. Vertrouwen, respect, fatsoen, het zijn eenvoudige kernbegrippen, maar ze blijven essentieel.
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
@Marianne, @Nick, @Flip

De menselijke maat hanteren; de geest van de wet volgen; uitgaan van vertrouwen. Dat zijn mooie doelen, waar ook ik het mee eens ben.

Maar het gebruik van "discretionaire bevoegdheid" vereist een goed oordeelsvermogen voor wat betreft de te "behandelen" situaties en een goed interpretatievermogen als het gaat om wat de geest is van de wet. Als die twee ontbreken, is discretionaire bevoegdheid niet meer dan een eufemisme voor willekeur.

Zulk oordeelsvermogen en interpretatievermogen zijn nu net de vaardigheden die de afgelopen twintig jaar bij de Nederlands overheid grootschalig zijn verwaarloosd! Dat bouw je niet zomaar meteen weer op. Daarvoor is een - yuk! - cultuurverandering nodig. Met andere woorden, een verandering van de mentaliteit of "leitkultur" - yuk! yuk! - van Nederlandse ambtenaren.

Stel dat het niet om een bruidsmeisje in een trouwauto gaat (het voorbeeld van Marianne), maar om een mooi meisje in de trein dat geen vervoersbewijs heeft, maar wel bijzonder charmant glimlacht en vertelt dat haar moeder heeft gebeld dat haar poedel is overleden, waarna ze meteen op de trein is gesprongen en in de consternatie vergeten is haar OV-chipkaart op te laden.

Hoe moet de conducteur dan zijn discretionaire bevoegdheid gebruiken? En stel dat het meisje hem dan ook nog discreet twee euro in de hand duwt terwijl ze hem voor zijn begrip bedankt?

Moet de conducteur dan "uitgaan van vertrouwen" en de "geest van de regels van NS"? En heeft hij dan evenveel vertrouwen in de ongeschoren, naar alkohol ruikende passagier even verderop, die ook geen plaatsbewijs heeft en zegt dat zijn grootmoeder is overleden?

Het objectiveren van motieven is notoir moeilijk. Daar stapt Marianne vederlicht overheen.

"Discriminatie" betekent: "onderscheid maken op oneigenlijke gronden" (bijvoorbeeld huidskleur, seksuele geaardheid, religie, politieke kleur, de geur van alkohol - in situaties waar die volgens de wet niet relevant zijn). Door die "oneigenlijke gronden" weg te laten uit de definitie, probeert Marianne het verbod op discriminatie onnodig te laten lijken. We maken toch allemaal "onderscheid", en dat is toch goed? Misleidend.

Als overheidsdienaar weet ik dat niet alleen de motieven van burgers, maar ook die van ambtenaren vaak moeilijk te objectiveren vallen. Vaak motiveren ambtenaren hun beslissingen "tactisch", met het oog op wetgeving en jurisprudentie, zonder hun werkelijke motieven te noemen.

Dat is niet eerlijk, maar het gebeurt op grote schaal. Een gezond wantrouwen tegen een grensoverschrijdende uitoefening van "discretionaire bevoegdheid" is zeker op zijn plaats. Een overheid die zichzelf gaat "gedogen" wanneer hij zijn eigen regels overtreedt, daarmee zijn we echt ver van huis.

Je kunt beter de regels zelf vereenvoudigen, onder het motto: "Alles wat niet verboden is, is toegestaan." Dat getuigt pas echt van vertrouwen in de burger!

Het echte probleem is niet een strenge toepassing van regels, maar de maatschappelijke verhoudingen die leiden tot het wantrouwen dat de oorzaak is van het opstellen van al die regels. Om daar wat aan te verbeteren, heb je politici, bestuurders en columnisten nodig die niet burgers of de toepassing van regels de schuld geven, maar die serieus onderzoeken hoe het gedrag van burgers en de maatschappelijke verhoudingen in de praktijk met een minimum aan regels kunnen worden VERBETERD.

Dus: beginnen bij de bron.
Jan
Ja hoor Michiel, leuk getheoretiseer. Maar het is toch een feit dat de vroegere wijkagent die de regels streng indien nodig en soepel indien mogelijk toepaste méér gezag had dan de agenten van nu die zero tolerance in hun vaandel hebben (en dat is trouwens ook hun opdracht van hogerhand). Het is m.i. allemaal te wijten aan veel te grote organisaties (zoals de politieregio's en straks de landelijke politie) waarin alleen maar standaardisatie past en voor de menselijke maat geen plek en tijd meer is. En het voorbeeld van de treinconducteur dat je geeft, is eigenlijk best goed: wie zich gedraagt, wordt beter behandeld. Zeker als zo'n conducteur ook nog wat mensenkennis en inlevingsvermogen heeft. Die heeft dan smoesjes heus wel door.
Paul / projectleider
Actie ropet reactie op.

Oftwel de 'moet toch kunnén'mentalitiet vraagt om duidelijke grenzen 'zero tolerance' nu een hoop mensen dat zelf niet meer kunnnen bepalen. Burgers zowel als ambtenaren
L.Bakker / Rotterdamse Ambtenaar.
Mooi verhaal Marianne.Bedankt hiervoor.Jouw boodschap mag duidelijk zijn.Een ware Eye-opener voor de ontvangers.GBV.Gezond Boeren Verstand heet zoiets.
HMC van Heusen-Smulders / Managementondersteuner Algemeen & Communicatie
Kort door de bocht: iedereen weet dat een kind op schoot in de auto niet is geoorloofd, dus ook niet in situaties waarbij de maatschappij alleen nog maar vanuit de emotie oordeelt en je als handhaver dus nooit goed kunt doen. Ongelukken gebeuren iedere dag op elk ongewenst moment, dus zou dit ook zomaar kunnen op dat moment. Dat een felicitatie en een reprimande voldoende was, oké dat kan ik me nog voorstellen, maar jongens ga alsjeblieft niet de situatie bagatelliseren!
Veel wijsheid toegewenst!
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
@Jan
Jij zegt dat ik theoretiseer. En dan kom je zelf met "de vroegere wijkagent" op de proppen. Dat is pas theoretisch!

De vroegere wijkagent bestaat niet meer, net zo min als de vroegere omgeving / maatschappij waarin die wijkagent zijn werk deed. En je krijgt hem ook niet meer terug door nu iemand tot "wijkagent" te benoemen en hem een nostalgische pet op te zetten. Bromsnor woont nu in het land van ooit. Wen er maar aan.

Daarmee bedoel ik niet, dat een woud van regels plus "zero tolerance" de oplossing zouden zijn. Discretionaire ruimte is goed als die ingebed is in een duidelijke traditie (een ethos) met respect voor iedereen en acceptatie door (bijna) iedereen. Zo'n traditie is er op dit moment niet in Nederland.

Jij vindt mijn voorbeeld van die conducteur best goed. Welnu, die "ongeschoren, naar alkohol ruikende passagier" spreekt de waarheid en is een beroemd schrijver/beeldhouwer die meermalen een kunstwerk heeft gedoneerd aan NS. Maar dat weet de conducteur niet omdat hij geen boeken leest.

Het charmante meisje daarentegen is een beginnende junk die de hele boel bij elkaar liegt - ook heel creatief, maar eigenlijk heeft ze hulp en grenzen nodig. Ook dat weet de conducteur niet.

Dus geeft hij de eerlijke passagier een boete en de oneerlijke passagier niet, met gebruikmaking van zijn "discretionaire ruimte".

Nu blijkt de ene passagier de andere te kennen. Als de man een paar minuten later naar de WC gaat, komt hij zijn achternichtje tegen. Ze vertelt hem hoe handig ze die conducteur ertussen heeft genomen. Hij lacht vriendelijk met haar mee, gaat naar de begrafenis van zijn grootmoeder en spant vervolgens een rechtszaak aan.

Maar de rechter zegt: "Niks aan te doen, die conducteur mocht gebruikmaken van zijn discretionaire ruimte. Pech voor u. En nu mag u ook nog de proceskosten betalen."

Nu al worden mensen met een meditterraan of Afrikaans uiterlijk door de politie vaak heel anders benaderd dan mensen met een ander uiterlijk. BB-columnist Paul Frissen heeft daar wel eens op gewezen in verband met de "interventieteams" van de Rotterdamse politie. De auteur van de bovenstaande column, Marianne van den Anker, heeft als politica mede aan de wieg gestaan van die aanpak. In dat licht moet moet haar iets te makkelijke pleidooi voor discretionaire ruimte worden gezien.
Advertentie