Advertentie
sociaal / Nieuws

Ondanks krappe arbeidsmarkt meer uitkeringen door ‘mismatch’

De bijstandscijfers zijn weer in de lift, vooral jongeren krijgen vaker een uitkering. Het CBS en Divosa duiden de ontwikkelingen.

11 juni 2024
ANP UWV Sloterdijk
ANP/Hollandse Hoogte/Kim van Dam

Het aantal jongeren dat rond moet komen van een bijstandsuitkering zit inmiddels al meer dan een jaar in de lift. Dit ondanks de grote krapte op de arbeidsmarkt, die voorlopig nog toe zal nemen. Ook het totale bijstandsbestand groeit sinds dit jaar weer. Hoe verklaren we die cijfers, en moeten we ons zorgen maken? Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, en CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen delen hun visies op de recentste ontwikkelingen.

Communicatieadviseur

Yacht
Communicatieadviseur

Teamleider Openbare Orde en Veiligheid

Gemeente Leeuwarden
Teamleider Openbare Orde en Veiligheid

Jongvolwassenen

Eind maart 2024 ontvingen 403.000 personen een algemene bijstandsuitkering. Van die groep hebben 39.000 uitkeringsgerechtigden een leeftijd tussen de 18- en 27 jaar. Begin 2023 waren er nog 400.000 uitkeringsgerechtigden. De groei van ongeveer 3.000 wordt bijna volledig verklaard door het toenemende aantal jongvolwassenen met een bijstandsuitkering. Na een periode van dalende bijstandskosten voor de overheid is er sinds dit jaar weer een opwaartse trend wat het totaal aantal uitkeringen betreft. Een kanteljaar, noemde Divosa het eerder.

Zorgelijk?

Wenselijk is dat niet, daarover zal iedereen het eens zijn, maar is het ook zorgelijk? Het aantal bijstandsuitkeringen was in 2017 bijvoorbeeld een stuk hoger (472.000) en ook begin 2021 lag het niveau nog 30.000 boven dan nu het geval is. De trend is op zijn minst opmerkelijk, gezien de krapte op de arbeidsmarkt die maakt dat het toch eenvoudiger zou moeten zijn om een betaalde baan te vinden. De werkelijkheid is complexer, benadrukt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen.

Er zijn inmiddels 110 vacatures voor elke 100 werklozen, maar er is wel een match nodig.

Peter Hein van Mulligen, Hoofdeconoom CBS

Mismatch

‘Om daar meer over te kunnen zeggen zou je een kwalitatieve correctie moeten uitvoeren. We zien in sommige sectoren inderdaad schaarste voor personeel, maar het is maar de vraag of de mensen de nu op zoek zijn naar een baan in aanmerking komen voor die vacatures. De arbeidsdeelname is structureel hoog en er zijn inmiddels 110 vacatures voor elke 100 werklozen, maar er is wel een match nodig.’

Re-integratie stokt

Het idee dat daarin mogelijk een discrepantie bestaat wordt bevestigd door het feit dat de instroom in de bijstand niet zozeer groeit, maar dat vooral de uitstroom is gestokt. Het lukt dus minder goed om mensen met een uitkering weer naar een baan te begeleiden, als ze eenmaal in de bijstand zijn beland. Het aantal mensen dat langdurig een bijstandsuitkering ontvangt groeit daarmee.

Frictiewerkloosheid

Dat vooral jongeren niet lijken te profiteren van de gunstige arbeidsmarkt vindt Van Mulligen niet vreemd. Hoewel die groep doorgaans niet lang werkloos blijft, hebben ze wel meer dan andere groepen te maken met ‘frictiewerkloosheid’, de kortdurende werkloosheid die ontstaat bij het zoeken of het wisselen van een baan. Op het moment dat ze de arbeidsmarkt betreden, maar ook in de jaren daarna wisselen jongvolwassenen vaker van baan.

Beleidskeuzes

De normale frictiewerkloosheid zou dus volgens Van Mulligen goed kunnen verklaren waarom het aantal jongeren in het bijstandsbestand zich anders ontwikkelt dan de rest van de uitkeringsgerechtigden. Een mogelijke verklaring voor de groei in het aantal uitkeringen zou een discrepantie tussen de inhoud van de openstaande vacatures, en de wensen en kwaliteiten van de mensen met een bijstandsuitkering kunnen zijn. Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa, herkent verschillende beleidskeuzes die deze mismatch en daarmee de CBS-cijfers kunnen verklaren.

Wat sterk meespeelt is het terugsnoeien van andere regelingen, primair de Wajong.

Erik Dannenberg, Voorzitter Divosa

Strengere Wajong

‘Wat sterk meespeelt is het terugsnoeien van andere regelingen, primair de Wajong. De Wajong is veel strenger geworden. Inmiddels moet vastgesteld worden dat je echt nooit meer kan werken voordat je toegang kan krijgen tot de Wajong-uitkering. Daardoor hebben we nu groepen jongeren in de bijstand die voorheen via het speciaal onderwijs de Wajong instroomden.’ Dannenberg vindt die ontwikkeling overigens onwenselijk. ‘Dat is best ingrijpend. Vroeger kregen die jongeren een persoonsgebonden uitkering, en nu slechts situationeel.’

Kwetsbaren

‘De bijstand is situationeel en bedoeld als vangnet. Kortdurend, om snel weer in te stromen op de arbeidsmarkt. Voor sommige jongeren is dat niet haalbaar. Je kunt iemand misschien ‘uit de bijstand duwen’, maar je kunt iemand niet ‘uit een beperking duwen’.’ Volgens Dannenberg is de arbeidsmarkt daarnaast, meer dan vroeger, competitief en veeleisend. ‘Je hebt diploma’s nodig, ervaring, en het tempo ligt erg hoog. De mensen met een beperking voldoen dan niet aan de eisen.'

Maatwerk

Volgens Dannenberg is het voor die groep noodzakelijk om maatwerk in te zetten. Het zijn mensen die lastiger bemiddelbaar zijn dan de reguliere bijstandsgerechtigden. Het is voor een deel aan de samenleving, de werkgevers om hun bedrijf inclusiever te maken, maar de overheid dient ook te faciliteren. De vraag is dan ook of deze kwetsbare mensen op de juiste plek zitten met een uitkering onder de Participatiewet. ‘Dat is een politieke keuze. Ik denk dat het kan, maar dat er wel een splitsing moet komen tussen de doelgroepen. De behoeften van zieken en gehandicapten zijn nu eenmaal anders.’

Arbeidsdeelname is hoog

Van Mulligen ziet ook conjuncturele effecten meespelen bij de ontwikkelingen van het bijstandsbestand. Autonome effecten zoals vergrijzing hebben een belangrijke rol. De cijfers laten volgens de CBS-hoofdeconoom ook zien dat steeds meer mensen willen deelnemen op de arbeidsmarkt. De arbeidsdeelname was nog nooit zo hoog. Dus is het mogelijk dat er nu juist doelgroepen willen participeren voor wie de stap naar betaald werk groter is. In de cijfers toont zich dat als hogere werkloosheid, maar in de praktijk is dat wellicht helemaal niet zo negatief.

Loonkostensubsidie

Zowel Dannenberg als Van Mulligen vindt niet dat de huidige cijfers direct alarmerend zijn. Beide benoemen ze dat er altijd een bijstandspopulatie zal bestaan en dat die populatie altijd onderhevig is aan allerlei ontwikkelingen. De grootste zorg voor Dannenberg is wel dat de uitstroom lijkt op te drogen. Het belangrijkste instrument om dat tegen te gaan is volgens hem de loonkostensubsidie.

‘Loonkostensubsidie werkt, dat weten we. Het is met uitstek geschikt om die doelgroep waar de arbeidsmarkt een afstand van heeft te bewegen naar betaald werk.’ Hij vindt het jammer dat de bestuurlijke aandacht ervoor lijkt te verwateren. ‘We hebben het heel vaak aangekaart, maar in het hoofdlijnenakkoord staat er geen woord over.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Betere en strengere arbeidsbemiddeling en omscholing en/of bijscholing kan ook helpen.
Advertentie