‘Het begint voor ons normaler te worden’
Sinds de terugkeer van de Formule 1 in 2021 krijgt Zandvoort elk jaar een weekend lang ruim 300.000 racefanaten over de vloer.
Sinds de terugkeer van de Formule 1 in 2021 krijgt Zandvoort elk jaar een weekend lang ruim 300.000 racefanaten over de vloer. Na afloop van de races kunnen ze terecht bij de feesten in het dorp. ‘Het is een uniek visitekaartje.’
Serie Zomerpret
Festivals en sport-events trekken ‘s zomers honderdduizenden bezoekers. Wat betekent dat voor de gemeenten waarin ze zich afspelen? Binnenlands Bestuur neemt een kijkje achter de schermen. Deel 3: de Dutch Grand Prix.
Op een donderdagochtend, half juli, hebben waterratten Zandvoort vrijwel voor zich alleen. Het zijn de jonge mannen met een vlecht in hun haar en T-shirts met teksten als ‘Sleep. Surf. Eat. Repeat.’
De zomer wil maar niet doorbreken. Duitse gezinnen doorkruisen de winkelstraten van de badplaats – aan het strand is het fris. En toch. Elk moment kan het omslaan. ‘Het grootste evenement dat bij ons plaatsvindt, is steevast ongepland’, verklaart Zandvoorts burgemeester David Moolenburgh. ‘Dat is een plotselinge zomerdag met 25 graden en zon. Dan komen er per dag bijna net zoveel mensen naar het strand als er eind augustus naar de Formule 1 komen.’
Het steekt hem lichtelijk – maar hij mag het graag iets aanzetten – dat de afspraak staat om het vandaag alleen te hebben over de gemeentelijke rol rond de organisatie van de Dutch Grand Prix. ‘Ik ben 362 dagen per jaar burgemeester van Zandvoort zónder Formule 1’, wil Moolenburgh vooraf graag benadrukken. ‘Zandvoort is veel meer dan de autoraces.’ Het bewijs ligt op het pal voor het gemeentehuis gelegen Gasthuisplein, waar hard wordt gewerkt aan de opbouw van het ‘lekkerste festival van Zandvoort’: Wereldse smaken. Binnenkort volgt het driedaagse Pride at the Beach. En je kunt aan het Zandvoortse strand deze zomer ook gezamenlijk aan yoga doen of massaal dansen.
Maar toch. Rijd zes weken voor het raceweekend richting zee en je ziet de knalgele routeborden voor de leveranciers van de F1 al prominent langs de weg. De races mogen dan slechts drie dagen duren, de gemeentelijke voorbereidingen strekken zich uit over het hele jaar. Hoe houd je je als kleine kustgemeente staande tegenover het Formula One Management, gewend te dealen met circuitsteden van het formaat Sjanghai, Las Vegas en Miami? Wat vergt dat van de Zandvoortse ambtenaren en het lokaal bestuur?
Klein team
De kustgemeente heeft voor de Formule 1 een klein projectteam van vier à vijf kernmedewerkers. ‘Die doen het naast hun andere werkzaamheden’, zegt Moolenburgh. ‘Daaromheen zit een kring van vergunningverleners, mobiliteitsdeskundigen enzovoort. Ook allemaal mensen die de Grand Prix erbij doen. Ik heb een veiligheidsmanager, die er ongeveer een derde van zijn reguliere baan aan kwijt is. In totaal praat je over tientallen mensen die zich bezighouden met het evenement.’ Een voordeel was dat de terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort bekend werd op een moment dat het kustdorp (17.000 inwoners) ambtelijk net was gefuseerd met het tien keer zo grote Haarlem, in 2018. ‘Ik zou anders geen idee hebben hoe je dit als kleine zelfstandige organisatie had moeten trekken’, zegt Moolenburgh.
‘We waren in 2021 het eerste evenement dat in coronatijd door mocht gaan. Het kostte heel veel capaciteit om daarover goed te communiceren met de omgeving: van alle ondernemers in het gebied tot de jeu-de-boules-club waar alle bezoekers langs moeten.’
Zandvoorters hebben motorolie in hun aderen
Aan steun onder de bevolking ontbrak het niet. ‘Zandvoorters hebben motorolie in hun aderen’, zegt de eveneens aangeschoven adviseur bestuurscommunicatie Walter Sans. ‘Ze waren heel blij dat de races na 35 jaar terugkeerden. Maar ze kregen wel te maken met beperkingen in de vorm van wegen die worden afgesloten.’ ‘Je sluit een weekend lang een compleet dorp af’, vult Moolenburgh aan. ‘Daarvoor is een ringenstructuur bedacht. Alleen als je hier woont, kom je er nog doorheen. We zijn nu bezig met het uitgeven van de doorlaatbewijzen voor de race van dit jaar. Het eerste jaar zaten er nog kinderziektes in en stond de telefoon in het gemeentehuis roodgloeiend. Nu raakt iedereen eraan gewend.’
Duurzaam
Het uitgangspunt van DGP en de gemeenteraad is volgens Moolenburgh steeds geweest om van de Dutch Grand Prix een ‘heel duurzaam evenement’ te maken. ‘Minder dan 2 procent van het vervoer van en naar het circuit gaat per auto. Bijna iedereen komt per fiets of met de trein. Bij de eerste editie ontstond het momentum om het spoor te upgraden. We hadden hier een boemelspoortje door de duinen; nu rijden er tijdens de Grand Prix twaalf lange treinen per uur. Dat is nodig ook’, lacht hij, ‘als je de ambitie waar wilt maken van een bijna autoloze Formule 1.’
Editie één werd ondanks corona en het verzet van de milieubeweging een daverend succes. Hoe hield Zandvoort zich staande tegenover de vergaande eisen van Formula One Management? ‘Het is een heel machtige en krachtige organisatie’, beaamt Moolenburgh, ‘die het recht verkoopt om de races te organiseren. In Nederland is dat aan de Dutch Grand Prix, met drie aandeelhouders: het circuit van Zandvoort en twee sportmarketingbureaus. Ons aanspreekpunt als gemeente is die landelijke organisatie. De vergunning wordt door ons ook verleend aan de Dutch Grand Prix. Met die internationale club hebben we eigenlijk maar heel weinig te maken.’
Je sluit een weekend lang een compleet dorp af
Aan de vergunningverlening is de afgelopen vier jaar volgens Moolenburgh niet veel gewijzigd. ‘Bij de eerste editie liep de looproute richting het circuit snel vol. Toen is besloten om een alternatieve route langs de boulevard open te stellen om zo het publiek te spreiden. Dat werd een blijvertje. Bij de tweede editie kregen we net als heel Nederland te maken met een tekort aan beveiligers. De organisatie kreeg met moeite de capaciteit op orde. Dat zijn de onderwerpen die je meeneemt in een evaluatie.’
Gebouwtje
Om de laatste ontwikkelingen rond de races te kunnen screenen, vindt op racedagen om de twee uur een afstemmingsoverleg plaats in een gebouwtje nabij het circuit. Daar komen alle betrokkenen op het gebied van openbare orde en veiligheid bij elkaar, zoals de Dutch Grand Prix, politie, brandweer, reddingsbrigade, NS en de veiligheidsmanager namens de gemeente. Zij bespreken of er issues zijn die moeten worden opgeschaald naar de driehoek. Op het circuit, leert de ervaring, ontstaan weinig problemen.
‘Het is een vrij overzichtelijk geheel’, zegt Moolenburgh. ‘Er komen per dag 100.000 bezoekers mensen, over het algemeen keurig publiek. Tegelijkertijd loopt ons dorp gedurende de dag langzaam vol met mensen die hier in het raceweekend willen komen feesten. Dat bezoek laat zich veel minder reguleren, want je hoeft geen kaartje te kopen om in het centrum te mogen staan. Zeker in de avonduren is het bomvol. Mensen drinken, dat kan soms wat grimmig worden, maar over het algemeen is de sfeer goed.’
Een van de maatregelen die de gemeente na de tweede editie nam, is dat de drankverkoop vanuit de retail vanaf drie uur ’s middags werd stilgelegd. ‘Die beperking heeft vorig jaar echt uitgemaakt en zullen we de komende editie handhaven.’ De gemeente besloot ook de openingstijden van de horeca (‘normaal tot diep in de nacht’) tijdens de drie racedagen te beperken. Moolenburgh: ‘Om twaalf uur gaat buiten de muziek uit. Een uur later moeten alle cafés leeg zijn. Daar werkt de horeca vrijwillig aan mee. We moeten tijdens de grand prix heel veel politiecapaciteit inzetten, die agenten moeten ook slapen.’
De vergunning voor het twee weken durende randprogramma wordt in één keer aangevraagd door de stichting Zandvoort Beyond. ‘Een parapluvergunning, ter voorkoming van het feit dat wij tientallen vergunningaanvragen van individuele ondernemers krijgen. De stichting doet collectief ook de beveiliging en coördineert de site-events.’ Het neemt de gemeente veel werk uit handen, al is Moolenbergh niet over alles tevreden. ‘We hebben een reuzenrad en kermisachtige dingen, maar er mag nog wel wat reuring bij. Vorig jaar stond er een deejay te draaien hier op het plein, dat zou groter en mooier mogen.
Ook om de spreiding van het publiek te verbeteren. Op het ene plein is het stampvol, het andere blijft leeg. We moeten beter sleutelen om de druk van de uitgaansstraat te verleggen naar andere locaties.’
Racekaravaan
Drie keer Max-mania leidt inmiddels tot blijvende effecten in het kustdorp, ook als de racekaravaan allang weer is vertrokken. Moolenburgh noemt de financiële input die de Formule1 teweegbrengt. ‘De hotels zitten rond de racedagen helemaal vol.’ De naamsbekendheid: ‘Er komen nu door het hele jaar heen mensen naar Zandvoort en je hoort talen die je hier voor corona niet hoorde, zoals Portugees en Chinees.’
En tot slot doet de Formule 1 doet ook wat met de trots van zijn dorp. ‘Tijdens het raceweekend zie je overal geblokte vlaggen hangen. Die saamhorigheid vind ik onbetaalbaar.’
Op het moment van spreken is de Grand Prix nog anderhalve maand weg. Kriebelt het al? Moolenburgh: ‘Na die eerste drie edities begint de Formule 1 voor ons normaler te worden. Voor ons komt de focus nadrukkelijker te liggen op de avonduren in het dorp.’
Kijkt de burgemeester er nog naar uit of is Moolenburgh blij als het evenement er op maandag 26 augustus weer voor een jaar opzit? ‘Het is een uniek visitekaartje waarvoor we het hele dorp in de aanloop naar de races extra oppoetsen’, zegt hij. ‘Maar ik vind het ook fijn als het dorp zondagavond laat weer leegstroomt en iedereen veilig huiswaarts keert. Dan fiets je de volgende ochtend naar het gemeentehuis en zie je dat de straten en de plantsoenen weer worden opgeruimd. Hoe gelukkig iedereen is dat het weer goed is verlopen. En ja, dan hebben we ook ons dorp weer terug. Tot we in september ineens een zonovergoten weekend krijgen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.