Waterschappen: ‘Spetter op een gloeiende plaat’
‘In 50 jaar is hier niemand verdronken door hoogwater. In landen zonder waterschappen, zoals Duitsland, is dat wel even anders.’ Peter Glas, voorzitter van de Unie van Waterschappen, roept op tot bezinning nu opheffing van de schappen dreigt.
‘Zeer sceptisch’ is Peter Glas, watergraaf van De Dommel, over het voorstel van de commissie-Kalden om de 25 waterschappen onder te brengen bij de provincies. Welk doel met zo’n stelselwijziging gediend is, is hem vooralsnog onduidelijk. ‘Financieel betekent het minder dan een druppel, nee, een spetter op een gloeiende plaat. De totale bestuurskosten van de waterschappen zijn minder dan één procent van onze totale begroting van 2,6 miljard euro. Inclusief het organiseren van de verkiezingen levert opheffing een besparing op van 23 miljoen euro’, zegt hij.
Tegenover dat voordeel staat volgens Glas een reeks nadelen. Zo waarschuwt hij voor frictiekosten bij de overheveling van 10 duizend ambtenaren van de waterschappen naar de provincies. ‘Die moet je eerst losknippen en vervolgens weer samenvoegen. En dan ben je er nog niet, want je krijgt een boel uitvoeringsproblemen. De waterschappen zijn gevormd langs de natuurlijke grenzen van het water. Het beheer volgt zogezegd de loop van het water. De grenzen van de provincie zijn historisch anders bepaald. Die grenzen, waar het water zich niks van aantrekt, belemmeren de uitvoering. Anders gezegd, je hebt allerlei hulpconstructies nodig om over de grenzen heen te kunnen werken.’
Daarnaast voorziet Glas bestuurlijke problemen. ‘Waterschapswerk is in hoofdzaak lokaal maatwerk, dat wil zeggen: veel overleg in zaaltjes met boeren, standsorganisaties en wethouders. Dat bestuurlijke handwerk verrichten nu onze 120 parttime bestuurders. Als dat onder één gedeputeerde gaat vallen, dan gaat dat gegarandeerd achterstanden opleveren’, zegt hij.
Risico
Waar Glas zich het meest zorgen over maakt, is de veiligheid. Die linkt hij aan de mogelijkheid zelf belastingen te heffen. ‘We hebben nu een eigen belastinggebied, waarmee we onze volledige begroting dekken. Als we onze zelfstandigheid en dus ons belastinggebied verliezen, worden we onderdeel van politieke afweging van allerlei belangen die op dezelfde tafel liggen. Wat het gevaar daarvan is? Dat er door de crisis op bijvoorbeeld onderhoud van dijken wordt bezuinigd. Dan loop je op de langere termijn gevaar als je weet dat 55 procent van Nederland het risico loopt onder water te lopen. Dat vergt permanent onderhoud. En daar zijn wij goed in. Zo goed zelfs dat het onzichtbaar is. Maar wat er kan gebeuren als je niet bent voorbereid op hoogwater, is wekelijks te zien: in Frankrijk, Engeland en elders in Europa.’ Doelheffingen zijn in die zin van levensbelang. Glas: ‘Ik zal niet rusten totdat de borging van die existentiële belangen beter worden.’
De waterschappen verzetten zich niet tegen het invoeren van indirecte verkiezingen, zoals voorgesteld in één van de scenario’s van de commissie- Kalden. ‘Onze voorkeur gaat uit naar behoud van directe waterschapsverkiezingen, maar dan wel onder de Kieswet en Kiesraad. Om de opkomst te bevorderen, willen we ze samen laten vallen met de gemeenteraadsverkiezingen. Dat kan wat ons betreft al in 2014. Maar als de politiek anders beslist, zijn wij niet principieel tegen verkiezingen waarbij het bestuur van de waterschappen indirect wordt gekozen via de gemeenteraden. Zo was het vóór 1995 ook geregeld’, zegt Glas.
Reflex
De watergraaf weet dat opheffing van de schappen dreigt, maar hij wil niet gezegd hebben dat het politiek gezien een gelopen race is. Zijn waarneming is dat de politieke partijen hun eerdere ‘reflexmatige’ standpunten tegen het licht aan het houden zijn, mede vanwege een eind vorig jaar door de waterschappen ingezette ‘Actie Storm’ om doelmatiger te werken en de bestuurlijke drukte terug te dringen. Kernpunt van dat plan: de rijksbegroting structureel met 100 miljoen euro ontlasten door van het Rijk de kosten voor de hoogwaterbescherming van rivierdijken en kust over te nemen. Door de investeringen (Rijk) en de uitvoering (waterschappen) in één hand te brengen, is doelmatigheidswinst te behalen.
Verder willen de waterschappen dat het Rijk bij wet regelt dat riolering (gemeenten) in één uitvoeringsorganisatie wordt gebracht met de waterzuivering. Daarmee zijn jaarlijks nog honderden miljoenen te winnen. Het kabinet gaf de waterschappen de opdracht de plannen voor 1 april uit te werken, het moment waarop ook de heroverwegingswerkgroepen klaar moeten zijn. ‘Maar ja, dan valt het kabinet’, verzucht Glas. ‘Voordat we een definitief aanbod doen aan het kabinet, willen we wel houvast dat we compensatie krijgen en dat de wetgeving wordt geregeld. Met een demissionair kabinet is dat moeilijk. Je krijgt nu geen antwoord.’
Eerst goed uitzoeken wat de echte besparingen zijn; niet achter je eigen neus blijven lopen als je weet dat er een luchtje aan zit..